Langzaam herstelt de sportdeelname in ons land zich tot op het niveau van vóór de coronapandemie, al zijn er nog steeds 500.000 mensen niet teruggekeerd naar het wekelijks sporten. Het aantal leden van sportverenigingen vertoont een stijging van bijna 40.000. Jongeren tussen de 13 en 18 jaar – een leeftijdscategorie waarin veel wekelijkse sporters afhaken - zijn het afgelopen jaar meer gaan sporten.
Uitzondering echter vormen meiden in die leeftijdsgroep; hun sportdeelname daalde. Dat blijkt uit het jaarlijkse representatieve onderzoek van Verian ‘Zo sport Nederland’ in opdracht van NOC*NSF.
Zo sport Nederland
NOC*NSF vindt het een positieve ontwikkeling dat de sportdeelname zich verder herstelt na de corona-terugval. Ook het feit dat jongens in de leeftijdsgroep tussen 13 en 18 jaar weer meer zijn gaan sporten, is winst. Wel is het zorgwekkend dat we in die groep een daling in sportdeelname zien bij meiden, met 4 procentpunt. Ook de frequentie is gedaald. Het is de eerste keer dat deze daling zich voordoet.
Deze daling is het duidelijkst zichtbaar in zeer sterk stedelijke gebieden. Wat de verklaring hiervoor precies is, is onbekend. NOC*NSF wil daarom in gesprek met onderzoekers die zich richten op deze groep. Bij het volgende reguliere kwartaalonderzoek van Verian, zal moeten blijken of dit een eenmalig of blijvend verschijnsel is.
Verenigingen onverminderd populair
Het aantal unieke leden bij sportbonden en de daarbij aangesloten verenigingen, is toegenomen met bijna 40.000. De winst is bijna gelijk verdeeld over jeugd tot 18 jaar (plus 19.000) en volwassenen (plus 21.000). Deze groei is aanmerkelijk sterker dan in 2022 (plus 2000 in totaal).
Algemeen directeur van NOC*NSF Marc van den Tweel: “Het is duidelijk dat de bijzondere sportinfrastructuur die we in ons land kennen, onverminderd populair is. Dat is belangrijk omdat we uit eerder onderzoek weten dat sporten in verenigingsverband het beste recept is om te blijven sporten in volgende levensfasen. Verenigingen ontwikkelen zich ook mee; we zien nieuwe competitievormen, meer variaties in aanbod en verbinding met nieuwe groepen. Daarmee in lijn blijkt dat sporten in groepsverband of bij een vereniging opnieuw hoger gewaardeerd wordt. Daarom zetten wij ons hard in voor een toekomstbestendige verenigingsstructuur, ook in gesprek met de politiek.”