Terrance Pieters: "Door me uit te spreken doorbrak ik een patroon"
Roos Oosterbaan 27 maart 2025
“Misschien naïef, maar ik had niet verwacht dat mijn verhaal zoveel zou losmaken.” Vijf jaar na zijn eerste openhartige interview over de racistische opmerkingen die hij op en langs het veld kreeg, blikt hockeyinternational Terrance Pieters terug. “De opmerkingen zijn gestopt, maar het imago van hockey is nog altijd zo wit.”
Er is veel veranderd sinds vijf jaar, vertelt Terrance Pieters (28), spits van Oranje en de Utrechtse club Kampong. Toen sprak hij in onder andere de Volkskrant en het Jeugdjournaal voor het eerst over de kwetsende opmerkingen over zijn huidskleur die hij op en langs het veld kreeg — en over hoe die hem meer raakte dan hij aanvankelijk had laten blijken. “Sindsdien word ik bij elk interview gevraagd naar mijn ervaring met racisme. Ik begrijp dat wel, maar ik wil niet steeds herhalen hoe erg het allemaal was. Het gaat er voor mij nu vooral om hoe we het beter kunnen maken.”
Weerstand
“De racistische opmerkingen op het veld zijn gestopt sinds die interviews. Je moet niet denken dat het daarvoor wekelijks gebeurde, maar nu ik terugkijk, heb ik ze niet meer gehoord. Het heeft bewustwording in gang gezet. Teamgenoten wilden destijds weten of opmerkingen die ik in het artikel noemde van hen afkomstig waren."
"Sommigen waren steunend, wilden weten hoe het voor mij was geweest en wat ze anders hadden moeten doen. Anderen gingen in de verdediging. Het is niet leuk om je aangesproken te voelen. Dat leverde soms weerstand op. Maar uiteindelijk is iedereen zich meer bewust geworden, denk ik.”
Sinds Terrance zijn verhaal deed, vragen ook clubs aan hem wat ze kunnen doen om een inclusievere en veiligere omgeving te creëren. Dat vindt hij positief, maar benadrukt hij: zijn ervaringen maken hem nog geen expert. “Ik heb ook niet dé oplossing.”

Alleen staan
Toch blijft het belangrijk om de bewustwording rondom racisme te vergroten, vindt Terrance. En daarvoor speelt het delen van ervaringen een belangrijke rol. Zoals de verhalen van voetballers van kleur. “Die verhalen versterken elkaar. Bij mij bleef het in hockey bij mijn verhaal. Ik denk dat het makkelijker voor me was geweest als er meer mensen met een donkere huidskleur in mijn team hadden gezeten. Dan had ik me makkelijker uitgesproken over de opmerkingen die ik kreeg.”
En nog steeds ervaart hij soms dat hij daarin alleen staat. “Een keer op trip naar het buitenland vierden we Sinterklaas. Maar voor mij heeft dat feest een racistische lading. Begrijp me niet verkeerd, ik begrijp dat het voor velen gewoon een leuke traditie is. Zelf dacht ik ook: 'Je kan toch wel een uurtje soort van leuk meedoen?'
"Maar ik merkte dat ik me er niet goed bij voelde. Ik was bijna doodsbang dat iemand in een gedicht per ongeluk Zwarte Piet zou zeggen. Het is een eenzame positie, vooral omdat ik de pret voor hen niet wil drukken. Uiteindelijk heb ik gezegd: 'Jongens, ik voel me niet oké bij dit feest.' Sindsdien hebben we het ook niet meer gevierd. Het was niet makkelijk om dat aan te geven.”
Hockey moet toegankelijker worden. Veel mensen zien hockey nog steeds als een elitesport voor kakkers
Terrance Pieters
Black Lives Matter
Dat hij zich uitsprak, heeft hem zelf ook sterker gemaakt, vertelt Terrance. “Ik corrigeer nu mensen als ze iets zeggen dat kwetsend is. Voorheen deed ik dat niet. Dan hield ik dat gevoel voor mezelf. Nu hoef ik dat niet meer bij me te dragen zonder dat iemand het weet. Ik kan meer mezelf zijn.”
