Olympische Winterspelen van St. Moritz 1928
Plaats: St. Moritz, Zwitserland
Datum: 11-19 februari 1928
Aantal deelnemende landen: 25
Aantal deelnemende atleten: 463, van wie 26 vrouwen
Officieel geopend door: Edmund Schulthess, president van de Zwitserse Federatie
Olympische eed afgelegd door: Hans Eidenbenz (skiër)
Aantal Nederlandse deelnemers: 7 (twee schaatsers, vijf bobsleeërs)
Als het aan het Internationaal Olympisch Comité had gelegen, dan hadden de Olympische Winterspelen in 1928 niet plaatsgevonden in St. Moritz, maar in Nederland. Bij de installatie van de Winterspelen had het IOC namelijk besloten dat de Zomer- en Winterspelen indien mogelijk in hetzelfde land zouden moeten plaatsvinden. Dat was in Nederland niet mogelijk, aangezien ons land geen bergen had en geen ijs kon garanderen.
Vandaar dat het IOC al bij de tweede editie afweek van de eigen regels, die daarna ook nog maar twee keer zouden worden toegepast (in 1932 en in 1936). In St. Moritz was men er blij mee. De stad had de strijd om de organisatie moeten aanbinden met Davos en Engelberg, die eveneens door het Zwitsers olympisch comité als kandidaatstad naar voren waren geschoven. De IOC-vergadering besloot in 1926 in Lissabon om de organisatie te gunnen aan St. Moritz.
Toen de Spelen op 11 februari werden geopend, was bijna de gehele stad aanwezig. De Zwitserse president Edmund Schulthess opende de tweede Olympische Winterspelen officieel, de skiër Hans Eidenbenz legde de eed af. Aan het openingsdefilé namen de complete landenploegen deel. Nederland (met vijf bobsleeërs en twee schaatsers), Japan, Roemenië en Mexico maakten hun debuut. Naarmate de plechtigheid vorderde, pakten loodgrijze wolken zich samen boven het stadion. Tegen het eind brak er een helse sneeuwstorm los, waarbij iedereen zo snel mogelijk een goed heenkomen zocht.
Het sterkte de bedenkingen die een aantal IOC-leden had tegen de tweede editie van de Winterspelen. Onder druk van het Zwitsers olympisch comité was het IOC akkoord gegaan met het verschuiven van het evenement naar een latere datum. Het hotelwezen in de Zwitserse plaats zag zo kans het hoogseizoen een aantal weken te verlengen. De ijveraars van de pure Olympische gedachte kregen bijval toen bleek dat St. Moritz in de periode van de Spelen geplaagd werd door een warme wind, die ijs en sneeuw deed smelten en het complete Olympische programma verstoorde. "Dat komt ervan als de belangen van de geldmannen worden gesteld boven die van de zuivere amateurs", zo viel te lezen in een Nederlands blad.
Chaotisch schaatstoernooi
Het schaatstoernooi in St. Moritz verliep nogal chaotisch. Op de eerste afstand, de 500 meter, eindigden de Fin Clas Thunberg en de Noor Evensen in een gelijke tijd. Beiden kregen van de organisatie de gouden medaille. Curieuzer was dat drie rijders de tweede plaats bezetten. Om drie zilveren medailles uit te reiken zou te kostbaar zijn, dus werden deze niet toegekend.
Het meest geruchtmakend verliep de 10.000 meter. De plotseling invallende dooi had de 1500 meter een dag eerder al tot een farce gemaakt, vanwege de wisselende omstandigheden. Bij de 10 kilometer zette de dooi verder door en nam de animo van de rijders verder af. De eerste rit werd gewonnen door de Amerikaan Jefee in een tijd van 18:35,5. Twee paren gingen hierna met minder resultaat over het ijs, maar nadat de Fin Blomquist en de Zweed Anderson bijna tot aan hun enkels door het water gingen en rondetijden produceerden van boven de 51 seconden, staakte de organisatie de wedstrijd. De dag daarna regende het en was het onmogelijk de race alsnog voort te zetten, waarop de wedstrijd werd afgeblazen. De Amerikanen tekenden protest aan en eisten het goud op voor Jafee, maar na ampel beraad bleef het IOC bij zijn besluit: geen medailles op de 10.000 meter.
'Een meisje uit duizenden'
St. Moritz zag de opkomst van een van de grootste kunstrijdsters van de vorige eeuw, de Noorse Sonja Henie. Als 11-jarige was ze in 1924 als laatste geëindigd, nu werd ze met groot machtsvertoon kampioene. Ze zou het tot en met 1936 blijven en intussen ook nog tien wereldtitels behalen. Ze was de eerste die op muziek reed en sprongen in haar repertoire opnam - tot dan was kunstrijden bij de dames niet meer dan elegant gezwier geweest. Altijd begeleid door haar vader, een oud-wereldkampioen wielrennen, buitte ze haar faam al van jongs af aan commercieel uit.
Als Sonja Henie zei dat ze amateur wilde blijven, glimlachten de journalisten en keken de directeuren van ijspaleizen tamelijk zuur. Sonja vroeg reis- en onkostenvergoedingen die er zijn mochten. In 1937 werd ze dan eindelijk prof en vertrok naar Hollywood. Haar eerste film had de toepasselijke titel 'Een meisje uit duizenden' en was een groot kassucces, evenals de talloze ijsshows waarin ze optrad. Bij haar dood in 1969 werd haar fortuin geschat op 100 miljoen gulden.
De Amerikaanse vijfmansbob (het stond de ploegen toen vrij met vier dan wel vijf personen een bob te bemannen) werd met grote precisie naar het goud gestuurd door de 16-jarige Billy Fiske. Hij prolongeerde zijn titel in 1932. Vier jaar later, hij was toen nog maar 24 jaar, weigerde hij deelname aan de Spelen van het Duitsland van Hitler. Fiske die bankier werd, verbleef veel in Londen en vocht als RAF-piloot in de 'Battle of Britain'. Hij was de eerste Amerikaanse piloot die in de Tweede Wereldoorlog om het leven kwam.
De Spelen van St. Moritz waren de eerste die vooraf officieel het predikaat Olympisch waren voorzien. De eerste editie, die van Chamonix in 1924, kreeg pas achteraf tijdens de IOC-vergadering van 1924 in Praag het stempel 'Olympisch' mee. De belangstelling voor de tweede editie was ook aanmerkelijk groter dan voor het experiment vier jaar eerder.
Medaille overzicht
1. Noorwegen 6 4 5
2. Verenigde Staten 2 2 2
3. Zweden 2 2 1
4. Finland 2 1 1
5. Frankrijk/Canada 1 0 0
Geen Nederlandse medailles
Foto: Olympische ringen in 1928 in Sankt Moritz (Bundesarchiv).