Hoofdstuk 5.1 Benoeming van het bestuur
Volgens de wet moet een sportvereniging een bestuur hebben. Artikel 2:37 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zegt daarover:
Het bestuur wordt uit de leden benoemd. De statuten kunnen echter bepalen dat bestuurders ook buiten de leden kunnen worden benoemd.
Aantal bestuursleden
Tenzij de statuten anders bepalen, moet een bestuur op grond van artikel 2:37 lid 7 BW minimaal uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester bestaan. Praktisch gezien is het wenselijk om in de statuten de aanstelling van deze drie bestuursleden specifiek te benoemen.
Wat betreft het overige aantal bestuurders en de taken die zij gaan uitvoeren, kunnen de mogelijkheden opengelaten worden. Dit betekent ook dat een bestuur niet uit een oneven aantal hoeft te bestaan. Voor besluitvorming is dit echter wel handig.
Benoeming door de algemene ledenvergadering
De algemene ledenvergadering benoemt vervolgens het bestuur. De wet geeft de vereniging de mogelijkheid om statutair te bepalen dat bestuurders (mits minder dan de helft) door andere personen dan verenigingsleden worden gekozen.
Statutair kan ook bepaald worden dat een derde partij een bindende voordracht mag doen voor het bestuur. Bijvoorbeeld de raad van toezicht, raad van Commissarissen of een speciaal in het leven geroepen stichting of commissie die is belast met het waarborgen van de belangen van de sportvereniging.
Kandidaatstelling
Het is aan te bevelen om in de statuten een bepaling over kandidaatstelling op te nemen. Hierin wordt vastgelegd aan welke eisen een kandidaat voor een bestuursfunctie dient te voldoen. Ook staat hierin op welke wijze hij/zij zich kandidaat kan stellen.
Bindende voordracht
In de statuten kan aan een partij de bevoegdheid worden gegeven een bindende voordracht te doen. Dit houdt in dat die partij (bijvoorbeeld de raad van toezicht) enkele kandidaat-bestuursleden aanwijst, waarover vervolgens gestemd kan worden. Andere personen kunnen zich dan in beginsel (zie hieronder) niet kandidaat stellen.
Als de statuten aan een partij de mogelijkheid geven om een bindende voordracht te doen, moet deze voordracht worden gevolgd door de algemene ledenvergadering. Dit geldt niet als er in de algemene ledenvergadering met tweederde van de stemmen tegen de voordracht wordt gestemd.
Termijn bestuur
Er is geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn voor het bestuur van een vereniging. Dat betekent dat een bestuur in principe onbeperkt kan aanblijven.
In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen. Bestuurders worden vaak voor een periode van vier jaar benoemd en kunnen daarna één of twee keer herkozen worden. Na die termijn moeten ze aftreden.
Gevolgen van het verlopen van een bestuurstermijn
Houd er rekening mee dat wanneer een statutaire bestuurstermijn is verlopen, die bestuurders juridisch gezien geen bestuurders meer zijn. Ze mogen de vereniging niet langer besturen en zijn dus niet langer bevoegd rechtshandelingen te verrichten namens de vereniging. Er is vanaf dat moment daarom ook geen geldige besluitvorming meer mogelijk. Besluiten die na het verlopen van een statutaire bestuurstermijn worden genomen, zijn nietig.
In de praktijk wordt dit vaak opgelost door in de statuten een extra bepaling op te nemen. Deze bepaling regelt dat bestuursbesluiten geldig kunnen worden genomen, zolang er geen vacature voor een bestuurslid is.
Onvoorziene omstandigheden
Soms is het sprake van onvoorziene omstandigheden die het onmogelijk maken om, zoals wettelijk voorgeschreven, een jaarlijkse algemene ledenvergadering te houden. Bijvoorbeeld vanwege een pandemie en daaropvolgende overheidsmaatregelen die samenkomsten verbieden. Normaal gesproken zou dit leiden tot een onbevoegd bestuur.
Echter, op grond van artikel 2:8 BW kan een statutaire bepaling (in dit geval: de maximale zittingstermijn van het bestuur) buiten werking blijven, als de bepaling in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Aangenomen wordt dat daar in het geval van een pandemie sprake van is.
In een dergelijk geval blijft het bestuur dat over haar termijn heen is aan totdat het mogelijk is om een algemene ledenvergadering te houden. In die ALV kan dan een nieuw bestuur worden gekozen. Overigens heeft de overheid het mogelijk gemaakt een digitale algemene ledenvergadering te houden, zelfs als dat volgens de statuten van de vereniging niet mogelijk was.