Deze pagina geeft antwoorden op een aantal door sportbonden veelgestelde vragen over het Sportakkoord. Heb je nog aanvullende vragen of opmerkingen? Neem dan contact op met de accountmanager van jouw bond.

 

 

Algemene vragen

    • Voor de vereniging NOC*NSF is het sluiten van het Sportakkoord II een belangrijk middel om onze gezamenlijke ambities te behalen, zoals geformuleerd in de Sportagenda 2032. Sportakkoord II, als fundament voor samenwerking met de genoemde partijen, kan ons helpen in de uitvoering daarvan.

      Sportakkoord II biedt daarnaast een financiële impuls om via lokale samenwerking de clubs toekomstbestendig te maken en de sportbonden te versterken. Dit zijn belangrijke voorwaarden om te zorgen dat in 2032 iedereen dagelijks sportplezier beleeft door zelf te sporten, samen te sporten of als vrijwilliger, professional en supporter, verrijkt door waardevolle topsport. 

      In de Sportakkoord AV notitie wordt dit uitgebreider beschreven: 03-sportakkoord-ii.pdf (nocnsf.nl)

    • Sportakkoord II is nadrukkelijk een continuering van Sportakkoord I. Het verstevigt de basis die in het eerste akkoord is gelegd. Het gaat om doorgaan met wat werkt, stoppen met hetgeen te weinig resultaat oplevert en toevoegen wat niet kan ontbreken. Enkele accentverschuivingen ten opzichte van Sportakkoord I zijn: 

      1. Verbeteren van landelijke en lokale samenwerking.
      2. Alle sportclubs, ongeacht rechtsvorm of formaat, kunnen gebruik maken van ondersteuning.
      3. Vergroten van de effectiviteit van de uitvoering op basis van geleerde lessen.
      4. Inzetten op het vergroten van de maatschappelijke waarde van (top)sport.
      5. We identificeren ‘hotspots’: 30 gemeenten en honderden plekken waar de doelen en ambities van het Sportakkoord aantoonbaar worden waargemaakt.
      6. Door deze representatieve plekken continu te volgen maken we de (succes)verhalen zichtbaar en te kopieren. In deze praktijk vinden we de bewijslast voor toekomstig beleid.
      7. Sportbonden krijgen, naast bestaande financiering voor topsport, ook mogelijkheden om hun capaciteit te vergroten voor de uitvoering van de pijlers van het Sportakkoord

       

    • Er is ondersteuningsbudget beschikbaar voor sportclubs binnen het sportakkoord II. Sportclubs kunnen dit geld direct aanvragen. De eerste ronde was van 24 maart tot en met 31 maart 2025. De tweede ronde begint in november 2025. Een derde ronde kan in het voorjaar van 2026 plaatsvinden.

    • Sinds het begin van sportakkoord 1 wordt er elk half jaar een evaluatie opgesteld, die onder andere via de AM-update met alle sportbonden wordt gedeeld. Tevens monitort Mulier continu de effectiviteit en realisatie en gaat er elk jaar een evaluatie vanuit het ministerie van VWS naar de 2e kamer.
      In mei 2023 volgt er een totale evaluatie van alle bestedingen vanuit Sportakkoord 1.

      Bekijk hier de Monitor Nationaal Sportakkoord van het Mulier Instituut

      De grootste winst van Sportakkoord I is dat er in bijna alle gemeenten een lokaal sportakkoord is afgesloten met brede lokale coalities, waarin meestal meerdere sportclubs lokaal goed betrokken zijn. Vanuit deze verbeterde samenwerkingen zijn allerlei lokale resultaten gereiliseerd en o.a. duizenden sportclubs ondersteunt via procesbegeleiding, kaderontwikkeling en services vanuit sportbonden.

 

 

Vragen over services

    • Er is €1.400.000,- beschikbaar voor services ter ondersteuning van sportclubs.

      • Het budget is beschikbaar vanaf 22 april 2025 tot 1 juli 2026, of totdat het op is.  

      • In 2025 is er €1.000.000,- beschikbaar en in 2026 €400.000,-.  

      • Niet gebruikt budget in 2025 blijft beschikbaar in 2026.

      • Alle aangevraagde services worden voor eind 2026 afgerond. 

      Extra voorwaarden 
      Omdat het budget beperkt is, gelden extra regels.  

