Waarde André,
Het Ginásio do Maracanãzinho in Rio de Janeiro kolkt. Zo’n tienduizend mensen in deze volleybaltempel kijken naar de halve finale China-Nederland tijdens de Olympische Spelen van 2016. En wij zijn er samen bij. De dames van bondscoach Giovanni Guidetti spelen tot nu toe een geweldig toernooi. Ik zit naast je op de tribune. TeamNL begint fantastisch. Ik zie hoe je intens meeleeft met wat er beneden op het veld allemaal gebeurt. Dan is het 1-1 in sets. We zitten niet ver van het veld en de spelersbank. Zwellende spanning. De boomlange Chinese dames lijken in de derde set net iets beter. Het krachtsverschil blijft minimaal. 29-27. Die set gaat naar China. Guidetti drentelt rusteloos heen en weer tijdens het wisselen van speelhelft. Dan loop jij, in je oranje TeamNL-jas, plots naar de boarding die de tribune en het veld van elkaar scheiden.Wat gaat hij nu doen, denk ik. Guidetti kijkt achterom en je roept hem iets toe. Guidetti luistert. De coach coacht de coach, denk ik.Een mooi sportmoment. Dan kom je weer naar boven en geniet je intens van het verder verloop van de wedstrijd in het kolkende stadion.
Bij jouw aanstaande afscheid als voorzitter van NOC*NSF moest ik aan dit voorval denken omdat het zo ongelooflijk je betrokkenheid bij de Nederlandse sport illustreert. Heel mooi.
Je wint nooit als er niets te verliezen is
De afgelopen weken, en vooral dagen, moet ik vaak terugdenken aan wat ik met jou de voorbije negen jaar allemaal heb meegemaakt in onze wondere wereld van de sport. En dat is nogal wat.
Dan sta ik bijvoorbeeld even stil bij ons bezoek aan de General Assembly van de European Olympic Committees (EOC) op 24 en 25 november 2017 in het Kroatische Zagreb. Jij zou daar worden gekozen als vicepresident van het EOC. Je was ervan overtuigd je Deense opponent gemakkelijk te zullen verslaan. We hadden, met een groepje betrokken collega’s de lobby goed gedaan.
Toch liep het allemaal anders dan verwacht. Toezeggingen van verschillende landen werden uiteindelijk niet nagekomen. Drie stemmen te kort. Ongeloof. Goh, wat was je boos en teleurgesteld. Balen. Ik zal de woorden hier maar niet herhalen die je toen uitsprak. Dat is ook internationale sportpolitiek. Toch wist je het van tevoren. Als ik meedoe kan ik ook verliezen. Je toonde je in die teleurstellende situatie een echte topsporter. Nam je verlies en keek weer direct naar voren. Nieuwe plannen, nieuwe vergezichten en gezamenlijke ambities. Je wint nooit als je niet weet wat verliezen is, zo leerde je mij verschillende keren. Ook dit keer. Je nek uitsteken, ambitie en initiatief nemen, verantwoordelijkheid nemen, leiderschap tonen. Groot denken ook.
European Games
Over groot denken gesproken André… Dat brengt mij bij ons initiatief om de European Games 2019 naar Nederland te halen. Dat leverde, naar mijn stellige overtuiging, een revolutionair plan op. In ieder geval bij onze buitenlandse collega’s. Mindblowing, riepen ze in koor toen ik onze plannen presenteerde bij een EOC-bijeenkomst in Turkije. We liepen vooruit op de Agenda 2020 van het IOC. Duurzaam, goedkoop, heel Nederland en zo. Misschien waren we onze tijd iets te ver vooruit, want we haalden de eindstreep uiteindelijk niet, wegens gebrek aan (politiek) draagvlak. Bovendien kregen we een draai om onze oren van onze eigen leden in het rapport ‘Neem de tijd als je haast hebt’. Toch kijk ik met een goed gevoel terug op dat initiatief en die periode. We hebben er bovendien heel veel van geleerd. Het moest zo gaan, blijkbaar. En wie weet wat er in de toekomst nog uit voortkomt. Het is toch niet raar dat een voorzitter en een directeur van een Olympisch comité ervan dromen om ooit Olympische Spelen te kunnen of mogen organiseren?
Je vroeg mij bijna tien jaar geleden om de NOS te verruilen voor het NOC, zoals jij NOC*NSF nog vaak noemde. Scheelt immers maar één letter. In een restaurantje in de Utrechtse Jan van Scorelstraat sloten we een pact. De eerste periode was bepaald niet gemakkelijk. Kerntakendiscussie, geheel terecht afgedwongen door onze bonden, al snel dalende inkomsten en in het begin een zeer onrustig NOC*NSF-bestuur. In die eerste periode heb ik mij weleens afgevraagd of ik de juiste keuze had gemaakt door van de media naar de sport over te stappen. Al die verschillende belangen, emoties en gebrek aan good governance. Ik had slapeloze nachten.
