Tijdens het online event CIOSNL 'Leaders in sport!' kwamen op 21 april sport- en beweegcollega’s uit heel Nederland samen met als doel duurzaam bewegen richting een sportieve, sociale en gezonde samenleving. Tijdens de middag voor zowel het onderwijs als de sport werden onder andere workshops, tafelgesprekken en een netwerkcarrousel georganiseerd. KNGU-docent en examinator Kim van Olst en CIOS-docent Ronald den Heijer delen hun ervaringen.
Hoe heb je de CIOSNL dag ‘Leaders in Sport’ ervaren?
Kim: "Het was een heel leuke middag. Vooral wat betreft uitstraling en energie vond ik het aantrekkelijk. Je zit toch best lang achter je scherm, maar door de opzet en de afwisseling was het heel leuk."
Ronald: "Het was heel professioneel gedaan. Het valt niet mee om een online event technisch zo goed voor elkaar te krijgen. Er was veel afwisseling met interviews, stellingen, quizjes en een de netwerkcarrousel. Daar was echt goed over nagedacht."
Welke workshops hebben jullie gevolgd en wat vond je ervan?
Kim: "Ik heb de workshops ‘Gezonde sportomgeving’ en ‘De kracht van bewegen’ gevolgd. Daarin werd duidelijke informatie gegeven en er was goede energie. Ik vond ‘De kracht van bewegen’ wat oppervlakkiger, daar had nog wel een slag gemaakt mogen worden wat mij betreft in diepgang. Had ik zeker interessant gevonden. Maar wel mooi dat je bijvoorbeeld aan de hand van stellingen echt getriggerd werd om over bepaalde zaken na te denken."
Ronald: "Ik volgde ‘Veilig sportklimaat’ en ‘Wie coacht de coach’. Dat waren echt goede interessante workshops waar veel verdieping in zat. Je leest natuurlijk vaak over bijvoorbeeld veilig sportklimaat, maar nu was alles heel goed onderbouwd vanuit wetenschappelijk onderzoek. En bij ‘Wie coacht de coach sprak Francesco Wessels, Teamleider Prestatiemanagement bij NOC*NSF, echt vanuit zijn vak. Dat is echt ontzettend interessant."
"Het spreekt mij als docent natuurlijk aan als mensen met knowhow praten over iets waar ze echt verstand van hebben. Wat ik miste was wat meer interactie met elkaar. Als je in een zaal zit krijg je misschien een gesprek over een onderwerp en worden er gemakkelijker vragen gesteld. Maar dat is een logisch gevolg van de manier waarop het nu georganiseerd moet worden.’’
Wat heb je geleerd tijdens het online event?
Kim: "Ik heb van de workshop ‘Gezonde Sportomgeving’ geleerd dat er heel veel aanbod is, maar dat mensen dat niet altijd weten te vinden. Daarom is het goed dat er binnen sportopleidingen aandacht komt voor hoe je ook andere doelgroepen bereikt."
Ronald: "De workshop ‘Veilig sportklimaat’ heeft mij laten zien dat heel veel zaken niet vanzelf gaan. Voor ons als docent in het onderwijs is het heel logisch dat je pedagogisch functioneert. Zo ben je opgeleid en dat is een automatisme. Maar de cijfers zijn schokkend. Twee derde van de jonge sporters krijgt te maken met intimidatie. Dat is onvoorstelbaar. Het opende wel mijn ogen dat we daar expliciet aandacht aan moeten besteden. Van de workshop ‘Wie coacht de coach’ blijft me vooral bij dat je in een structuur moet inregelen dat een trainer ook getraind moet worden. En dat mag niet vrijblijvend zijn."
Wat vond je ervan dat ‘de sport’ en ‘het onderwijs’ op deze manier bij elkaar werden gebracht?
Kim: "Het was een mooie combinatie. En dankzij bijvoorbeeld de netwerkcarrousel, waarbij je aan iemand gekoppeld werd om kort mee te praten, was er interactie. Dat was mooi en zeker waardevol."
Ronald: "Je kan bijna geen sportdocent zijn zonder dat je zelf in een sport een rol hebt. Zo ben ik docent turnen bij CIOS Heerenveen, maar ben ik ook actief bij turnverenigingen. Dat geldt ook voor mijn tennis- en voetbalcollega’s. De meesten hebben ook een relatie met een club. En vaak zijn ze ook werkzaam als opleider voor die sportbond. Dus vanuit ons is die link heel logisch. En het gaat uiteindelijk allemaal om hetzelfde, de inhoud is voor iedereen interessant."
Zijn onderwijs en sport twee verschillende werelden als het gaat om opleiden?
Kim: "Op scholen gaan dingen wel anders dan in de opleidingen van de KNGU. Maar het is geen aparte wereld. Ik ben echt een sportdocent, maar de connecties met het onderwijs zijn nooit ver weg. Er zijn veel overeenkomsten. Soms moet in de examinering bijvoorbeeld aan andere voorwaarden worden voldaan, of er zijn andere lesvoorbereidingen. Maar de basis is hetzelfde."
Ronald: "Een voltijdsstudent krijgt bij ons natuurlijk een breder opleidingspakket dan iemand die een opleiding bij een bond volgt. En wij hebben altijd 16 à 17 jarige studenten. Bij de bond is dat een veel bredere doelgroep met verschillende opleidingsniveaus en in een verschillende fasen van hun leven. Maar als ik vanuit het oogpunt van de docenten kijk, is er geen verschil. We hebben heel veel generieke thema’s die voor iedereen interessant zijn. Wie ook waar in de sport werkt had bijvoorbeeld zo naar al de workshops van dit event gekund, want die zijn zo generiek."