NOC*NSF Veilige Sport Column

De VOG als vanzelfsprekende basis

Marc van den Tweel 2 december 2022
De VOG als vanzelfsprekende basis

Het thema sociale veiligheid in een organisatie vraagt om leiderschap en moed. Het betekent ingrijpen in een sfeer en cultuur die vaak onbewust – al lang – te veel toelaat. In alle maatschappelijke sectoren, ook in de sport. Veel sportbonden hebben de moed om in te grijpen. Ze laten proactief onderzoek doen naar de ervaringen van leden met grensoverschrijdend gedrag, zowel emotioneel als fysiek.

Globaal zijn de resultaten steeds in lijn met die van eerdere, algemene prevalentie-onderzoeken over de sportcultuur: ja, er zijn ervaringen en incidenten. Ja, er zijn gevoelens van onveiligheid. Het zijn wake up-calls, net als de gevallen van grensoverschrijdend gedrag die het nieuws halen. Net als de stijging van het aantal dossiers bij het Centrum Veilige Sport (dit jaar al meer dan duizend).

Grijze gebied
De sportsector heeft nog een weg af te leggen. Langs interne discussies, publieke oordelen is ze op weg naar een normenkader voor het grijze gebied waar in de sport geen regels voor gelden.

Al langer moeten werkgevers in het onderwijs en de kinderopvang een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) vragen aan iedere medewerker. Ze kennen aanspreekpunten en vertrouwenspersonen. In de sport hoeven clubs en verenigingen echter helemaal niets formeel te regelen of vragen. Niet aan coaches, niet aan begeleiders, niet aan vrijwilligers en niet aan professionals.

We hebben in Nederland 24.000 sportverenigingen. Ze vormen het derde opvoedingsmilieu, naast familie en school.
Marc van den Tweel

We hebben in Nederland 24.000 sportverenigingen. Ze zijn de pijlers onder een rijke en unieke sport- en bewegingscultuur. Ze vormen het derde opvoedingsmilieu, naast familie en school. Het zijn gemeenschappen waar kansengelijkheid het uitgangspunt is en waar je vriendschappen opbouwt. Ze drijven op duizenden vrijwilligers en – als de kas het toelaat – enkele professionals.

Miljoenen kinderen en jongeren bouwen hier – als het goed gaat – de routine op om ook als volwassene te blijven sporten. Om plezier in sport en bewegen te houden in een periode van hun leven die cruciaal is voor zelfvertrouwen en vertrouwen.

Vragen we als samenleving aan al die duizenden begeleiders van de jeugd in deze omgeving voldoende pedagogische basis? Vragen we of ze in staat zijn pestgedrag te herkennen en tegen te gaan? Vragen we om een simpel formulier in te vullen waarmee ze aantonen een correct verleden te hebben?

Ongemakkelijk
Tot op heden niet. De vraag is: waarom niet? Het antwoord is gelaagd. De sportsector is gebouwd op en door vrijwilligers. Veel, heel veel gaat goed. Met grote inzet en dito enthousiasme. Het gaat om mensen met passie voor de sport die graag anderen ondersteunen in hun sportplezier. Gaan we ze nog meer vragen – scholing, administratieve handelingen – terwijl het al moeilijk genoeg is om zulke goede mensen te verbinden aan je club?

Het kan in een vereniging ook ongemakkelijk zijn. Net zo ongemakkelijk als het op individueel niveau aanspreken van die aanmoedigende, schreeuwende ouder langs de lijn… Ja, het is voor iedereen moeilijk om iemand die je amper kent aan te spreken op het sociale gedrag. Maar juist daarom moeten we een sociaal-veilig klimaat in de sport vanzelfsprekend maken. Met uitgangspunten, regels, normen, gesprekken en wat mij betreft verplichtingen die we elkaar – op basis van ons moreel kompas – durven op te leggen. Uitgesproken commitment aan een sociaal-veilig klimaat kan het ongemak wegnemen.

Vragen we aan al die duizenden begeleiders van de jeugd in de sport voldoende pedagogische basis? Vragen we of ze in staat zijn pestgedrag te herkennen en tegen te gaan? Tot op heden niet.
Marc van den Tweel

Het helpt dat ook minister Helder van Sport sinds kort pleit voor een VOG-plicht voor de gehele sport in het Nationaal Sportakkoord.

Wat NOC*NSF betreft maken we als sector de volgende afspraken: verplicht een VOG voor iedereen die direct werkt met groepen kinderen en jongeren (wordt nu al gratis aangeboden), een gedragscode, een vertrouwenscontactpersoon en een basistraining pedagogische vaardigheden voor trainers en coaches (de online training hiervoor bestaat al en is eveneens gratis beschikbaar).

We hebben een waanzinnig mooi en fijnmazig sportlandschap, dankzij al die verenigingen met hun vaak lange historie en grote maatschappelijke betekenis. Laten we samen concrete stappen zetten naar een sportcultuur die een sociaal-veilig klimaat zichtbaar en bespreekbaar maakt. Ik durf te wedden dat die schreeuwende ouder langs de lijn dan ook langzaam verdwijnt.

Marc van den Tweel 
Algemeen directeur NOC*NSF

Deel dit artikel op social media: