Sport in de anderhalvemetersamenleving
Gerard Dielessen 20 april 2020Heel langzaam maar zeker manoeuvreren we in Nederland naar de anderhalvemetersamenleving. Of vanuit mijn perspectief en overtuiging: naar de anderhalvemeter sport samenleving. Premier Mark Rutte riep afgelopen dinsdag tijdens zijn zoveelste corona persconferentie op ‘om op zoek te gaan naar het nieuwe normaal in een anderhalve meter samenleving.’ En: ‘Ga vast nadenken over wat we straks wel kunnen binnen anderhalve meter, zodat we klaarstaan als het eenmaal zo ver is.’ Daarbij ook een forse waarschuwing: ‘We zijn er nog lang niet; het overwinnen van de coronacrisis is een kwestie van lange adem.’
Diepe buiging voor medewerkers in de zorg
Voor ik verder ga met deze blog: ik heb grote bewondering voor alle medewerkers in de zorg die ons helpen deze crisis te doorstaan. Diepe buiging. En dat geldt ook voor alle (medische) deskundigen die de regering van adviezen voorzien. Ik zie dat het kabinet er alles aan doet om binnen redelijke grenzen van de intelligente lockdown de coronacrisis onder controle te krijgen. Ook zij verdienen lof.
De wijze woorden van de premier zijn een verdere aanmoediging voor de sportbonden. Zij zijn al een tijdje in overleg en in nauwe samenspraak met de afdeling sportparticipatie van NOC*NSF aan de slag met het ontwikkelen van ideeën over hoe die anderhalve meter sportsamenleving er straks dan uit kan gaan zien. Ook onze Sport Innovatiestudio doet mee. De sport staat te trappelen van ongeduld om bij te dragen aan het herstel van onze waardevolle en mooie samenleving. Er liggen al mooie initiatieven van de Golf Federatie en de Tennisbond, die als voorbeelden kunnen dienen voor andere sporten.
Op het uitstel van de Olympische en Paralympische Spelen naar 2021 reageerden veel topsporters ruim twee weken geleden zeer beheerst. Voor hen zou het overigens ook erg goed zijn om onder stringente voorwaarden en net als alle andere Nederlanders in die 1,5 meter samenleving weer te mogen trainen, om niet al te ver achterop te raken.
De sport kan een cruciale bijdrage leveren aan het instandhouden van een gezonde, vitale samenleving
Gerard Dielessen
‘Sport is de belangrijkste bijzaak van het leven. Nu eerst alle aandacht op het oplossen van deze crisis.’, enzovoort. Veel gehoorde uitspraken nu uit de sportwereld. Inmiddels doemt de vraag bij mij op of dat wel zo is. De belangrijkste bijzaak van het leven? Uiteraard, alle aandacht en inspanningen moeten nu worden gericht op het oplossen van deze ongekende mondiale crisis.
Tegelijkertijd kan de sport een cruciale bijdrage leveren aan het instandhouden van een gezonde, vitale samenleving. Vorige week las ik een artikel in de Volkskrant waarin een huisarts zich grote zorgen maakte over de gezondheidsontwikkeling in deze tijd doordat mensen niet of in ieder geval veel te weinig in beweging komen en ook niet naar de huisarts durven vanwege gevaar op besmetting. Huisarts Janneke van Uden zegt: ’ ….omdat er nu een stuwmeer aan gezondheidsproblemen ontstaat. Van een paar chronische diabetespatiënten kreeg ik de laboratoriumresultaten nog binnen. Jeetje, dacht ik toen ik de suikerwaarden zag, hebben we maanden zo hard gewerkt om dat op de rit te krijgen, is dat nu allemaal naar de getver.’
Stilzitten is funest voor het afweersysteem
En ook gisteren in NRC deden twee wetenschappers (Onno van Schayk en Maartje Willebroordse) een oproep om in deze periode te blijven bewegen omdat anders de ic-bedden weer eerder vol raken. ‘Want stilzitten is funest voor het afweersysteem dat we nu zo hard nodig hebben.’ En: ‘Het advies zou dus moeten zijn om, als mensen geen symptomen hebben, ze op een intelligente manier te laten sporten.’
We hebben de sport dus hard nodig. Juist in deze en de komende periode. Laten we ervoor zorgen dat de boel in de sport niet omvalt. En dat is nog een hele uitdaging. De sport heeft het op dit moment heel zwaar nu alles zo’n beetje stilligt. We schatten dat de sport zo’n 950 miljoen aan inkomsten misloopt. Gelukkig heeft minister Martin van Rijn van VWS ons laten weten dat ‘we er alles aan moeten doen om onze unieke sportinfrastructuur overeind te houden.’ En dat ben ik zeer met hem eens!
Over de hele breedte zien we bijvoorbeeld dat leden hun lidmaatschappen opzeggen omdat ze niet kunnen sporten, competities niet doorgaan etc. Ik zou hier toch ook wel een beroep willen doen op die leden: blijf je club steunen als dat maar even kan. Er komt ook na de anderhalve meter sportsamenleving hoe dan ook weer een tijd dat we met z’n ruim tien miljoenen weer gebruik willen maken van alle sportvoorzieningen, competities, vertier, clubhuizen, vrijwilligers etc. Ook de sociale component van sportbeleving kunnen we vanuit onze overtuiging in de toekomst echt niet missen: plezier, ontmoeting, binding, inclusie etc..
Sport verdient het om vaker genoemd te worden als probaat hulpmiddel in de strijd om uit deze crisis te komen. En ook om de daaropvolgende periode goed te kunnen doorstaan.
Maak sport zodra dat weer enigszins kan onderdeel van de oplossing.
Gerard Dielessen
Algemeen directeur NOC*NSF