Volleybalmannen Atlanta 1996
1996, Zomerspelen XXVI te Atlanta, VS
Sport: volleybal
Onderdeel: mannentoernooi
Prestatie: goud
Datum finale: 4 augustus 1996
Tien jaar lang brandde het olympisch vuur in de harten van de Nederlandse volleyballers. Op 4 augustus 1996, 17.19 uur Atlanta-time, laaide het op tot in de nok van Omni Coliseum. Eindelijk veroverde Nederland de medaille met de kleur van vuur: goud.
In het ontwerp van de shirts waren olympische vlammen gedrukt. Ze waren symbolisch voor de missie die jarenlang in de hersens zat opgesloten. Soms was het vuur als een waakvlam, maar altijd bleef het pitje branden en wakkerde het aan.
Twee olympische finales in vier jaar. Op 2 augustus 1992, op 4 augustus 1996. Tussen de finales van Barcelona en Atlanta lag een wereld van verschil. In 1992 was bondscoach Ari Selinger teruggehaald, omdat het geloof in diens kroonprins Brokking was weggeëbd. Selinger had Blangé, Zoodsma en Posthuma nodig. Zij waren verhuisd naar clubs in Italië, voordat de uitgestippelde weg naar Barcelona voltooid was.
Elke dag weer in de Bankrashal
Selinger haalde ze terug. Tot onvrede van de blijvers, die elke dag weer in de Bankrashal van Amstelveen waren blijven trainen. Die elke dag dezelfde gezichten zagen, die geen club hadden, maar alleen de Nederlandse nationale ploeg. Onderling wantrouwen verscheurde de eenheid. Het was een politiestaat, zoals sommige spelers later zeiden. Droeg je de verkeerde sokken, dan kreeg je een kwade blik. De 'Italo's', gerijpt door het vrije volleyballeven, stonden tegenover de anderen onder leiding van de Selingers, trouw aan hun belofte, minder mondig. Misschien wel jaloers op de welstand van de anderen, de volwassenheid.
Vier wedstrijden gingen verloren in Catalonië, maar in de legendarische kwartfinale tegen Italie scoorde Van der Meulen 17-16 in de vijfde set. Sportgek Italië was in diepe rouw. De latere finale tegen Brazilië was een afknapper. 0-3, kansloos. Het zilver was een pleister op het hartzeer, dat later op straat lag. Na Barcelona kwam Joop Alberda en die bracht rust. De spelers gingen huns weegs, de meesten naar het paradijs van het volleybal, Italië.
Voor grote toernooien keerden ze terug onder de hoede van Alberda, de theoreticus, de tacticus, de fanaticus. De grote verzoener. Alberda bouwde een unieke ploeg. Een samengaan van lengte en snelheid. Een volwassen ploeg. Niet allemaal vrienden, maar wel goede collega's. Ron Zwerver, aanvankelijk de steraanvaller, die steeds meer zijn gelijken vond. Olof van der Meulen, de vrolijke Fries die de moeilijkste ballen (de vuilnisbal) tot score wist te promoveren. Peter Blangé, de unieke spelverdeler, de leider. Alberda formeerde een middenaanval met Van de Goor en Held, die soms nauwelijks af te stoppen was. Hij introduceerde 'totaalvolleybal'. Iedereen viel aan. Geleidelijk bracht hij nieuwelingen in. Zoals Görtzen, een jongeling met een a-sociaal harde klap. En had ervaring achter de hand. Jan Posthuma, de Heintje Davids onder de volleyballers en Rob Grabert, de stopper.
Wunderfull Six
Selinger noemde zijn ploeg destijds de Wunderfull Six. Van dat zestal waren Zwerver, Blangé, Posthuma en Grabert over. Wunderfull bleven ze. Een ploeg die tot voorbeeld strekte, een ploeg van profs. Een team waartegen andere sporters opkeken en niet alleen door de lengte. Een team dat in den lande grote populariteit verwierf.
Nederland was het meest constante land van de wereld sindsdien: tweede in Oulu (EK), tweede in Athene (WK en EK). Altijd was Italië op de echt belangrijke momenten sterker. Op 29 juni 1996 was een doorbraak te beleven. Nederland won in Rotterdam de finale van de World League en een miljoen dollar. Tegenstander: Italië.
En nu was het dan weer zover, na een constant toernooi. Met een nederlaag, in de poule. Tegen Italië. De voorspelde finale in Atlanta, de droomfinale. Met een scoreverloop dat niet spannender kon. Omni Coliseum was oranje gekleurd zondag. Het speelveld is oranje. De stoelen rood en oranje. De fans, het leek wel of alle uitgesporte Nederlanders verzameld waren, waren gekleed in oranje. De haardos van Bas van de Goor is oranje, met een ondeugend kuifje. En natuurlijk, de Prins van Oranje was er ook, gezeten in de buurt van de vice-president van de States, Al Gore. Zoveel Oranje, dat was Italië te veel.
Studio Sport moment van de eeuw
De route van de volleyballers naar de top van de Olympus maakte de ploeg zeer populair. Vijf maal werden de Lange Mannen uitgeroepen tot Sportploeg van het jaar, waaronder in 1996. De winst van het olympisch toernooi in Atlanta werd in 1999 gekozen tot Studio Sport moment van de eeuw.
De Nederlandse selectie: Peter Blangé, Bas van de Goor, Mike van de Goor, Guido Görtzen, Rob Grabert, Henk-Jan Held, Misha Latuhihin, Olof van der Meulen, Jan Posthuma, Brecht Rodenburg, Richard Schuil, Ron Zwerver. Coach: Joop Alberda.
Foto: V.l.n.r. Peter Blangé, Henk-Jan Held en Ron Zwerver, intens blij met het goud.
Uitslagen Oranje in Atlanta:
Groepswedstrijden:
Nederland-Tunesië 3-0 (15-4, 15-4, 15-2)
Nederland-Rusland 3-0 (15-9, 15-9, 15-9)
Nederland-Italië 0-3 (8-15, 8-15, 13-15)
Nederland-Joegoslavië 3-0 (15-7, 15-6, 15-9)
Nederland-Zuid-Korea 3-0 (15-4, 15-11, 15-12)
Kwartfinale:
Nederland-Bulgarije 3-1 (16-14, 9-15, 15-3, 15-13)
Halve finale:
Nederland-Rusland 3-0 (15-6, 15-6, 15-10)
Finale:
Nederland-Italië 3-2 (15-12, 9-15, 16-14, 9-15, 17-15)
Bronnen:
• ANP
• Statistische gegevens: Olympisch Oranje, Ton Bijkerk (Tirion Sport, 2008)
• Foto: ANP