George van Rossem
Naam: George van Rossem
Geboren: 30 mei 1882 te Den Haag
Overleden: 14 januari 1955 te Wassenaar
Olympische Spelen VI Antwerpen 1920
Sport: schermen
Onderdeel: degen team
Prestatie: in de tweede poule van de eerste ronde uitgeschakeld
Olympische Spelen V Stockholm 1912
Sport: schermen
Onderdeel: degen individueel
Prestatie: in de 4e poule van de eerste ronde uitgeschakeld
Onderdeel: sabel team
Medaille: brons
Olympische Spelen IV Londen 1908
Sport: schermen
Onderdeel: degen individueel
Prestatie: in de 4e poule van de eerste ronde uitgeschakeld
Onderdeel: degen team
Prestatie: in de voorronde verloren van Groot-Brittannië met 9-7
Onderdeel: sabel individueel
Prestatie: in de 2e poule van de tweede ronde uitgeschakeld
Onderdeel: sabel team
Prestatie: in de eerste ronde verloren van Bohemen met 9-7
1906, Olympische Spelen te Athene (Tussenspelen)
Sport: schermen
Onderdeel: floret individueel
Prestatie: in de voorronde (1e poule) uitgeschakeld
Onderdeel: sabel (drie treffers)
Medaille: zilver
Onderdeel: sabel team
Medaille: brons
Onderdeel: sabel (een treffer)
Prestatie: in de halve finale (2e poule) uitgeschakeld
George van Rossem behoort tot de zeer weinige Nederlandse schermers die internationaal hebben meegeteld. Bij de zogenoemde Tussenspelen van 1906 in Athene behaalde hij zilver op sabel individueel en brons met de Nederlandse sabelequipe. In 1912 voegde hij daar bij de landenwedstrijden op sabel en degen nog twee bronzen eretekenen aan toe. Hij was voorts oprichter van de Nederlandsche Amateur Schermbond en er vele jaren voorzitter van.
Organisator van de Spelen in Amsterdam
Van 1925 tot 1929 trad hij op als president van de Internationale Schermfederatie. Ondanks deze uiterst respectabele staat van dienst in de schermsport, beleefde hij toch niet daar zijn hoogtepunt. Van Rossem is in de olympische historie blijven voortleven als de succesvolle organisator van de Spelen van Amsterdam in 1928. Natuurlijk, hij deed dat niet alleen. Anderen begeleidden hem stap voor stap op zijn pad. Maar Van Rossem, de secretaris-generaal van het Comité 1928, was de spil van de organisatie, de man die de grote lijnen uitzette.
Zijn grote organisatorische gaven bleven in het buitenland niet onopgemerkt. Toen de Amerikanen de Spelen van 1932 gestalte gaven, haalden zij Van Rossem enkele malen naar Los Angeles om hen bij te staan als adviseur. Een stille hulde voor wat hij in 1928 tot stand had gebracht.
Van Rossem, officier in het leger, was in 1923 bij het olympische werk betrokken geraakt. De overheid leende hem in dat jaar uit aan het Nederlandsch Olympisch Comité voor de Spelen van '28. Nadat die taak er op zat, bleef hij aan de olympische beweging verbonden. In 1930 volgde hij C.A.W. Hirschman op als secretaris-penningmeester van het Nederlandsch Olympisch Comité, een functie die hij zestien jaar met nimmer verflauwende interesse bekleedde. In 1946 trok hij zich terug.
Tamelijk autoritair
Het Nederlandsch Olympisch Comité benoemde hem tot erelid en schonk hem tevens de erepenning. George van Rossem was een harde werker, een nauwgezet bestuurder, iemand die flodderwerk haatte. Dat slag mensen behoort gewoonlijk niet tot de gemakkelijkste en gemakkelijk was Van Rossem dan ook bepaald niet. Niet voor anderen, ook niet voor zichzelf. 'Uiterst moeilijk in de omgang,' noemde Het Vaderland hem in de jaren twintig. De militair in hem bleef voelbaar; hij kon tamelijk autoritair zijn. Als hij vond dat hij gelijk had, wilde hij niet van schipperen en compromissen weten.
Dat gaf conflicten en botsingen, waarbij het niet zachtzinnig toeging. Bij zijn afscheid toonde hij zich ervan bewust dat hij op velen een stugge indruk had achtergelaten. Hij hoopte slechts dat zijn integriteit nimmer in twijfel was getrokken. Van dat laatste was de Nederlandse sportwereld overtuigd. Aan vriendjespolitiek deed hij niet. Als het ging om wat in zijn ogen recht en billijk was, nam de schermer George van Rossem tegen iedereen de sabel in de hand.
Bronnen:
• Kroniek Olympische Spelen, NOC 75 (Elsevier 1987)
• Statistische gegevens: Olympisch Oranje, Ton Bijkerk (Spaar en Hout, 2012)
• Foto: ANP