Sport en sportief bewegen vormt een belangrijke basis voor een sportieve en gezonde generatie. Al op jonge leeftijd wordt de basis gelegd voor een leven lang sport- en beweegplezier.
Het heeft namelijk een positief effect op de sport- en beweegparticipatie als iemand op jonge leeftijd kennismaakt met sport en sportief bewegen. Daarbij voorspelt het beweeggedrag van kinderen op jonge leeftijd in hoge mate de toekomstige levensstijl op latere leeftijd.
Het gaat echter niet goed met de fysieke competenties van de Nederlandse jeugd. Onze jeugd sport en beweegt namelijk te weinig voor een gezonde leefstijl. Willen we de positieve effecten van sport en sportief bewegen blijven benutten, dan moet dit beter.
We streven ernaar dat minimaal 80% van de jeugd een goede beweegvaardigheid heeft. Daarbij staat vast dat plezier in sport en sportief bewegen essentieel is om de jeugd in beweging te krijgen en te houden. Net als motivatie, zelfvertrouwen, kennis en de mate waarin de jeugd zelf een goede beweegvaardigheid ervaart.
Een goede beweegwaardigheid zorgt voor meer sportplezier. We zijn ons er echter van bewust dat naast de fysieke competenties ook andere factoren bijdragen aan sportplezier van jeugd. Daarom kiezen we bij de uitleg van de definitie beweegvaardigheid voor het gebruik van het omvattende begrip ‘fysieke alfabet’.
We moeten er namelijk voor zorgen dat kinderen de motivatie, het zelfvertrouwen, de kennis én de fysieke competenties (=basisvormen van bewegen) krijgen en ervaren.
In eerste instantie leggen we de focus op het realiseren van een goede beweegvaardigheid, maar altijd in relatie tot het fysieke alfabet. Dit brengen we in de praktijk via een zgn. kind centraal benadering. Hiermee kunnen we een trendbreuk in de jeugdsport veroorzaken en leggen we een belangrijk fundament om een leven lang sporten en sportief bewegen mogelijk te maken.
Een verdere verdiepingsslag met betrekking tot de doelgroep jeugd maken we in het jeugdsportplan.
Meten is weten
Over het sport- en beweeggedrag van onze jeugd zijn onder andere de volgende feiten en cijfers bekend:
- Ruim 39% van de kinderen (4 t/m 11 jaar) haalt in 2020 de beweegrichtlijn niet.
- Een meerderheid van de kinderen scoort op de meeste elementen van motorische fitheid onder de Nederlandse normwaarden.
- Slechts 10% van de kinderen gebruikt wekelijks de openbare ruimte om te sporten.
Er is op dit moment nog geen aantoonbaar onderbouwde kernindicator die de ervaren beweegvaardigheid van jeugd zelf monitort. Wel monitoren verschillende onderzoeksmethoden de fysieke ontwikkeling bij de jeugd op verschillende leeftijden, deze zeggen echter niets over de ervaren beweegvaardigheid.
De ervaren beweegvaardigheid is onderdeel van het fysieke alfabet en vormt een belangrijk fundament voor een sportieve en gezonde generatie. Daarom gaan we aan de slag om dit goed in beeld te brengen.