      Lagere subsidie 

      • De vergoede uren van SPN-professionals voor de services 'trajectbegeleiding' en 'bestuurscoaching' worden gehalveerd. In plaats van 24 uur wordt nu 12 uur vergoed. Sportclubs die dit traject daarna willen voortzetten, kunnen dit zelf regelen en betalen.  

      • De maximale vergoeding voor alle andere services daalt van € 550,- per dagdeel naar € 300,- per dagdeel, met een maximum van vier dagdelen (€ 1.200,-). Extra kosten zijn voor de sportclub.  

        • Uitzondering: Sportspecifieke services van kleine sportbonden (werkorganisatie van minder dan 5 FTE) blijven op het oude tarief van € 550,- per dagdeel (maximaal 4 dagdelen). Dit komt omdat deze services een grote impact hebben op kleine sportclubs en er minder aanvragen zijn, waardoor het budget niet te snel opraakt.

      Andere voorwaarden  

      • Iedere sportclub mag tussen 22 april 2025 en 1 juli 2026 één service aanvragen voor het sporttechnisch kader (trainers-coaches, instructeurs, officials) en één service voor bestuurlijk kader of clubontwikkeling.

      • Alle services moeten binnen drie maanden na aanvraag starten. Anders kan de aanvraag geweigerd of geannuleerd worden. 

      In bepaalde gevallen toch gratis ondersteuning 
      Er is een aantal services die nog steeds volledig of gedeeltelijk vergoed worden. Dit geldt onder andere voor services binnen het programma ‘Onze club is van iedereen’ (OCIVI), de scholing Vertrouwenscontactpersoon en de begeleidingstrajecten vanuit Rabo ClubSupport. Daarnaast kunnen clubs met de gemeente of sportbond overleggen of een (gedeeltelijke) vergoeding mogelijk is. 

    • Het aanvraagproces blijft hetzelfde. De lokale clubondersteuner doet de aanvraag in de portal. 
      Omdat het budget beperkt is, vragen we je goed na te denken over welke sportclubs hier het meeste baat bij hebben. Zo zorgen we samen voor de grootste impact. 
       
      Daarnaast wordt een aantal services nog steeds volledig vergoed. Dit geldt onder andere voor services binnen het programma ‘Onze club is van iedereen’ (OCIVI), de scholing Vertrouwenscontactpersoon en de begeleidingstrajecten vanuit Rabo ClubSupport. Ook kunnen clubs met de gemeente of sportbond overleggen of een (gedeeltelijke) vergoeding mogelijk is. 
       

       

    • Jaarlijks worden er op 1 juni en 1 januari wijzigingen in de servicelijst van het Sportakkoord doorgevoerd. Aanmelden kan van 1 maart tot 19 mei om per 1 juni te worden toegevoegd en van 1 september tot 6 december om per 1 januari toegevoegd te worden. Nieuw aangeleverde services worden op basis van een aantal criteria beoordeeld. Bij akkoord wordt de aangeleverde service op de NOC*NSF Portal geplaatst zodat deze aangevraagd kan worden. Voeg een service toe.

    • Het Sportakkoord maakt het mogelijk om services voor clubondersteuning aan te vragen. Deze services hebben het doel om clubs toekomstbestendig en (financieel) zelfredzaam te maken, hun maatschappelijke impact te vergroten of om clubkader te versterken. Meer over services.

    • Als sportclub vraag je een service aan via een lokale clubondersteuner.

      Een lokale clubondersteuner is bijvoorbeeld een buurtsportcoach of een beleidsmedewerker sport. Weet je niet welke lokale clubondersteuner de aanvraag voor je kan indienen? Neem dan contact op met sportakkoord@nocnsf.nl. We verbinden je dan met de juiste clubondersteuner.

    • Sportclubs kunnen alleen via een lokale clubondersteuner een aanvraag doen. Een sportbond kan dit dus niet voor een sportclub doen.

    • Lokale clubondersteuners staan in contact met sportclubs. Als een sportclub een hulpvraag heeft, kan de lokale clubondersteuner besluiten een service aan te vragen. In overleg met de adviseur lokale sport is bepaald welke lokale clubondersteuners een service kunnen aanvragen.

      Meer lezen? Klik hier.

 

 

Vragen over de adviseur lokale sport

    • De indeling van adviseurs lokale sport per regio vind je op deze pagina.

    • De adviseurs lokale sport zijn belangrijke sparringpartners voor de doorontwikkeling en uitvoering van de lokale sportakkoorden. Op deze pagina lees je meer over de rol van de adviseurs lokale sport.

