Naam: Cees Koch 
Geboren: 29 december 1925 te Zaandam
Sport: kanovaren

Olympische Spelen Helsinki 1952
Onderdeel: K2 1000 meter
Prestatie: achtste plaats in 3 min 55,8 sec
Onderdeel: K2 10.000 meter
Prestatie: negende plaats in 46 min 09,6 sec

Olympische Spelen London 1948
Onderdeel: K-2 10.000 meter
Prestatie: zesde plaats in 47 min 35,6 sec

Kanovaarder Cees Koch deed tweemaal mee aan de Olympische Spelen. In 1948 en 1952. Voor zijn vereniging De Geuzen zette hij zijn herinneringen in 2006 op papier en hij stuurde deze ook naar de redactie van nocnsf.nl. Het onderstaande verhaal is daarop gebaseerd.

De kanobond wees Koch in 1948 aan voor de K2 10.000 meter. Harry Stroo, ooit in de Mechelse Gazet omschreven als 'de man met de armen als molenwieken', was zijn koppelgenoot. De wedstrijden waren in Henley on Thames. "Een flink eind weg van Londen, waar de overige onderdelen van de Spelen gehouden werden", herinnert Koch. "Het enige dat wij dus van de Spelen gezien hebben was het kanovaren en wat roeiwedstrijden. In een week waren we uit en weer thuis! We hadden liever wat langer gebleven om alles mee te maken. Maar we waren erbij."

Bonbonfabriek
In die jaren waren de Spelen nog echt voor oprechte amateurs. In ieder geval voor de Nederlandse kanovaarders. Koch: "De centrale bondstraining bijvoorbeeld was in Amsterdam. 's Zomers gingen we er op de fiets naar toe. In de winter met de trein. Voor eigen rekening wel te verstaan. In de zomer van 1948 was het iedere week selectievaren, waarbij we helemaal tot de bodem gingen, zodat we ons kruit waarschijnlijk al grotendeels verschoten hadden voordat de Spelen begonnen waren. Maar daarom niet getreurd, wij waren jong en hadden de conditie van een paard. Onze indoor-trainer, een leraar lichamelijke opvoeding, wilde die conditietraining pro-deo verzorgen als de NKB hem officieel bij het NOC zou voordragen als kanotrainer. En dat hij dan met de ploeg mee zou gaan naar Londen."

Bovenstaande geeft volgens Koch een goed beeld van de financiële situatie van de kanobond in die jaren. "Geld voor uniforme trainingspakken was er ook niet. De directeur van bonbonfabriek De Hoorn uit Zaandam vond dat toch ook niet kunnen en stelde trainingspakken ter beschikking. En was daarmee waarschijnlijk de eerste sponsor in de Zaanse kanosport, hoewel de pakken overigens nog zonder reclame waren."

Wat voor de kleding gold, gold ook voor het materiaal. Koch: "De boot waarin we voeren was particulier bezit van Cor Wijdekop. Hij was reserveman in de Olympische ploeg. Het was een prima, vooroorlogse boot. Hecht doortimmerd, massief mahonie, essen spanten en het daaraan verbonden gewicht. Bij de weging in Londen kwamen we erachter hoe zwaar... Een K2 moet minimaal 18kg wegen De boten van de concurrentie wogen allemaal rond de 18kg. Bij sommigen moest er zelfs een stukje ballastlood bij. Toen we onze boot op de weegschaal legden sprong het apparaat op tilt. De weger begon gelijk koortsachtig aan het apparaat te frunniken. Mijn opmerking dat we altijd met een kratje Cola achterin varen kon hij niet waarderen. Hij dacht nog altijd dat hij in de maling genomen werd. Maar niets was minder waar, want onze boot bleek 32,3kg te wegen."

Koch vervolgt: "Dit was ook weer een van die dingen die de grote Karel Lotsy, de chef de mission, zo echt vond passen bij de oprechte amateurs. Hij kwam ons dit verschillende keren persoonlijk vertellen. Zelf hadden we natuurlijk liever een Scandinavische plakhouten K2 van 18kg gehad. De daarvoor benodigde zeshonderd gulden was bij de kanobond niet in kas. Ook het NOC zag er de noodzaak niet van in."

