Het Nederlandsch Olympisch Comité bestaat in 1942 dertig jaar. Maar vanwege de bezetting gaat de organisatie aan dat feit voorbij. Of zoals men schrijft: vanwege de omstandigheden 'die ons ook hebben genoopt onze werkzaamheden voor een belangrijk deel in te krimpen.' Het bestuur besluit geen algemene vergadering te houden 'in verband met de verschillende daaraan verbonden moeilijkheden.'

Op 12 september vaardigt het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen twee besluiten uit:

1) sportbeoefening in verenigingsverband is uitsluitend geoorloofd indien de desbetreffende vereniging is aangesloten bij een door het Departement van O. K. en W. voor elke tak van sport aangewezen leidende organisatie;
2) particulieren, commissies, comités en commerciële instellingen mogen geen wedstrijden, demonstraties of andere gebeurtenissen op sportgebied organiseren zonder toestemming van de leidende organisatie voor die betrokken tak van sport.

Deze besluiten leiden ertoe dat vrijwel alle in Nederland beoefende sporten onderdak zoeken bij de leidinggevende bonden. In de praktijk blijken de door het Departement van OK & W erkende leidende organisaties overeen te stemmen met het ledenbestand van het NOC.

De materiaalschaarste bij bonden en verenigingen neemt in de loop van het jaar verder toe, met name geldt dit voor kleding en schoeisel. In verband met de papierschaarste moeten de bondsorganen worden ingekrompen. 

Bron: Kroniek Olympische Spelen, NOC 75 (Elsevier 1987)