 

 

Vragen over de financiën

    • Samen met het ondertekenen van het Sportakkoord wordt er in december ook een begroting op hoofdlijnen bij het ministerie van VWS ingediend. In de periode tussen 1 december 2022 en 31 maart 2023 wordt de begroting verder geconcretiseerd.

      De uitwerking van de begroting behorende bij het deel ‘Versterken sportbonden’ gaat uitgevoerd worden door de werkgroep bestedingsplan, bestaande uit een vertegenwoordiging van sportbonden.

    • Dat is aan het lokale kernteam van elke lokale alliantie. Als het goed is zijn daar sportclubs goed in vertegenwoordigd, onder aanvoering vaak van een lokale ambtenaar. De Adviseur Lokale sport moet daar op aangesloten zijn om te kunnen adviseren namens de sportbonden.

    • Dit gebeurt vanuit de directie sport van het ministerie van VWS. Voor de uitvoering van het landelijke sportakkoord gaan er middelen naar de VSG, naar elke gemeente, naar de collectieve sport via NOC*NSF, naar de POS en naar VWS voor een aantal landelijke flankerende lijnen.

    • De verdeling van de middelen voor de collectieve sport worden besproken binnen de sportparticipatie-alliantiestructuur, bestaande uit een vertegenwoordiging van sportbonden en NOC*NSF.

      Formeel wordt de verdeling van de middelen vervolgens via de jaarbegroting van NOC*NSF op de Algemene Vergadering vastgesteld.

    • Momenteel is de motie Heerema om 5 miljoen euro beschikbaar te stellen voor sportbonden nog politiek, maar de verwachting is dat er op korte termijn groen licht komt voor de inzet van 3 jaar lang, 5 miljoen euro voor sportbonden.

      De contouren voor de uitvoering hiervan wordt voorbereid door een werkgroep bestaande uit directeuren, managers sportparticipatie en leden van de werkgroep Verdelen Middelen. Deze werkgroep gaat tussen 1 december en 1 april de daadwerkelijke verdeling verder uitwerken.

    • Ja, er komt ook een financiering vanuit het ministerie van VWS voor de POS. Deze middelen zijn bedoeld om de POS zelf te versterken.Voorwaarde is dat er geen overlap mag zijn tussen de middelen voor de POS en de middelen vanuit de sportlijn van Sportakkoord II die via NOC*NSF verdeeld worden. Er wordt dus actief samengewerkt met de POS, waaronder ook op de ondersteuning sportclubs en lokale ondernemers.

 

 

Vragen over de uitvoering

    • Ja, dit proces is samen met sportbonden aangepast en vereenvoudigd, met onder andere de volgende voordelen: 

      • Toegang voor verenigingsondersteuners om aanvragen in te dienen

      • Toegang voor lokale clubondersteuners om aanvragen in te zien, te accorderen, voortgang te bekijken en budget te beheren.

      • Toegang voor opdrachtnemers om services in te plannen en te factureren.

      • Beleidsmakers krijgen inzicht in aantallen, financiën en voortgang. 

      Deze verbeteringen zijn in 2023 doorgevoerd. 

    • Deels, maar veel eenvoudiger. Voor sportclubs blijft de lijn:

      1. Lokaal akkoord
      2. Lokale alliantie
      3. Uitvoeringsbudget; onder andere bedoeld voor club(kader)ondersteuning, om te zorgen dat deelnemende sportclubs mee kunnen doen met de lokale sportakkoorden en om vitaler worden.
    • De verwachting is dat de middelen voor versterken sportbonden (de extra 5 miljoen vanuit de motie Herema) hier voor ingezet kunnen worden.

      Vanuit de collectieve middelen wordt zoveel mogelijk ingezet op eenvoudig toepasbare white label producten en diensten die door sportbonden gebruikt kunnen worden.

 

 

Vragen over topsport

    • - De partners van Sportakkoord II hebben als streven om de maatschappelijke waarde van topsport te vergroten. Om dit te realiseren wordt o.a. ingezet om de zichtbaarheid en bereik van topsport te vergroten. Dit gaan we o.a. doen door Topteamsportcompetities te versterken. Hoe we dat gaan doen lees je hier.

    • De volgende drie partijen zijn betrokken: Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), Ministerie van VWS en NOC*NSF. Maar het draait vooral om de bonden, verenigingen, gemeenten en provincies die concreet actief hiermee zijn. In dit overzicht zie je specifiek en lokaal welke partijen dit zijn.