Ondanks een onafgebroken aaneenschakeling van digitale bijeenkomsten over de gevolgen van de coronacrisis kom ik soms een ‘oude afspraak’ in mijn agenda tegen. En duikt er een onderwerp op dat mij doet beseffen dat ik, en wij allemaal, in een geheel andere en onwerkelijke wereld terecht zijn gekomen. Soms is zo’n oude afspraak om wat voor reden dan ook niet gedeletet.
Zo werd ik er nu aan herinnerd dat deze week eigenlijk het Eurovisie Songfestival zou worden gehouden in ons land, in Rotterdam. Ik was uitgenodigd door de NOS om komende zaterdag naar de finale te komen in Ahoy. En even, misschien maar een milliseconde, dacht ik: leuk! Een mooie avond aan het einde van een drukke werkweek. Want het stond er echt: zaterdag 16 mei, Eurovisie Songfestival.
Nou moet ik bekennen dat er grotere Songfestival-fans zijn dan ik. Toch ben ik jarenlang (tussen 2003 en 2010), als algemeen directeur van de NOS, verantwoordelijk geweest voor de uitzending van dit evenement. En ik heb daar toen best plezier in gekregen. Het Songfestival hoorde niet bij de nieuwstak en ook niet bij de sport. Dus moest ik mij er met een (te) laag budget jarenlang over ontfermen. Een tamelijk kansloze operatie, die ik met goede hulp van Cornald Maas en Paul de Leeuw en een aantal toegewijde NOS-medewerkers zo goed mogelijk trachtte in te vullen in deze wondere wereld van glitter en glamour. Ik herinner mij dat we in die tijd Europa ingingen met onder andere Glennis Grace, Treble, Hind en De Toppers (met wie ik trouwens ongelooflijk veel lol heb gehad in Moskou). Niet een keer haalde we onder mijn leiding de finale.
We moeten niet vergeten ook naar voren te kijken. Bedenken hoe de wereld straks tevoorschijn komt uit deze crisis en hoe we daar nu op moeten anticiperen
Gerard Dielessen
Vlak voor mijn vertrek als NOS-directeur kwam ik gelukkig met de TROS tot overeenstemming over een uitzonderlijke transfer. ‘Doen jullie het maar. Jullie hebben veel meer muziek- en amusementservaring dan wij bij de NOS.’ Na vele decennia verhuisde het evenement van de NOS naar de TROS na een paar stevige onderhandelingen. En sindsdien is Nederland bijna onafgebroken succesvol met hoge klasseringen, te beginnen met Anouk die in 2013 haar nek uitstak met het prachtige Birds en in de top tien eindigde. En vorig jaar dan uiteindelijk een Nederlandse overwinning. Duncan Laurence zong in Israël overtuigend Arcade naar de zege.
Uit de crisis innoveren
De les die ik destijds leerde: in tijden van crisis (want dat was echt het geval met het Songfestival in de ogen van het miljoenenpubliek in Nederland) moet je out of the box durven denken. Dwarse en dwaze stappen willen zetten. Of zoals minister Wiebes het vorige week treffend op televisie zei: ‘dan moet je je uit de crisis zien te innoveren.’ En daar ben ik het helemaal mee eens.
Dinsdag had ik hierover een zeer interessant gesprek met twee oud-omroepcollega’s die nu bij de Sportinnovatiestudio werken. Roeland Stekelenburg en Erwin Blom. Zij zijn een reeks wekelijkse gesprekken begonnen onder de titel ‘Sportinnovatie Talks’. Ik was hun eerste gast en we spraken vooral over wat we van deze crisis kunnen leren; over wat we straks mee kunnen nemen naar het nieuwe normaal, of de nieuwe moraal. Ik liet hen weten dat het mij opvalt dat we na acht weken intelligente lockdown toch nog heel vaak op de ‘korte baan aan het schaatsen zijn’.
Vooral energie stoppen in het oplossen van de problemen van nu, wat op zich zeer begrijpelijk is, maar zeker niet voldoende. We moeten niet vergeten ook naar voren te kijken. Bedenken hoe de wereld straks tevoorschijn komt uit deze crisis en er dan uitziet. Hoe we daarop nu moeten anticiperen en hoe we moeten blijven nadenken, debatteren en vernieuwen. Hoe we ons uit deze crisis kunnen innoveren, met andere woorden. Mooie beeldspraak van Wiebes, trouwens.
Nieuwe fundamentals
Ik denk dat het de hoogste tijd wordt dat we de workarounds die we nu hebben bedacht, moeten evalueren en waar dat kan moeten omzetten in een reguliere werkwijze op basis van een aantal nieuw te formuleren uitgangspunten. Nieuwe fundamentals, waarmee we een effectievere, efficiëntere en met name een duurzamere bijdrage leveren aan onze mooie samenleving. Minder verplaatsingen bijvoorbeeld. Meer, maar zeker niet alleen, videomeetings, aanpassingen van competitieformats en nieuwe digitale competities of trainingen.
Het wordt nu allemaal bedacht. In de VS is de ‘spinning-bike peloton’ een hype. Een soort smart spinning-bike waarmee je vanuit huis via de peloton-app met heel veel anderen kunt meedoen aan goed opgebouwde en geïnstrueerde lessen. Misschien een idee voor de fitnessbranche? Zwift is zo’n andere (in Nederland) populaire tool.
Ons huis wordt in deze tijd sowieso omgebouwd tot een fitnesscentrum, een bioscoop, een school, en een restaurant, zo lijkt het wel. Wat kunnen we daaruit, vanuit ons sportperspectief leren, vraag ik mij af. Hoe kunnen we hierop inspelen en relevant blijven? Daarover en nog veel meer ging het tijdens de eerste Sportinnovatie Talks, waar kijkers direct in de uitzending konden reageren en vragen stelden. Mooi format.
Gerard Dielessen
Algemeen directeur NOC*NSF