Sportdeelname Inclusie

Romario Biswane: “Als je jarenlang hoort wat je allemaal bent, ga je dat zelf ook geloven"

10 april 2025
Als je jarenlang hoort wat je allemaal bent, ga je dat zelf ook geloven

Kwetsende opmerkingen over zijn huidskleur en handicap – hij hoort ze al zijn hele leven. Het tastte zijn zelfbeeld aan, vertelt rolstoelbasketballer Romario Biswane (36). Nu zet hij voor het eerst stappen om zichzelf terug te vinden. Zijn advies aan teamgenoten? “Spreek je uit in de groep als je racistische opmerkingen hoort.” 

Een overwinning was het, vertelt Romario, die al vanaf zijn achtste rolstoelbasketbalt. Voor het eerst zei hij, nu een paar weken geleden: “Ik vind die opmerking niet leuk.” Het klinkt misschien als een simpele zin, maar nooit eerder kwam hij op die manier voor zichzelf op wanneer hij op het veld racistische grapjes hoorde. Waar het om ging? Een opeenstapeling van misplaatste opmerkingen. “Opmerkingen over mijn uiterlijk die duidelijk naar mijn huidskleur verwezen, verpakt als grap. Het voelde als een opluchting dat ik hardop zei dat ik daar klaar mee was.”

Combinatie

Hij moest een lange weg afleggen om zo ver te komen. “Opmerkingen over mijn handicap en huidskleur zijn er al zo lang ik me kan herinneren. Eigenlijk altijd, overal. Ik zie er al anders uit omdat ik in een rolstoel zit en ik ben ook donker. Die combinatie maakt dat ik zo veel opmerkingen krijg en me altijd anders heb gevoeld dan de rest.”

Als kind begreep Romario, die geboren is met spina bifida (open rug), die opmerkingen niet, maar ze kwetsten hem diep. “Kinderen zeiden dat ik een aansteller was als ik opstond om speelgoed te pakken. Ze noemden me aap, Zwarte Piet. Op een gegeven moment wilde ik niet meer naar school.” Aankaarten leek geen zin te hebben. “Ik had geen bewijs, dus niemand werd erop aangesproken. Maar die opmerkingen waren er wel, elke dag.”

Rolstoelbasketbal

Gelukkig was er vanaf zijn achtste rolstoelbasketbal, waar hij zijn energie kwijt kon. “Echt een uitlaatklep.” Vervelende opmerkingen over zijn handicap kreeg hij daar niet. Tot na zijn studie bleef de sport een van de belangrijkste dingen in zijn leven. “Ik vond het belangrijker dan mijn studie, ik ging liever trainen,” zegt hij lachend. Het hielp hem zijn handicap beter te accepteren. “Vroeger wilde ik met de voetballende kinderen meedoen. Dat ging niet. Met basketbal kon ik wel meekomen.” Hij speelde bij diverse clubs in Nederland en negen jaar in het Duitse Essen. Nog steeds basketbalt hij in de Nederlandse eredivisie, maar minder fanatiek. Zijn baan als onderwijsondersteuner aan de Universiteit Utrecht heeft nu prioriteit. 

Pas sinds kort kan hij echt terugkijken op hoe de jarenlange pesterijen en opmerkingen hem hebben gevormd. “Als je jarenlang hoort wat je allemaal bent, ga je dat zelf ook geloven. Ik zette mezelf in dat hokje. Ik ben mezelf echt kwijtgeraakt. Ik moet er weer achter komen wie ik zelf ben.”

Romario Biswane in actie rolstoelbasketbal

Philip Meijer

Weggestopt

Er zijn copingmechanismen ingeslopen, vertelt Romario. “Ik heb de opmerkingen en het verdriet weggestopt. Ik kan ze niet goed meer terughalen. Als mensen me vragen of ik een bepaalde opmerking vervelend vond, kan ik die vaak niet eens meer herinneren. Ik zeg het nu wel lachend, maar het is natuurlijk niet goed.” 

Onder dat weggestopte verdriet zit een enorme woede. “Ik ben daar soms zelf bang voor. Het voelt alsof ik de controle kan verliezen.” Dat was ook de directe aanleiding om hulp te zoeken bij een personal coach. Ze helpt hem om zijn gevoel weer toe te laten en zich op een andere manier te uiten. 

Zich uitspreken voelt als een eerste stap. Hoe zijn team reageerde toen hij dat op het veld deed, weet hij niet meer precies. Maar het voelde goed, en hopelijk worden anderen zich nu ook meer bewust van hun woorden, zegt hij. 

Het gekke is: soms lijk ik die kwetsende opmerkingen zelf uit te lokken. Bijna alsof ik anderen de voorzet geef voor een racistische opmerking. Zo zei ik tijdens een training een keer dat ik ‘op tijd thuis moest zijn, voor het donker’. Ik wist dat zo’n opmerking aan mijn huidskleur gekoppeld kon worden. En inderdaad, iemand zei: ‘Volgens mij ben je al te laat.’ Waarom ik dat doe? Misschien om anderen voor te zijn. Of om te peilen hoe mensen écht over me denken. Om te zien wie er nog een trap nageeft. Het is een soort schild geworden, een filter om me achter te verschuilen.”

Niet oké

Hij wil er duidelijk over zijn: op de clubs waar hij speelde waren de racistische opmerkingen zeker niet vaker aanwezig dan op andere plekken. “Ik voel me op mijn gemak bij mijn teamgenoten. Misschien sprak ik me daarom ook wel uit.” Toch valt het hem op dat zijn teamgenoten het maar zelden openlijk voor hem opnemen. “Soms komt er achteraf iemand naar me toe om te zeggen dat ze het vervelend vinden of vragen hoe ik me erbij voel. Maar wat kan ik daarmee? Zeg het in de groep, op het moment dat het gebeurt. Dan weet ik dat er mensen achter me staan. Dan weet ik dat die opmerkingen niet oké zijn, dat het niet iets is om aan te twijfelen.” 
Ook coaches kunnen daar een rol in spelen, zegt hij. “Als je iets oppikt van racisme, al lijkt het een onschuldige opmerking, bespreek het dan eerst met de personen waar het om gaat. En daarna in de hele groep, zodat iedereen zich verantwoordelijk voelt.”

Open

Zijn eerste stappen naar herstel zijn niet makkelijk, maar leveren nu al iets op. Romario: “Ik heb gemerkt dat wanneer ik me open opstel, ik soms andere reacties krijg dan verwacht. Als mensen me vroeger vroegen waarom ik in een rolstoel zat, was ik kortaf. ‘Laat me met rust’, dat straalde ik uit. Laatst vertelde ik er op mijn werk wat uitgebreider over, en toen kreeg ik echt geïnteresseerde vragen. Mijn baas leek geraakt door wat ik vertelde. We hadden een mooi gesprek.” 

Een sport van iedereen 

We werken aan een sport waarin iedereen zich fijn en veilig voelt en met plezier kan sporten. Wil jij weten wat jouw sportclub hieraan bij kan dragen? Lees hier verder: 

Diversiteit en inclusie in de sportwereld: sport is van iedereen - NOCNSF

Deel dit artikel op social media: