Dovensportbond slaat nieuwe weg in met Ongehoord Sportief
Leon Janssen Lok 5 november 2020Missie: verhogen van sportdeelname en sportplezier van doven en slechthorenden
Het integreren van dovensporten in de reguliere sport, dat is de uitdaging die de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB) de komende tijd aangaat. Een grote ambitie, maar het is dé manier om de sportdeelname van mensen met een auditieve beperking te vergroten. Dat is hard nodig en dat lukt onvoldoende met de huidige werkwijze en uitgangspunten. De bond gaat vanaf 2022 verder in een nieuwe rol: als advies- en kenniscentrum. Belangenbehartiging van dove en slechthorende sporters en verantwoordelijkheid voor de internationale dovensport staan daarbij centraal.
Het is een uitdaging die de bond niet in z’n eentje hoeft aan te gaan. Gehandicaptensport Nederland, dat eerder al sportorganisaties met andere beperkingen met succes onderbracht in de reguliere sport, biedt een belangrijke helpende hand. Dit wordt mogelijk gemaakt door het ministerie van VWS die via het gesloten deelakkoord inclusiviteit in de sport stimuleert Maar ook andere partijen zoals Stichting Hoormij, de FODOK, Stichting Divers Doof, NOC*NSF, sportbonden en Koninklijke Kentalis zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband, dat de toepasselijke naam Ongehoord Sportief kreeg.
Dovensportbond bijna honderd jaar oud
Je bent nooit te oud om te veranderen. Dat geldt zeker voor de KNDSB, de bond die al in 1926 werd opgericht. Het honderdjarig bestaan zit er dus aan te komen en in al die jaren is er veel gebeurd. De oprichting gebeurde twee jaar voordat de tweede Deaflympics (toen nog Internationale Sportspelen voor Doven geheten) plaatsvonden in Amsterdam. Sindsdien zond de bond Nederlandse dove sporters uit naar de vierjaarlijkse zomeredities en later ook een aantal keren naar de winteredities. In 1951 kreeg de bond het predicaat ‘koninklijk’.
Tot 1994 bleef de bond zelfstandig, in dat jaar werd de dovensport ingebed bij de NEBAS, de voorloper van het huidige Gehandicaptensport Nederland. Vanaf 2002 nam het ledental van de KNDSB drastisch af. De integratie van sporten voor mensen met een beperking (lichamelijk, verstandelijk en visueel) in de reguliere sport die begin deze eeuw op grote schaal plaatsvond, ging aan de dovensport voorbij.
Destijds om begrijpelijke redenen. Voor doven en slechthorenden die in de reguliere sport terecht willen kunnen, gelden specifieke maatregelen die veel vragen op het gebied van communicatie. Die maatregelen waren lastig uit te voeren. Vijftien jaar later werd de situatie teruggedraaid: de bond werd weer zelfstandig. Die wijziging in 2009 ging gepaard met een opleving van het aantal leden en de toekomst zag er rooskleurig uit. De positiviteit was echter van korte duur.
aansluiting vinden bij een reguliere sportvereniging vergt veel van iemand met een auditieve beperking
Sociale aspect dovensport
Het lukte niet om met de bestaande structuur een goede basis te creëren om meer mensen met een auditieve beperking aan het sporten te krijgen. Dat kwam deels door aspecten die inherent zijn aan de (sport)wereld van doven en slechthorenden. Zo speelt het sociale aspect een grote rol binnen de dovensport. De meeste doven en slechthorenden geven er de voorkeur aan te sporten met lotgenoten, vooral ook omdat het contact buiten de sportactiviteit om, gemakkelijker is.
Het beperkte aantal dovensportverenigingen in ons land maakt echter dat het voor veel doven en slechthorenden lastig is een vereniging in de buurt te vinden. En aansluiting vinden bij een reguliere sportvereniging vergt veel van iemand met een auditieve beperking. Communicatie is moeizaam en omdat het een relatief onzichtbare handicap is, weten veel sportverenigingen niet goed hoe om te gaan met deze doelgroep. Het ledental liep terug, er waren onvoldoende vrijwilligers, de financiële situatie werd lastiger en de verbinding met de reguliere sport steeds minder.
Binding met dovengemeenschap vermindert
De moeilijke periode waarin de bond verzeild raakte, kwam ook voor een belangrijk deel door veranderingen in de maatschappij. Waar dovenscholen vroeger een belangrijke ontmoetingsplek waren voor doven en slechthorenden, is dat tegenwoordig veel minder het geval. Veranderingen zoals de doorvoering van ‘passend onderwijs’, maken dat kinderen niet zo snel meer naar een specifieke dovenschool en voortgezet speciaal onderwijs gaan.
En omdat dovenverenigingen vaak dicht bij dovenscholen gesitueerd waren, kregen ook die het lastig, met steeds vaker opheffingen tot gevolg. De binding met de dovengemeenschap, met de specifieke en zo eigen dovencultuur, is aan het verminderen. Ook al omdat doven en slechthorenden – net als horenden – elkaar steeds minder opzoeken omdat ze gebruik maken van communicatie op afstand zoals Whatsapp en Facetime.
