We staan aan de vooravond van de Olympische en Paralympische Spelen in Parijs – en de Oranjekoorts in Nederland loopt op. En, laat ik het nog één keer zeggen: we gaan naar Parijs om medailles te halen. Onze ambitie, nù en in de toekomst, is om in de top-10 van de wereld te staan qua sportprestaties. Geen misverstand over mogelijk!
Natuurlijk. We hopen met deze sportprestaties Nederland trots te maken. En met de verhalen over noeste trainingsinspanning, over winnen en verliezen, over emotie en ratio, Nederlanders te inspireren. Te inspireren om het beste uit jezelf te halen en uit de mensen om je heen. Daarom zetten we ook in op het vertellen van de verhalen over de weg naar die medailles. Want die zijn herkenbaar en menselijk.
Maatschappelijke impact
Waar het óók om gaat is het realiseren van ‘maatschappelijke impact’. Concreet bijdragen aan het net iets beter maken van de wereld. Dat zien we als een belangrijke plicht, als een opgave. We doen dat omdat we vinden dat we het moeten doen (noblesse oblige!). Daar willen we niet al te stoer over doen. Maar tegelijkertijd is het wel belangrijk dat die inspanningen zichtbaar worden, omdat we hopen daar óók mee te inspireren.
Wat we zoal doen? Het is soms klein en soms groot. We zetten allereerst in op de verduurzaming van onze eigen Parijse operatie. Sporters en staf gaan met de trein naar Parijs (met dank aan Eurostar) – en niet meer met het vliegtuig. In Parijs zelf gebruiken we fietsen van Gazelle en elektrische, hybride en waterstofauto’s van Toyota (Louwman). Atleten en coaches dragen tijdens de officiële momenten duurzame, modieuze kleding van het hippe jeansmerk Denham. Kleding die ook na de Spelen gebruikt zal worden. Duurzaamheid is immers niet alleen een kwestie van het kiezen van de juiste grondstoffen en recycling, maar vooral ook gaan voor een langere levensduur.
In onze TeamNL Huizen (Olympisch en Paralympisch), waar we tienduizenden Nederlandse fans zullen begroeten, zet zusterorganisatie Papendal in op een zo verantwoord mogelijke exploitatie. Gebruik van groene energie, minder plastic, lokaal geproduceerd voedsel en veel vegetarische opties, enzovoorts, enzovoorts. En verder: in het Olympisch TeamNL Huis zet Missie H2 (de coalitie van waterstofbedrijven in Nederland) een prachtige ‘inspirience’ neer over het thema waterstof en hoe het kan bijdragen aan de energietransitie en het behalen van de klimaatdoelen. Sport als podium voor verduurzaming en economische ontwikkeling dus.
Het verschil maken
Ook met betrekking tot de crew van het Huis proberen we het verschil te maken. Zo bieden we in het Olympisch TeamNL Huis de kans aan vijftig jongeren, uit het project Arnhem-Oost – de zogenaamde ‘moeilijke wijken’ – om ervaring op te doen waarmee ze, na terugkeer in Nederland, verder kunnen richting werk of opleiding. Dat doen we omdat we actief willen bijdragen aan eerlijke en gelijke kansen voor iedereen. Ook gaan we ons in Parijs inzetten voor een inclusievere arbeidsmarkt, omdat we zien dat te veel mensen met een beperking aan de kant blijven staan. Niet aan het werk komen. Samen met werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland, ministeries en maatschappelijke organisaties houden we daarom een sessie om te werken aan doorbraken. De sportieve prestaties van onze Paralympiërs gebruiken we daarbij als metafoor: laten zien wat er wél kan.
Maar we praten niet alleen, in Parijs zelf kwamen we al veel eerder in actie. Met de oprichting bijvoorbeeld van een District Spot – een inmiddels beproefd Nederlands concept – speciaal voor jonge meisjes in de banlieus, om hen de kans te geven samen te sporten. Dat doen we met de Nederlandse ambassade in Frankrijk en lokale organisaties. Net als fietslessen voor vrouwen, om hen uit hun isolement te halen én in beweging te krijgen. Op Nederlandse fietsen – tweedehands, maar wel degelijk. Die mogen ze houden als ze getraind en wel het verkeer in kunnen.
Kortom: we doen ons best om – ook in Parijs – de wereld een beetje mooier achter te laten. Want naast medailles en de verhalen, is bewust omgaan met mensen en middelen, voor ons óók scoren!
Marc van den Tweel, Algemeen directeur NOC*NSF