NOC*NSF is al enige tijd met het ministerie van VWS in gesprek over een goed onderzoeksvoorstel naar de topsportcultuur in Nederland. De gesprekken hierover waren nog niet helemaal afgerond en het onderzoeksvoorstel nog niet definitief vastgesteld. Desondanks heeft demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis vorige week al aangekondigd dat het onderzoek er komt.
Topsport kan vele Nederlanders op veel manieren inspireren. Om dat ook in de toekomst te kunnen blijven doen hebben VWS, de sportsector en gemeenten de handen ineengeslagen en in Deelakkoord 6 'Topsport inspireert' de ambitie vastgelegd om met elkaar te werken aan het vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport.
Topsport kan echter alleen inspirerend en van maatschappelijke waarde zijn wanneer de positieve waarden van topsport ten volle worden benut en de negatieve kanten ervan zover mogelijk worden gereduceerd. Om voor de toekomst een goed fundament te leggen voor de topsport en hardnekkige bedreigingen te doorbreken, is het belangrijk om een beter inzicht te krijgen in de huidige topsportcultuur. Daarom zal onderzoek uitgevoerd gaan worden naar de topsportcultuur in Nederland.
Multidisciplinair kernteam
Een multidisciplinair kernteam van onderzoekers verbonden aan Verinorm, de VU, Hogeschool Utrecht en het Kenniscentrum Sport & Bewegen zal dit onderzoek uitvoeren. Het kernteam bestaat uit Marjan Olfers (hoogleraar sport en recht VU) en Anton van Wijk (criminoloog/psycholoog). Zij waren eerder betrokken bij het onderzoek naar de misstanden in de gymsport en voerden onderzoeken uit naar grensoverschrijdend gedrag binnen (en buiten) de sport. Zij zijn beiden betrokken bij andere onderzoeken in andere sectoren naar determinanten van integer gedrag.
Verder is Froukje Smits lid van het kernteam. Zij is als senior-onderzoeker verbonden aan de Hogeschool Utrecht op het vlak van sportpedagogiek van waaruit zij aan meerdere studies werkte op het gebied van het welzijn van talentvolle jonge topsporters. Het onderzoek staat onder coördinatie en projectleiding van Herman IJzerman die o.a. als manager Topsport werkzaam is voor het Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Het doel van het onderzoek is om inzicht te geven in de cultuurelementen van verschillende takken van sport, die bijdragen aan een positieve en negatieve topsportcultuur. Om van daaruit aanbevelingen te doen om vanuit een positieve topsportcultuur het welzijn van topsporters te vergroten en de omvang van grensoverschrijdend gedrag (preventief) te vergroten. Daarmee willen we een verschuiving op gang brengen van reactieve maatregelen naar aanleiding van excessen in de topsport, naar preventieve maatregelen door het vergroten van een positieve topsportcultuur.
Internationale vergelijking
Het onderzoek zal bestaan uit een literatuurstudie, vragenlijsten, interviews en een internationale vergelijking waarbij gekeken wordt naar wat in andere landen (al) is gedaan op het gebied van de topsportcultuur. Steeds wordt getracht een inzicht te krijgen in de verschillende cultuurkenmerken van de betreffende (top)sport. In het onderzoek wordt gekeken naar het geheel van de sport, waarin verschillende partijen van invloed kunnen zijn op de topsportcultuur. Te denken valt aan sporters, coaches, sportbestuurders, sponsoren, media en overheden.
De eerste fase van het onderzoek gaat nog om een klein aantal sporten. In totaal zal het onderzoek ongeveer 22 sporten beslaan. Het gaat daarbij om een breed spectrum aan sporten, dus zowel om binnen- als buitensport, team- als individuele sport, winter- en zomersport, de meer traditionele sporten als nieuwe opkomende sporten, sterk gecommercialiseerde sporten en sporten die dat niet zijn, paralympische sporten e.d. Het onderzoek richt zich zowel op de georganiseerde sport (onder de sportkoepel NOC*NSF) als om sporten die op een andere wijze zijn georganiseerd. De definitieve keuze voor de sporten moet nog bepaald worden.
De eerste opbrengsten van de voorstudie (fase 1) worden in het voorjaar van 2022 verwacht. Daarna start de volgende fase onder een groter aantal sporten. Naar verwachting zal het gehele onderzoek, binnen drie jaar zijn afgerond.
Onafhankelijk onderzoek
Het gaat om een onafhankelijk onderzoek, dat gefinancierd wordt door het ministerie van VWS. Om de wetenschappelijke kwaliteit en onafhankelijkheid te bewaken, stelt het onderzoeksteam een begeleidingscommissie in bestaande uit gerenommeerde academici uit verschillende disciplines. Zij worden gevraagd mee te lezen met concepthoofdstukken en die te voorzien van feedback. De commissie bestaat uit maximaal vijf mensen.
Naast de begeleidingscommissie wordt door de onderzoekers een klankbordgroep vanuit de topsport geformeerd. De klankbordgroep (maximaal vijf deskundigen) wordt vastgesteld in overleg met het ministerie van VWS, NOC*NSF en het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS). De klankbordgroep wordt gebruikt om de sportspecifieke aspecten te toetsen. De klankbordgroep kan van samenstelling wisselen gedurende het onderzoek, afhankelijk van de fase waarin het onderzoek zicht bevindt.
Tot slot worden aan de start van het onderzoek gerenommeerde onderzoekers uit verschillende vakgebieden geconsulteerd om maximale kennisbenutting te garanderen.
Het onderzoek is dus een ander type onderzoek dan het eerdere onderzoek van Verinorm naar het verleden van de turnsport. Dit onderzoek geeft inzicht in de topsportcultuur in Nederland en is dus geen prevalentieonderzoek.