Ten slotte is ook het aantal jeugdsporters bij dovensportverenigingen aan het afnemen. Dat komt omdat steeds meer dove en slechthorende kinderen en jongeren een cochleair-implantaat (CI) hebben. Dankzij het feit dat ze daarmee weer (beperkt) klanken, geluiden en spraak kunnen waarnemen, leven steeds meer kinderen en jongeren in een reguliere omgeving en zijn ze niet meer terug te vinden in de dovengemeenschap. Bovendien is het aanbod vanuit dovensportverenigingen voor jeugdsporters minder aantrekkelijk vanwege de grote leeftijdsverschillen en het ontbreken van faciliteiten.
Het percentage van mensen met een auditieve beperking van 12 tot 79 jaar dat wekelijks sport, is 29%. Dat is maar net de helft van het percentage mensen zonder auditieve beperking dat wekelijks sport (57%)
Sportdeelname blijft achter
Er zijn dus diverse factoren die ertoe leidden dat de verzelfstandiging in 2009 uiteindelijk niet het gewenste effect opleverde. Daarom moet het nu - ruim tien jaar later - anders. Want het is tijd voor verandering. De KNDSB wil het nog altijd voor zoveel mogelijk doven en slechthorenden mogelijk maken om te sporten.
Maar de cijfers wijzen uit dat het bijzonder lastig is om dat te realiseren. Het percentage van mensen met een auditieve beperking van 12 tot 79 jaar dat wekelijks sport, is 29%. Dat is maar net de helft van het percentage mensen zonder auditieve beperking dat wekelijks sport (57%). Ook het aantal doven en slechthorenden (van 18 jaar en ouder) dat wekelijks minimaal één uur beweegt, blijft achter: 49% tegenover 59%.
De cijfers die door het Mulier Instituut en Kenniscentrum Sport en Bewegen verzameld zijn, liegen er dus niet om. Zeker als je bedenkt dat het hier om een grote doelgroep gaat. Er zijn zo’n 40.000 doven in Nederland en circa een miljoen slechthorenden. Daarom is de conclusie dat de aanpak gewijzigd moet worden, onvermijdelijk. Integratie van de dovensport in de reguliere sport: het is nu of nooit. De tijd is er rijp voor, niet alleen omdat de Nederlandse gebarentaal onlangs werd erkend als officiële taal.
Of omdat Nederlanders massaal kennismaakten met de tolk Gebarentaal bij de persconferenties over corona. Het is vooral omdat het belang van voldoende bewegen en sporten voor een goede gezondheid, al een tijdje hoog op de agenda van beleidsmakers en bestuurders staat. Juist ook voor mensen met een beperking zijn er de laatste jaren veel projecten en initiatieven van de grond gekomen die ze helpen met het vinden van een geschikt en toegankelijk sportaanbod. Een bekend voorbeeld daarvan is Uniek Sporten.
Twee hoofdprojecten binnen Ongehoord Sportief zijn integratie van dovensporten bij reguliere sportbonden en de sportbonden inspireren hun aanbod zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de behoefte van de doelgroep
Hoe ziet project Ongehoord Sportief eruit?
Maar een andere aanpak is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dat kan alleen als het grootschalig wordt opgezet, als andere partijen meedenken en meedoen. Als er naar de lange termijn wordt gekeken. Dat is nu allemaal samengekomen in Ongehoord Sportief met als doel de sportparticipatie en het sportplezier van mensen met een auditieve beperking te verhogen. Daarmee moet sport en bewegen voor iedereen toegankelijk worden, waarbij iedereen in zijn/haar eigen omgeving kan sporten onder deskundige begeleiding.
Hoe ziet dat project eruit? Er is sprake van twee hoofdprojecten waarbij het eerste de integratie van dovensporten bij reguliere sportbonden is. Tot het einde van 2021 is het de verantwoordelijkheid van Gehandicaptensport Nederland om de dovensporten die nog onderdeel zijn van de KNDSB te helpen organisatorisch aan te sluiten bij de reguliere sportbonden. Het is de bedoeling om met deze sportbonden een aanpak te realiseren, waarbij zij - wanneer zij tegen problemen of vragen aanlopen - contact op kunnen nemen met Ongehoord Sportief voor advies en ondersteuning.
Daarnaast wil Ongehoord Sportief de sportbonden inspireren hun aanbod zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de behoefte van de doelgroep. Waar mogelijk wordt ook nieuw aanbod tot stand gebracht bij de sportbonden die dat nog niet hebben.
Het opzetten van een 'netwerkorganisatie auditief'
Het tweede hoofdproject van Ongehoord Sportief richt zich op het opzetten en uitbreiden van een netwerkorganisatie met betrekking tot dovensport. Het doel daarvan is de doelgroep te enthousiasmeren voor sport door in de eerste plaats passend en toegankelijk aanbod in de buurt te realiseren. Daarbij is het van groot belang dat dat aanbod ook vindbaar is. Mensen met een auditieve beperking moeten weten waar ze informatie kunnen vinden over de geschikte sport- en beweegmogelijkheden in de regio.
