'De sportdeelname bij kinderen is echt extreem achteruit gehold'
Reemt Borcherts 4 juni 2020De Nederlandse sportwereld kwam tijdens de coronacrisis tot stilstand. Clubs gingen op slot, velden en hallen werden verboden terrein. De lockdown laat zijn sporen achter bij sporters en hun clubs. Met onze manager sportparticipatie Richard Kaper kijken we naar de impact van de sportloze periode en gaan we in op de belangrijkste conclusies uit het vandaag verschenen rapport ‘Zo sport Nederland’.
In april zijn er 1,3 miljoen mensen in ons land minder gaan sporten. Was jij verrast door dat aantal?
"Ja en nee. Ik had een fikse daling wel verwacht, het aantal is natuurlijk heftig. Maar bedenk eens dat er twee miljoen mensen geregeld aan fitness doet, één miljoen wekelijks zwemt en honderdduizenden volwassenen regelmatig tennissen. Die konden in april niet terecht bij hun favoriete sportschool of tennisclubs, die waren immers allemaal dicht. Een grote groep gaat dan kennelijk op zoek naar wat wel kan. Die uit zijn bewegingsbehoefte op een andere manier en wil blijven sporten. Dat is een hoopvolle ontwikkeling. Je ziet zelfs dat de volwassen die gewoonlijk al meer dan eens per week sportten, tijdens de lockdown dit nog vaker zijn gaan doen."
De pijn zit tijdens de coronacrisis bijvoorbeeld vooral bij de minder fanatieke volwassenen. De mensen die niet supergemotiveerd waren, zijn sneller afgehaakt.
Waar zit de pijn?
"Bij bijvoorbeeld de minder fanatieke volwassenen. De mensen die niet supergemotiveerd waren, zijn sneller afgehaakt. Die missen bijvoorbeeld de gezelligheid van hun hardloopgroep, badmintonvereniging of biljartclub en gaan vervolgens niet individueel aan de slag. Ze worden ook niet op sleeptouw genomen. Het vervelende is dat juist deze groep het sporten en bewegen vaak zo nodig heeft. Zij worden minder vitaal door het gebrek aan sport. Een andere doelgroep die hard geraakt wordt, zijn de kinderen. De sportdeelname bij hen is echt extreem achteruit gehold."
Leg uit?
"Een jaar geleden sportte in april 85 procent van de kinderen tot twaalf jaar minimaal één keer per week. Dat is een prachtig percentage, we doen met die score mee met de wereldtop. Dat komt mede omdat we zulke mooie sportclubs hebben, waarin sport wordt gefaciliteerd op ieders eigen niveau. Afgelopen maand sportte nog maar 35 procent van deze leeftijdscategorie. Dat komt voornamelijk omdat we niet meer op de clubs terecht konden. Die goede begeleiding is essentieel. Je kunt zelf met je kind gaan hardlopen en voetballen, maar het is waanzinnig moeilijk ze te motiveren en om daar structuur in te houden. Daarnaast komen nog de didactische en pedagogische vaardigheden. Trainen en coachen is echt een vak. Als ouder kan je dat, ondanks al je goede bedoelingen, niet nabootsen."
Heb je dat zelf als ouder ook zo ervaren?
"Ja… Ik had het voornemen om tijdens de coronacrisis om de twee dagen een kwartier hard te lopen met mijn dochter. Het kwam er helaas meestal niet van; het is slechts drie keer gelukt. Zonder sportclubs wordt er echt significant minder gesport. Dat statement kunnen we wel maken."
Hoe belangrijk is het dan, dat sommige sportclubs eind april, begin mei, weer open konden?
"Inderdaad, sommige clubs. Het is natuurlijk mooi dat bijvoorbeeld de voetbal-, tennis- en atletiekclubs weer wat mochten. Daar is ook direct en fanatiek op ingespeeld. Maar we moeten er echt niet aan voorbijgaan dat grote jeugdsporten als gymnastiek en judo nog steeds stilliggen. Ook een populaire, nieuwe sport als boulderen kan nog steeds niet. Dan heb je het over 300.000 kinderen tot achttien jaar die nog steeds thuiszitten. Voor hen is het echt noodzakelijk dat ook de binnensportverenigingen per 1 juli open mogen."
"Momenteel kun je nog spreken van een heel lange zomerstop. Maar hoe langer het duurt, hoe meer tijd het voor sporters kost om hun oude vorm weer te hervinden. Dit is met name voor fanatieke sporters en jeugdige talenten extra zuur. Zie het als terugkomen van een blessure. De impact van zo’n lange pauze kan dus heel groot zijn voor de kinderen die voorheen drie, vier keer per week trainden. En dan hebben we het nog niet eens over de financiële schade van de clubs."
Eet gezond, slaap goed, voorkom stress en blijf bewegen. Dat kwartet hoort bij elkaar. Een actieve leefstijl is de sleutel voor een sterk immuunsysteem, het beste medicijn.
Corona doorbrak een lijn die we als land de laatste jaren hebben ingezet. We zijn steeds meer gaan sporten.
