Sport en opvoeding
Sport helpt jongeren opvoeden. Het leert ze wie ze zijn, wat er van ze verwacht wordt en hoe ze zich moeten gedragen. Tegelijkertijd gaat sport antisociaal gedrag en criminaliteit onder jongeren tegen en draagt het bij aan hun persoonlijke ontwikkeling en schoolprestaties. Reden te meer om jongeren aan het sporten te krijgen. NOC*NSF maakt zich daar graag sterk voor. We willen 10% meer mensen aan het sporten krijgen, dus ook 10% meer jongeren.
Leerschool voor het leven
Een groot deel van de Nederlandse jongeren doet aan sport in verenigingsverband. Sport wordt ook wel gezien als het derde opvoedingsmilieu naast familie en school. Het schetst kaders over wat wel en niet is toegestaan. Tegelijkertijd worden competenties aangeleerd die ook buiten de sport van pas komen. Sport is zo een belangrijke leerschool voor het leven. Sportverenigingen bieden bovendien een ideale setting voor het ontwikkelen van sociale, maar ook organisatorische, vaardigheden die nodig zijn om samen de club draaiende te houden.
Sport helpt ook antisociaal gedrag en criminaliteit tegengaan. Het voorkomt verveling, leert jongeren de juiste normen en waarden en biedt een alternatieve manier om status te vergaren. Daarbij zorgt sport– net als crimineel gedrag – voor een bepaalde spanning die jongeren nodig hebben om volwassen te worden. Onderzoek naar sportprojecten op scholen laat zien dat jongeren minder vaak de klas uit worden gestuurd en minder negatief gedrag vertonen. Deelname aan vechtsporten zorgt voor meer discipline onder kwetsbare jongeren.
Persoonlijke ontwikkeling
Er is een relatie tussen participatie in sport en de sociale ontwikkeling van het individu. Deelname aan sport of een sportieve activiteit heeft met name een positief effect op moreel redeneren, tolerantie, respect, verantwoordelijkheidsgevoel en pro-sociaal gedrag. Dit effect zien we vooral als sport bijdraagt aan het verhogen van de eigen competentie, als winnen minder belangrijk is en als men met de spelregels leert omgaan.
Verschillende onderzoeken tonen aan dat sport een positieve invloed kan hebben op het zelfvertrouwen en de zelfwaardering van individuen, en daarmee ook op hun persoonlijke ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat jongeren succesvolle ervaringen opdoen binnen hun sportomgeving. Krijgen jongeren waardering van hun vrienden of vriendinnen, dan is deze samenhang nog groter. Ongemotiveerde medesporters worden gezien als obstakel in het leerproces. Sport kan ook bijdragen aan prestatiestreven en doorzettingsvermogen.
Wie sport, leert beter
Er blijkt ook een verband te bestaan met schoolprestaties. Leerlingen die deelnemen aan sportieve activiteiten op school hebben betere cognitieve vaardigheden dan leerlingen die hier niet aan deelnemen. Dat blijkt ook uit verschillende onderzoeken naar rekenvaardigheid onder jongeren. Ook hier is het beeld dat sporters presteren beter. Sport kan bovendien bijdragen aan het ontwikkelen van discipline en doelmatig werken, wat jongeren kan helpen met het behalen van goede resultaten op school.
We winnen veel met sport!