Zonder de Black Lives Matter-beweging had hij destijds nooit zijn verhaal gedaan, daar is Terrance stellig over: “Toen kreeg ik ineens veel vragen naar mijn ervaringen met racisme. Voor die tijd kreeg ik die vragen ook weleens na incidenten in het voetbal. Teamgenoten zeiden dan weleens: ‘Wel heftig van die voetballers, maar jij hebt daar helemaal geen last van toch?’ Dat beaamde ik dan maar. Er ging al zo’n overtuiging van uit, dat vond ik een barrière. En ik was toen ook niet klaar om het te vertellen. De Black Lives Matter-beweging heeft me een zetje gegeven om wel mijn verhaal te doen.”
Het markeerde een breuk met de manier waarop hij tot dat moment altijd had gereageerd. Namelijk: niet reageren op scheldwoorden, geen aandacht schenken aan racistische grapjes. Dat had hij al vroeg van zijn moeder geleerd, vertelt hij. “Voor haar was dat een oplossing, zo kon ze door het leven toen ze naar Nederland kwam. Ik besprak die houding met 3x3-basketballer Jessey Voorn, die juist van zijn vader had geleerd om er vol tegenin te gaan."
"We kwamen erop uit dat wat je ook doet, dat het niet uitmaakt. Het resultaat was hetzelfde: we voelden ons allebei onbegrepen. Pas door de Black Lives Matter-beweging viel het ineens wel op zijn plek bij heel veel mensen. En toen de coach het onderwerp bij Oranje aanhaalde, zei ik: 'Misschien is dit het juiste moment om te zeggen dat ik er hier ook last van heb.' En zo kwam het gesprek op gang.”
Anders
Zijn moeder was vooraf huiverig toen hij zich uitsprak, dat staat hem nog scherp bij, vertelt Terrance. “Ze vroeg: 'Moet je dat wel doen?' Maar uiteindelijk was ze trots. Ze zag dat ik het patroon had doorbroken van negeren en er geen aandacht aan schenken. Ze vertelde me toen ook dat ze altijd de blikken tijdens de wedstrijden had gevoeld."
"Net als een zusje van een van mijn beste vrienden, ook donker van kleur, die hoog heeft gehockeyd. Ze zei dat ze zich altijd een attractie voelde als ze kwam kijken. Niet dat de mensen op de club haar of mijn moeder minder waardeerden, maar ze werden wel als anders gezien. We hebben het er toen veel over gehad. Daarvoor spraken we daar eigenlijk nooit over.”
Imago
Aan dat witte imago van hockey mag nog wel gesleuteld worden, stelt Terrance. “Hockey moet toegankelijker worden. Veel mensen zien hockey nog steeds als een elitesport voor kakkers. En als je naar het Nederlands team en de hoofdklasse kijkt, dan is er ook weinig diversiteit. Maar hockey kan wél divers zijn, het is een sport die in alle lagen van de samenleving en in elke wijk gespeeld kan worden."

"Gelukkig zijn er nu meer clubs die een afspiegeling laten zien van de samenleving, zoals HC Feijenoord in Rotterdam, Hockeyclub UNO in Utrecht, Amsterdam Dynamics in de Bijlmer en AHC Noorderlicht in Amsterdam Noord. Dat vind ik een positieve ontwikkeling.”
Maar daarmee is de kous niet af, stelt Terrance. “Dat een club divers is, betekent niet automatisch dat er geen racisme is. Zo simpel is het niet. Kijk maar naar voetbal: die sport is hartstikke divers, maar daar komen spreekkoren en racistische opmerkingen ook voor. Wat me hoop geeft, is dat clubs zich steeds meer verantwoordelijk voelen om de sfeer en cultuur te verbeteren.”
Inspiratiebron
Misschien tegen wil en dank, maar Terrance merkt dat hij een rolmodel van kleur in de sport is geworden: “Soms denk ik: kunnen we het ook gewoon over hockey hebben? Ik heb niet per se de ambitie om een inspiratiebron te zijn, maar het valt me op dat vooral jongens en meisjes met een donkere huidskleur of een migratieachtergrond me aanspreken via social media of na een wedstrijd om een handtekening vragen."
"Dat vind ik wel bijzonder. Het zou mooi zijn als ik hen kan inspireren om door te gaan met hockey. Toen ik zelf jong was, raakte ik ook geïnspireerd door sporters zoals Kobe Bryant, Michael Jordan en Mohammed Ali. Toen was ik me er niet van bewust dat het mensen met een donkere huidskleur waren, maar ik denk dat ik me onbewust toch dichter bij hen voelde. Een hockeyer heb ik nooit als idool gehad.”