Daarnaast moet het kennisniveau bij zowel de sporter als de (professionele) trainer toenemen. Dat kan door het creëren van een kennisnetwerk waar diverse partijen zoals clubs, professionals uit het werkveld en onderwijs aan gekoppeld zijn. De inrichting van de pagina Ongehoord Sportief op de website van Gehandicaptensport Nederland is een eerste belangrijke stap daarin. Een andere actie die op het programma staat is het organiseren van kennisbijeenkomsten. Zowel voor professionals in het werkveld voor mensen met een auditieve beperking, als voor consulenten aangepast sporten en buurtsportcoaches.
Sportbonden en beroepsopleidingen
De eerste acties zijn inmiddels uitgevoerd of staan op het punt te beginnen. Er worden gesprekken gevoerd met bonden als de KNVB (voetbal), KNZB (zwemmen en waterpolo), NeVoBo (volleybal), NBF (bowlen) en Atletiekunie. Die gesprekken verlopen bijzonder positief; alle bonden willen bijdragen aan integratie. De KNVB en de NBF laten de dovencompetitie onder hun eigen aanbod vallen.
Ook het ontwikkelen van een divers deskundigheidsaanbod door en over mensen met een auditieve beperking, voor reguliere sportverenigingen en sportbonden, maakt deel uit van dit project. De eerste factsheets en do’s-and-don’ts over de omgang met doven in de sport zijn ontwikkeld. Verder wordt er gewerkt aan applicaties en korte introducties die in de opleidingen van de sportbonden worden opgenomen. Met beroepsopleidingen binnen het mbo en het hbo wordt gesproken over het geven van meer aandacht aan dovensport. In het kader van het filmproject ‘Dovensport in Beeld’ worden vijf korte films gemaakt met en voor dove en slechthorende jongeren die sporten binnen een reguliere sportvereniging.
En ten slotte worden er multisportevenementen georganiseerd voor mensen met een auditieve beperking. Daarbij kunnen deelnemers kennis maken met nieuwe sporten, ervaringen opdoen met al bestaande sporten en kijken of ze kunnen aansluiten bij een sportvereniging in de buurt. Er worden trainers ingezet van lokale verenigingen.
Een andere invulling van het doel van de bond
In de statuten van de KNDSB staat: 'De bond stelt zich ten doel: het doen beoefenen, het bevorderen en het coördineren van diverse sporten door doven, zowel de recreatiesport als de wedstrijd- en topsport, aan te duiden als "de dovensport".' In de kern verandert dat in de toekomst niet, maar wat wel verandert is de manier waarop de bond dat doet.
Maar het aantal dove en slechthorende sporters dat sport bij een reguliere vereniging zal aanzienlijk toenemen. En daarmee ook het plezier dat zij beleven aan sport. Het gaat uiteindelijk om een win-winsituatie: elke dove of slechthorende kan meedoen met sport, en elke sportvereniging vergaart kennis over de omgang met iemand met een auditieve beperking. De succesvolle voorbeelden die er al zijn van doven en slechthorenden die meedoen in een reguliere sportomgeving, laten zien dat die aanpak zijn vruchten af kan werpen.
En dat kan op verschillende manieren: clubs kunnen in z’n geheel lid worden van een reguliere sportbond, zoals dat nu bijvoorbeeld al het geval is bij sommige bowlingverenigingen. Doventeams kunnen ondergebracht worden bij reguliere verenigingen, zoals we nu soms al zien bij voetbal- en volleybalteams. En natuurlijk kunnen sporters zich ook individueel aansluiten bij een reguliere vereniging.
Verder als kennis- en adviesorganisatie
Individuele sporters kunnen overigens ook lid blijven van de KNDSB omdat ze naar internationale wedstrijden uitgezonden willen kunnen worden. Daar blijft de bond verantwoordelijk voor. De KNDSB is immers (als medeoprichter) de enige Nederlandse organisatie die lid is van de Europese Dovensport Organisatie (EDSO) en de Wereld Dovensport Bond (ICSD). Die organisaties stellen dat om deel te kunnen nemen aan EK, WK of Deaflympics een land een autonome dovensportorganisatie moet hebben, mét een voorzitter die doof is.
Daarnaast wordt de bond veel meer een belangenbehartiger voor alle dove en slechthorende sporters. Vanaf 1 januari 2022 gaat de KNDSB dan ook verder als advies- en kennisorganisatie. Als een organisatie die een positieve boodschap uitdraagt over de mogelijkheden om te sporten door doven en slechthorenden. Die beide kanten (dovensport en reguliere sport) ondersteunt. In de overtuiging dat het leidt tot een betere acceptatie van sporten met een beperking en tot misschien wel mooiere prestaties op het hoogste internationale niveau. Maar in ieder geval tot een hogere sportdeelname en uiteindelijk tot het beleven van meer plezier aan sport en bewegen door doven en slechthorenden. Zónder dat dat ten koste gaat van de eigen identiteit van de dovencultuur.