Risico grensoverschrijding groter in gehandicaptensport
9 december 2022Sporters met een beperking hebben een verhoogd risico om seksueel, fysiek en emotioneel grensoverschrijdend gedrag mee te maken. Dat blijkt uit kwalitatief onderzoek in opdracht van Gehandicaptensport Nederland gehouden door de Universiteit Utrecht en het Mulier Instituut.
In het onderzoek worden vier risicofactoren genoemd. Denk daarbij aan de grote(re) afhankelijkheid van zorg en ondersteuning, opvattingen van anderen over sporters met een beperking, sociale machteloosheid en het feit dat sporters met een beperking meer en eerder gewend zijn om te willen voldoen aan eisen en verzoeken van anderen. Met name de sociale omgeving kan voor sporters met een beperking daarbij onveilig aanvoelen. Denk aan intimiderend of autoritair gedrag van een trainer, zogenaamde grappen van medesporters of een scheidsrechter die zich te amicaal uitdrukt.
Verder valt in het onderzoek op dat sportverenigingen met één of meer leden met een beperking de minimale basiseisen, zoals een vertrouwenspersoon en VOG-verplichting, vaker op orde hebben dan verenigingen zonder leden met een beperking. Onduidelijk is of dit komt doordat deze sportverenigingen leden met een beperking hebben of door andere factoren, zoals de omvang van de vereniging.
Uit het onderzoek komen duidelijke aanbevelingen naar voren waar Gehandicaptensport Nederland, sportclubs en de sportbonden mee aan de slag kunnen. Denk daarbij aan het voeren van een structurele discussie over de rol van de trainer bij het creëren van veiligheid en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag. Ook het versterken van de positie van sporters met een beperking wordt aanbevolen, net als nader vergelijkend onderzoek naar de rol van betrokkenen bij grensoverschrijdend gedrag in de sport bij mensen met en zonder beperking.
Dit onderzoek is uitgevoerd met subsidie van het ministerie van VWS via NOC*NSF en het Centrum Veilige Sport Nederland.