Olympische Winterspelen van Grenoble 1968
Plaats: Grenoble, Frankrijk
Datum: 6-18 februari 1968
Aantal deelnemende landen: 37
Aantal deelnemende atleten: 1.158, van wie 211 vrouwen
Officieel geopend door: Charles de Gaulle, president van Frankrijk
Olympische eed afgelegd door: Leo Lacroix (alpineskiën)
Laatste fakkelloper: Alain Calmat (kunstrijden)
Nederlandse deelnemers: 9, van wie 5 vrouwen
Nederlandse chef de mission: W.H.J. jhr Quarles van Ufford
Nederlandse vlaggendrager opening: Stien Kaiser (schaatsen)
Van 1956 tot een met 1964 kwamen de beide Duitslanden op aanwijzing van het IOC met een gezamenlijke ploeg uit, zeer tegen de zin van Oost-Duitsland. In 1968 bleek dat niet meer houdbaar. Het IOC stond de DDR toe met een eigen ploeg deel te nemen, wat weer zeer tegen de zin van West-Duitsland was. De animositeit tussen beide landen ontlaadde zich bij het rodelen.
De Oost-Duitse vrouwen hadden na drie van de vier ritten de leiding stevig in handen. Op aandringen van een West-Duitse official werden voor de vierde rit de sleden van de Oost-Duitse vrouwen gecontroleerd. De ijzers daarvan bleken, in strijd met de regels, verwarmd. De Poolse wedstrijdleider bepaalde dat de sleden in de sneeuw moesten worden afgekoeld en stond de Oost-Duitse vrouwen daarna toe te starten. Zij bezetten vervolgens de eerste, tweede en vierde plaats. Maar de West-Duitsers hadden inmiddels bij de jury aangedrongen op diskwalificatie van de DDR. En dat gebeurde. De Oost-Duitse ploegleiding was razend.
Dikke mist
De Fransman Jean-Claude Killy evenaarde het kunststuk van Toni Sailer in 1956 door alle alpinenummers te winnen. Maar enig geluk had hij daarbij wel. De slalom werd in dikke mist geskied. 'Je kon nauwelijks je eigen schoenen zien', zoals een journalist schreef. Het ging tussen Killy en de Oostenrijker Karl Schranz om de zege. Killy werd aanvankelijk tot winnaar uitgeroepen omdat Schranz eenvoudig de finish niet bereikte. Bij het 22ste poortje had hij de strijd gestaakt omdat er ineens een schim op zijn pad kwam: een politieman had zich op het parcours begeven.
Schranz mocht overskiën en maakte nu een snellere tijd dan Killy. Maar daarmee was men er nog niet. Franse officials beweerden dat Schranz tijdens zijn eerste race voor de 22ste poort al poortjes had gemist en dus nooit had mogen overskiën. De vijf juryleden trokken zich voor beraad terug en na urenlange discussie besloten de heren met 3-2 dat Schranz uit de uitslag moest worden geschrapt. Het goud ging alsnog naar Killy.
Voor het eerst toonde Nederland volop zijn kracht als schaatsnatie. Kees Verkerk werd olympisch kampioen op de 1.500 meter (in 2.03.4), met Ard Schenk vlak achter hem op de tweede plaats. Op de vijf kilometer moest Verkerk (7.23.2) alleen de Noor Fred Anton Maier (7.22.4) voorrang verlenen. Peter Nottet werd op deze afstand derde. Bij de vrouwen triomfeerde Carry Geijssen (1.32.6) op de 1.000 meter en Ans Schut op de drie kilometer (4.56.2). Allround wereldkampioene Stien Kaiser werd op de 1.500 meter en de drie kilometer derde.
Medailleoverzicht
1. Noorwegen 6 6 3
2. Sovjet-Unie 5 5 3
3. Frankrijk 4 3 2
4. Italië 4 0 0
5. Oostenrijk 3 4 4
6. Nederland 3 3 3
Nederlandse erelijst
Goud (3)
Carry Geijssen, 1.000 meter dames (schaatsen)
Kees Verkerk, 1.500 meter (schaatsen)
Ans Schut, 3.000 meter (schaatsen)
Zilver (3)
Carry Geijssen, 1.500 meter dames (schaatsen)
Ard Schenk, 1.500 meter (schaatsen)
Kees Verkerk, 5.000 meter (schaatsen)
Brons (3)
Stien Kaiser, 1.500 meter en 3.000 meter dames (schaatsen)
Peter Nottet, 5.000 meter (schaatsen)