Nadat vorige maand Handboogsport Nederland de resultaten van een prevalentieonderzoek presenteerde, volgt vandaag de zwembond KNZB. Het onderzoek is gehouden onder de leden, waarbij er wordt ingezoomd op grensoverschrijdend gedrag. Zonder directe negatieve aanleiding en in nauwe samenwerking met het Centrum Veilige Sport Nederland en NOC*NSF is dit onderzoek proactief uitgevoerd.
De resultaten van het onderzoek binnen de KNZB tonen een nagenoeg gelijke trend met die van het landelijk prevalentieonderzoek naar grensoverschrijdend gedrag uit 2019.
Zo heeft in totaal 25 procent van de leden minstens één vorm van grensoverschrijdend gedrag meegemaakt die indruk op hen maakte. Op de vraag welke ervaringen de meeste indruk maakten, wordt emotioneel grensoverschrijdend gedrag het meest genoemd: 22 procent. Daarbij valt te denken aan geplaagd worden en kritiek op sportieve prestaties. Bij 5 procent van de leden ging het om een ervaring met lichamelijk grensoverschrijdend gedrag. In 7 procent van de gevallen maakt een ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag indruk.
Naast de KNZB en Handboogsport Nederland presenteert op korte termijn nog een derde sportbond eenzelfde prevalentieonderzoek. Het Centrum Veilige Sport Nederland en NOC*NSF juichen deze proactieve houding, de wil om te weten wat er onder de eigen leden speelt en de omarming van de aanbevelingen, toe. Het is een belangrijke ontwikkeling dat bonden zelf preventief inzetten op een veilig(er) sportklimaat voor alle leden.
De drie onderzoeken zijn mogelijk gemaakt door een subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en gehouden door I&O Research en Centerdata.