Dit opiniestuk verscheen eerder in Trouw (29-10-2024).
Het was Kellyanne Conway, woordvoerder van het Witte Huis in tijden van Donald Trump, die in 2017 opzien baarde met de introductie van ‘alternatieve feiten’. Een begrip dat wereldwijd opgang doet en synoniem is geworden voor creatief omgaan met de waarheid – maar ook voor het anders interpreteren van die feiten.
Op sociale media is dit fenomeen het meest zichtbaar. Feitenvrije meninkjes en complottheorieën, van veelal anonieme toetsenbordridders, buitelen over elkaar heen. Sommigen hebben een direct belang bij een andere interpretatie van de feiten, of een belang bij het creëren van onrust. Vaak lijkt er sprake van zelfoverschatting, het zogenaamde ‘Dunning-Krugereffect’: hoe minder iemand weet, hoe sterker een mening is.
Tabloid en social media
Tijdens de Olympische- en Paralympische Spelen in Parijs werd ook de sport hiermee sterk geconfronteerd. Voor NOC*NSF begon het enkele weken voor de Spelen met berichtgeving in een Australische tabloid over een Nederlandse sporter. Sensationele, niet feitelijke recycling van een in Engeland door hem gepleegd strafbaar feit. Bekend verhaal, acht jaar oud, uitgebreid in de (Nederlandse) media toegelicht door betrokkene in 2018, geen nieuwe feiten en voor de internationale sportwereld geen nieuws.
Maar geholpen door social media werd in enkele dagen tijd een monster geschapen. Zo dwingend, dat ook serieuze Engelstalige media zich niet konden onttrekken aan de druk om het verhaal ook ‘te brengen’. Het werd een verdienmodel voor TikTokkers en andere clickbait-ondernemers. Er werden kettingbrief-acties gestart; NOC*NSF ontving honderden hatemails, deels identiek, vrijwel allemaal Engelstalig, duidelijk geregisseerd. En dito telefoontjes, zeer intimiderend en dreigend van toon. Gelukkig hield de Nederlandse pers het wel bij de feiten.
Openingsceremonie
Daarna volgde de openingsceremonie op de Seine, die geënt was op de Franse revolutie en de Griekse oudheid. Maar enkele influencers, geholpen door verontwaardigde tweets van politici, interpreteerden dit als een aanval op het christelijk geloof en de westerse samenleving. Telefonistes op Sportcentrum Papendal werden uitgescholden en bedreigd, dit keer ook in het Nederlands. Media wakkerden met berichten over ‘een storm aan protesten’ het vuur verder aan.
De ophef sterkte mij vooral in mijn opvatting dat geschiedenis een verplicht eindexamenvak op de middelbare school moet worden…
Algerijnse bokster
En dan was er de ophef rond de Algerijnse bokster. Na een snelle overwinning op een tegenstandster werd zij neergezet als een man in de vrouwencompetitie. Later werd ze in de beeldvorming een transgender en vervolgens bleek het ‘iets’ met een andere hormonale huishouding te zijn. Kortom: veel oordelen, weinig kennis.
Ook hierin lieten politici van zich horen, tot aan staatshoofden toe. Media veroordeelden de bokster en protesteerden tegen haar deelname aan vrouwenwedstrijden. Vrijwel niemand die onderzoek deed naar de herkomst van het frame dat ze een man zou zijn. Men liet zich vooral meeslepen in de ‘ophef over de ophef’.
Een buitenlands trollenleger speelde hier een prominente rol in. Tevens baseerden influencers en sommige media (over het algemeen Russisch gezind) zich op een persconferentie van bestuurders uit de bokswereld. Zij kwalificeerden de Algerijnse bokster als ‘niet-vrouw’.
Media vergaten de achtergrond en belangen van de betreffende bestuurders te checken: personae non gratae in de Olympische wereld vanwege hun positie in een door het IOC gediskwalificeerde sportbond.
Het is confronterend om te zien hoe effectief partijen een gebeurtenis, kwestie of persoonlijk verhaal kunnen aangrijpen om miljoenen mensen ergens binnen zeer korte tijd in te laten geloven. Altijd met een belang, voeding gevend aan verontwaardiging en afwijzing.
Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij bestuurders, politici en media (en feitelijk bij iedere social media-gebruiker) om tegenwicht te bieden, al is het maar door wat vaker uit te zoeken wat de feiten zijn, alvorens te oordelen via toetsenbord of telefoon. Uiteindelijk raken de woede en haat namelijk mensen. De sporter op het veld, de bokster in de ring, de persoon die de telefoon opneemt.
Minder ophef over de ophef. Het leven wordt er een stuk plezieriger door.
Marc van den Tweel, Algemeen directeur NOC*NSF