Frits van Tuyll van Serooskerken
Naam: Frits baron van Tuyll van Serooskerken
Geboren: 27 maart 1851 in Amsterdam
Overleden: 13 februari 1924 in Den Haag
Voorzitter van het NOC van 11 september 1912 tot 13 februari 1924.
Lid van het IOC van februari 1898 tot 13 februari 1924.
Frederik Willem Christiaan Hendrik baron Van Tuyll van Serooskerken was een edelman met een bijzonder vooruitstrevend sociaal (sport)hart. Of het nu om mens of dier ging, de baron ontfermde zich om ieder achtergesteld wezen. Daarbij was hij een pionier op het gebied van lichamelijke oefening. Hij is een van de aartsvaders van het NOC.
Zijn sociale engagement richtte zich van de vaak in ellendige omstandigheden levende trekhond, tot vluchtelingen die tijdens de Eerste Wereldoorlog berooid de Nederlandse grens overkwamen. Van Tuyll heeft zijn naam echter vooral gevestigd door zijn inspanningen om sport en lichamelijke oefening in Nederland op de kaart te zetten.
Adellijke sporten
Als sportman deed de baron zelf aan ‘adellijke’ sporten, zoals paardrijden, golf, schieten en zeilen. Van Tuyll was in 1898 de eerste Nederlander die in het Internationaal Olympisch Comité werd benoemd. Hij raakte goed bevriend met een andere baron, Pierre de Coubertin, de geestelijk vader van de moderne Olympische Spelen. Mede onder zijn invloed ontwikkelde van Tuyll zich in der loop der jaren tot één van de grondleggers van de moderne sport in Nederland.
Hij slaagde er in om met de belangrijkste sportbonden een vergadering te organiseren over eventuele deelname aan de Olympische Spelen van 1904. Zoiets was nog nooit eerder gebeurd in Nederland. Die bijeenkomst was op 5 maart 1902 in hotel Krasnapolsky in Amsterdam.
Onder meer de roeiers, zeilers, cricketers, zwemmers, atleten en schaatsers luisterden naar Van Tuyll, die sprak over de 'Olympische feesten', die in 1904 in Chicago zouden worden gehouden. Om de bonden te overtuigen hieraan mee wilden doen zegde hij een oorlogsschip toe om de deelnemers te vervoeren! 'Alle deelnemers wordt gratis reiskosten heen en weer aangeboden', beloofde hij verder. De bonden zegden toe deze uitnodiging in eigen kring verder te bespreken.
Zonder dat Van Tuyll er echter iets van afwist besloot het IOC eind 1903 om de Spelen van 1904 naar St. Louis te verplaatsen, waarmee alle beloftes vervielen. Geen oorlogsschip, geen reiskostenvergoeding - niets. Nederland stuurde daarom toch geen afvaardiging naar de Verenigde Staten.
Koninklijke steun
Een doorbraak voor Van Tuyll vond plaats in mei 1907, toen het IOC een vergadering organiseerde in Den Haag, de eerste op Nederlands grondgebied. Van Tuyll was belast met de organisatie, waarvoor hij zelfs koninklijke steun kreeg.
In datzelfde jaar, op 14 december, werd het NOC opgericht met Van Tuyll als voorzitter - vijf jaar voor de officiële start! 'Dat comité zal in de eerste plaats te zorgen hebben dat er "dubbeltjes" binnenkomen', aldus de Leeuwarder Courant. Dat geld was nodig voor het sturen van een Nederlandse afvaardiging naar de Spelen van 1908 in Londen.
Op 11 september 1912 veranderde er iets fundamenteels bij het NOC, want nadat sportofficial C.A.W. Hirschmann de behoefte had uitgesproken om meer structuur aan te brengen, werd er een commissie gevormd voor het vastleggen van de statuten en het huishoudelijk reglement. Op 12 december 1912 was alles geregeld, zo schreef het Algemeen Handelsblad:
'Thans zijn in de "Staatscourant" opgenomen de statuten van de Vereniging Het Nederlandsch Olympisch Comité. De vereenging is aangegaan voor een tijdvak van 29 jaren, aanvangende de dag der oprichting, 11 September 1912.'
Nationale Olympische Spelen
De baron was nu definitief in de ban van de olympische beweging. De Spelen van 1916 gingen vanwege de Eerste Wereldoorlog niet door. Daar liet Van Tuyll zich echter niet door uit het veld slaan. Nederland was ten slotte neutraal tijdens deze oorlog, dus organiseerde hij gewoon zelf de zogenaamde Nationale Olympische Spelen in Amsterdam. In augustus en september 1916 vonden er in de hoofdstad in diverse takken van sport wedstrijden plaats: atletiek, boksen, cricket, gewichtheffen, golf, hockey, honkbal, kaatsen, korfbal, tennis, roeien, schermen, schieten, voetbal, wielrennen, worstelen, zeilen en zwemmen.
Het evenement was een sportief en organisatorisch succes en vormde een mooi startpunt voor het naar Nederland halen van de echte Olympische Spelen. In 1921 was het zover: de Spelen van 1928 werden daadwerkelijk aan Amsterdam toegewezen. De baron zou het helaas niet meer meemaken. In de winter van 1924 liep hij een zware longontsteking op en op 13 februari van dat jaar overleed hij.
Uit dank voor het werk van deze ‘Sportvader’ werd voor het Olympisch Stadion een standbeeld geplaatst. Een plein en straat tegenover dit stadion zijn naar hem vernoemd.
Bronnen:
• www.sportgeschiedenis.nl