Een pact
Maar goed, we hadden een pact. Dus opgeven was geen optie. En ongelimiteerde wederzijdse loyaliteit. Langzaam maar zeker bouwen aan een toekomstbestendige sportinfrastructuur in Nederland. Daar droomden we samen van. Ben je nog altijd dankbaar dat jij je vanuit je bestuurlijke verantwoordelijkheid zeer hard hebt gemaakt voor het aanspreken van onze financiële reserves toen de inkomsten uit de Lotto in een spectaculaire vrije val terecht kwamen. Eerlijk is eerlijk, daar waren heel wat bestuurlijke discussies voor nodig. Maar jij hield voet bij stuk. "Wat moeten we met al die miljoenen op de bank", riposteerde je dan. En dat hielp mij. Terwijl het land zo’n 50 miljard moest bezuinigen konden wij redelijk ‘zacht landen’, zodat we konden blijven investeren in onze top 10 ambitie en in hogere sportdeelname vanuit onze overtuiging: we winnen veel met sport.
Ons pact werd naar mate de jaren vorderden steeds hechter. Het is belangrijk dat de voorzitter en de directeur elkaar goed begrijpen. Intern gedoe leidt immers alleen maar af van de prestaties. Daar zijn genoeg voorbeelden van te geven. Bewondering heb ik voor je tomeloze inzet en interesse in werkelijk alle sporten. Onopvallend, maar toch immer aanwezig. Of het nu om een Olympische finale gaat of om een uitnodiging van de motorrijders om een ochtendje op het circuit van Assen op een motor te gaan zitten tot een klootschietwedstrijd in de Achterhoek. Niets was je te veel.
Warm, betrokken, geïnteresseerd
Laatst vroeg ik je naar wat je je grootste nalatenschap vindt. Daar hoefde je niet lang over na te denken. Toch kwam je met een voor mij onverwacht antwoord. Niet over de topsportprestaties, niet over sportparticipatie doelstellingen of een goed geolied bestuur met de juiste mensen, of over het feit dat je je opvolger zelf hebt opgeleid of iets dergelijks. Niets van dat alles. Je zei: "Ik word er heel gelukkig van als ik de medewerkers van NOC*NSF blij hun werk zie doen. Hier op het ongelooflijk mooie Papendal. Dat geeft mij heel veel voldoening." Die zin is typisch voor wie je bent. Warm, altijd betrokken, geïnteresseerd.
Inmiddels ‘dien’ je de Nederlandse sport dit jaar exact vijftig jaar, waarin je ongelooflijk veel hebt bereikt. Begonnen als hockey international in 1969. In 1973 je sportieve hoogtepunt: wereldkampioen in Amstelveen. Daarna begeleider in de sport. Vlaggendrager tijdens de Spelen van Montreal in 1976; chef de mission van de Olympische Spelen in 1992 en 1996. Maar dan alleen onder de voorwaarden dat je voldoende geld kreeg om ook daadwerkelijk te kunnen presteren. Eigenlijk begon met jou de bouw aan onze top 10 ambitie. Daarna bestuurder. Eerst bij de hockeybond, die onder jouw leiding een spectaculaire groei meemaakte. En vervolgens bij NOC*NSF als bestuurder (ook van het Olympisch Plan 2028) en daarna vanaf 2010 als voorzitter.
Als je dit allemaal bij elkaar optelt kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat je de grootste sportfan bent van Nederland. "André is Sport", zeg ik dan ook met overtuiging.
We hebben samen veel meegemaakt. Te veel om hier allemaal te vertellen. Misschien moet de redactie van Andere Tijden Sport ons over een paar jaar, als we beiden in het rusthuis zitten, maar eens op komen zoeken. Dan hebben we nog wel een paar interessante verhalen te vertellen. Denk je ook niet?
Beste André, komende maandag komt een einde aan ons pact. Dat doet mij pijn. Dat mag je best wel weten. Gelukkig hoef ik met de komst van ‘onze eigen’ Anneke geen ‘nazorg’ voor mijzelf te regelen. En ongetwijfeld kan ik nog wel bij je terecht voor een goede raad. Zullen we dat afspreken? Je laat de Nederlandse sport in ieder geval in goede gezondheid achter. Daar mag je heel trots op zijn, wat mij betreft. Ik wens jou en de jouwen een hele mooie nieuwe gelukkige periode in je leven, waarin sport ongetwijfeld niet zal ontbreken.
Gerard Dielessen,
Algemeen directeur NOC*NSF