Wat een mooie enthousiasmerende beelden op televisie van buiten sportende kinderen eerder deze week. Blije gezichten. Volle sportvelden. Begeleiders op minimaal anderhalve meter afstand. Een mooie tweet van sportminister Martin van Rijn: Door de #coronacrisis zijn veel Nederlanders minder gaan sporten, en met name kinderen. Mooi dat zij vanaf vandaag weer buiten kunnen sporten met elkaar. Veel respect voor de sportverenigingen, gemeenten en buurtsportcoaches die dit snel voor elkaar hebben gekregen.
Het was ook wel nodig ook. Want tegelijk met de versoepeling van deze maatregel werd bekend dat kinderen tijdens de coronacrisis significant minder zijn gaan sporten. Het aantal kinderen tussen de 6 en 12 jaar dat in maart heeft gesport, is van 1,2 miljoen vorig jaar gedaald naar 800.000 nu. Een daling van 35 procent. De daling in de groep 13-18 jaar is 13 procent.
Dat is geen prettig nieuws.
Ongekende tijden
Gelukkig kan nu een klein deel van onze samenleving weer naar buiten om onder begeleiding van al die vrijwilligers, begeleiders en coaches te sporten en te trainen. Het begin is er. Dat geldt ook voor onze TeamNL topsporters, die langzaam maar zeker weer kunnen gaan trainen op de aangegeven topsportlocaties.
Het zijn en blijven nog wel even ongekende tijden, die vragen om een ongekende, niet-alledaagse aanpak van alle problemen waarmee we allemaal te maken hebben. Goed dat de druk op de zorg nu iets lijkt te verminderen, waardoor er meer ruimte komt voor versoepelingen van alle maatregelen die de regering noodgedwongen heeft moeten nemen.
Dat geldt uiteraard ook voor de sport. Ook wij staan voor ongekende uitdagingen hoe de sport nu en in de toekomst overeind te houden. Gesteund door vele clubs en bonden wordt nu hard gewerkt aan een 'strategisch sportsector opstartplan', in de wetenschap dat we nog lang niet van dit ellendige virus af zijn.
Dat vereist veel creativiteit, solidariteit, aanpassingsvermogen en vooral ook geduld. De gezondheid gaat immers voor alles. Toch ga ik er van uit dat onze sportieve samenleving de komende weken en maanden stapje voor stapje weer in beweging komt. Dat is ook hard nodig, als we tenminste een gezonde, fitte en weerbare samenleving willen blijven. En dat willen we natuurlijk.
Geweldig nieuws dat het kabinet heeft besloten om 110 miljoen euro vrij te maken voor de acute nood die onze sportverenigingen nu ondervinden
Gerard Dielessen
Geweldig nieuws
In dat opzicht is het natuurlijk geweldig nieuws dat het kabinet vandaag heeft besloten om 110 miljoen euro vrij te maken voor de acute nood die onze sportverenigingen nu ondervinden vanwege de maatregelen die genomen worden bij de bestrijding van het virus. Met dit bedrag kunnen we onze 25.000 sportverenigingen in ieder geval op korte termijn overeind houden, waarmee minister Van Rijn tegemoetkomt aan eerder gedane uitspraak 'dat de unieke Nederlandse sportinfrastructuur niet in gevaar mag worden gebracht door de coronacrisis.
Met dit belangrijke' noodpakket kunnen sportverenigingen ook in de toekomst hun belangrijke rol blijven nemen. #wewinnenveelmetsport. Dit is een heel erg mooi cadeau op de dag dat ik precies tien jaar in dienst ben bij NOC*NSF.
In dit verband wil ik ook nog wel kwijt dat ik blij ben met de verlenging van het marketingcontract met de Nederlandse Loterij Organisatie (NLO). Want los van de bij wet geregelde afdracht steunt de NLO ons ook al jaren als NOC*NSF en TeamNL sponsor. Juist in deze moeilijke tijden zijn deze waardevolle partnerschappen essentieel voor de sport. Ook omdat de NLO het mogelijk heeft gemaakt dat wij nog eens een miljoen euro toe kunnen voegen aan ons eigen Coronanoodfonds voor de sport. Hulde! Alleen samen houden we de sport in Nederland overeind.
Adaptieve vermogen
De komende dagen zien we op televisie bij de STER vaak het spotje Houd vol, blij fit, steun je club langskomen. Ik heb alle vertrouwen in de ongeveer 5 miljoen leden dat ze hun club blijven steunen. Het adaptieve vermogen in de sport is groot, dat weten we vanuit de historie.
Dat geldt ook voor de solidariteit. Ondanks alle onzekerheden die nog wel even blijven bestaan. Want hoe ziet straks de anderhalvemetersportsamenleving eruit? Competities, trainingen, binnen, buiten, toeschouwers, groepen, sportevenementen, de Olympische en Paralympische Spelen, sportaccommodaties, verplaatsingen van veel mensen etc., er zijn heel wat issues die we van de juiste oplossingen moeten voorzien de komende periode, zolang er geen vaccin is dat de bevolking immuun kan maken voor het coronavirus.
Kortom: ook de sport zal moeten leren leven met de nieuwe werkelijkheid, waarvan we een paar maanden geleden nog niet konden bevroeden dat die ons (sport)leven zo op de kop zou zetten als nu het geval is.
Ik heb daar alle vertrouwen in.
Gerard Dielessen
Algemeen directeur NOC*NSF