"Het is spannend om straks te zien of iedereen dat weer doet, zoals voor de coronacrisis. Durft iedereen weer naar zijn of haar oude sportvereniging of naar de fitnessschool te gaan? Het is net als in de horeca: een grote groep staat te trappelen om naar binnen te mogen, maar er is ook een deel dat liever nog even afwacht. Wij geloven heilig dat sport helpt om je te wapenen tegen ongezondheid in het algemeen en het coronavirus in het bijzonder. Eet gezond, slaap goed, voorkom stress en blijf bewegen. Dat kwartet hoort bij elkaar. Een actieve leefstijl is de sleutel voor een sterk immuunsysteem, het beste medicijn. Met die boodschap willen we de komende maanden samen met de sportbonden ook flink naar buiten treden in onze gezamenlijke campagnes en in de Nationale Sportweek. Ga weer sporten, kom terug in dat ritme, dat moedigen we aan. Want sport, dat doet iets met je."
Het rapport ‘Zo sport Nederland’ blikt terug op de periode 2013-2019. Wat is wat jou betreft het grootste verschil tussen die twee jaren?
"Dat het steeds gewoner is geworden om te gaan sporten. Leeftijd en afkomst spelen steeds minder een rol wanneer je wil gaan sporten. De verschillen in sportdeelname tussen opleidingsniveaus en inkomens is kleiner geworden. Dat is natuurlijk geweldig én een bevestiging van de koers waarop we inzetten met bonden. Kinderen sportten al veel en zijn dat blijven doen. Maar in oudere leeftijdsgroepen, daar zit de groei. Neem de oudste doelgroep bijvoorbeeld, tussen de 65 en 80 jaar. Daar sport nu 59 procent. Dat was zes jaar terug tien procent minder. Er wordt ook steeds bewuster omgegaan met deze doelgroep: er worden specifieke sportvormen bedacht die nog wel uitvoerbaar zijn op hoge leeftijd. Walking football bijvoorbeeld. Daar had zeven jaar geleden nog niemand van gehoord. Ook het aantal wandelcoaches is gigantisch toegenomen, waardoor de wandelsport ook een enorme vlucht heeft genomen."
Totdat corona kwam…
"Tsja. Nu zitten we in een tijdelijke dip, denk ik. Maar die sportdeelname gaat weer bijtrekken. Die trend gaat zich echt weer voortzetten. Maar hoe lang het duurt voordat dit gebeurt, dat is de vraag."
Over trends gesproken; uit het rapport blijkt dat yoga en boksen veel terrein hebben gewonnen. Daarnaast is het ongeorganiseerd sporten populairder geworden. Welke ontwikkeling viel jou op?
"Dat licht en matig intensief sporten is toegenomen, zoals bijvoorbeeld wandelen. Dat is ook te verklaren, als je beseft dat ouderen meer zijn gaan sporten. Ik zou dan ook de bonden die willen groeien, oproepen naar die groep te kijken. Verzin varianten, zoals walking football, die niet te veel inspanning kosten en flexibel te beoefenen zijn. Je merkt dat de definitie tussen sport en bewegen verschuift. En dat is niet erg. Het hoeft niet altijd harder of fanatieker. En wat ik een opvallende trend vind: de opkomst van padel. Een tennisvorm die overgewaaid is uit Spanje. Als je goed je ogen en oren openhoudt in andere landen en je introduceert dat op een slimme manier in Nederland, dan heb je ook een groeikans. In Amerika wordt nu buiten een soort kaatsen gespeeld, handball heet het. Dat kan een nieuwe hype zijn."
Wat opvalt is dat licht en matig intensief sporten is toegenomen. Ik zou bonden oproepen hierop in te spelen door varianten te verzinnen die niet te veel inspanning kosten en flexibel te beoefenen zijn.
Ondertussen daalt het aantal verenigingen. Is dat zorgelijk?
"Nee, niet per se. De trend is dat er meer grotere verenigingen ontstaan. De clubs die overblijven worden sterker. Er moet in een gemeente, stad of regio natuurlijk wel voldoende keuze zijn. Diversiteit is ook belangrijk, maar een gemiddelde stad is beter af met tien toekomstbestendige en zelfredzame voetbalclubs dan met zeventien kleinere die elke dag knokken om te overleven. Als het grotere sportclubs lukt om vast te houden aan de sfeer en cultuur die hen kenmerkt én tegelijkertijd in staat zijn om te professionaliseren, dan is dat een winnende combinatie. En dit alles met voldoende ledenbetrokkenheid en vrijwilligers. Dit lukt alleen als je groot genoeg bent en een bepaalde, vaste omzetgarantie hebt."
Tot slot: is september nu de stip aan de horizon waarop we afkoersen als sportland?
"Ik zou graag een tussenstip zien: zo snel mogelijk, uiterlijk per 1 september, weer zo normaal mogelijk sporten. En dan snel die stijgende lijn weer te pakken krijgen. Als we in september niet verder zijn dan nu, is dat vrij rampzalig. Dan belanden we opnieuw in een crisis. We doen er alles aan om dat te voorkomen."