Vette handen
De dag van de wedstrijd was het somber weer met een lage temperatuur. Koch: "Terwijl Harry en ik naar de start vaarden, doemde opeens de trainer op en riep ons terug naar de kant. We hadden hem tijdens de hele voorbereiding al gemist. Hij bleek op excursie naar Windsdor Castle te zijn geweest. We liggen aan de kant en de man zegt: 'Ik zal jullie een beetje opwrijven, want het is koud'. Meteen voegt hij de daad bij het woord en grijpt met zijn vette handen de mijne beet. Ik zeg nog: 'Dit gaat niet goed. Zo kan ik geen peddel meer vasthouden'. Zijn commentaar: 'Ik masseer vandaag niet voor het eerst'."

Terug in de boot was al snel duidelijk dat ze met deze vette handen niets konden beginnen. "Wij weer naar de kant, waar we probeerden om met gras, zand en modder het massagevet van onze handen af te krijgen. Hetgeen maar matig lukte. Tot overmaat van ramp was ondertussen onze starttijd ook nog verlopen. Wonder boven wonder kreeg onze chef d'equipe Andries Kerckhof het voor elkaar dat we toch nog mochten starten! Hetgeen weer een staaltje was van zijn onnavolgbare regelcapaciteiten."

Om het schema weer kloppend te krijgen, had de organisatie na het vertrek van de Nederlanders de starttijden tussen de deelnemers ingekort. Dit was de betrokkenen zelf echter niet verteld. Koch: "Bij de boei kregen we dan ook de schrik van ons leven. Na het keren keken we de volgers bijna recht in de ogen. Waren wij zo langzaam? Waren zij zo snel? Was te boot toch echt te zwaar? We wisten het niet. Zo hard als onze gladde handen het toelieten ertegenaan, dat was de enige mogelijkheid. Uiteindelijk viel het mee en een zesde plaats was het resultaat."

Wat niet meeviel was de nasleep. Bijvoorbeeld zoals het thuisfront het had ervaren. Koch: "De hele familie en vriendenkring zat thuis aan de radio gekluisterd voor het liveverslag door Aad van Leeuwen. En dan komt het bericht uit de luidspreker dat het duo Koch-Stroo te laat aan de start is verschenen. En uiteraard zonder de uitleg van het 'gladde handen debacle', want dat was aan de radioverslaggever niet bekend. Elly, toen mijn verloofde en nu mijn vrouw, zei me dat ze wel huilend van schaamte door de grond had willen zinken."

"Zij had me immers vier jaar lang onnavolgbaar bijgestaan met coaching en begrip in de voorbereiding voor dit voor een sportman hoogst haalbare evenement. Dan te laat aan de start verschijnen is dan ook niet te begrijpen. De uitleg na thuiskomst klaarde de lucht gelukkig weer op. Zelf zat ik wel in een dip, tot slapeloze nachten en nachtmerries aan toe."

Spatzeilen
Op de Spelen van 1952 in Helsinki voer Koch met zijn K2-maat Jan Klingers. Koch: "Jan was jachtbouwer van zijn vak en had tijdens internationale wedstrijden de maten van Deense K2 overgenomen en zelf een K2 gebouwd, met een gewicht van 18.7kg netto. Dat was ons geheime wapen, maar ze had een gebrek: ze moest met halen en strijken om de boei worden getrokken. Zelfs na verplaatsing van het roer gaf dit geen verbetering."

De wedstrijd in Helsinki was in een baai aan de kust. "De duizend meter was redelijk beschermd, maar bij 10 km ging je een stuk de open zee op om de boei te ronden. De Finse marine had daar een aantal schepen neer gelegd die fungeerde als golfbreker. In onze boot hadden we spatzeilen, die Elly had gemaakt van plastic dat ze bij de V&D had gekocht. Dat voldeed prima. Maar zoals ik al vertelde, ging het boeien met halen en strijken, en daar verloren we iedere keer de aansluiting mee." 

Koch en Klingers werden uiteindelijk toch nog achtste in de serie, goed voor een plaats in de finale. Chef de mission Karel Lotsy vereerde het duo met een bezoek. Koch: "De man werd helemaal lyrisch toen hij hoorde dat wij in een door Jan zelf gebouwde boot voeren met de naam Holland. Dit was volgens hem het toppunt van echt amateurisme."

De dag van finale had Koch koorts. "Dat kwam door een ontstoken pukkel in m' n nek. Volgens de arts kwam dat door spanning. Dat kan wel kloppen want de adrenaline gierde door je bloed."
Ook hier kwamen de Nederlanders niet verder dan een achtste plaats, met een slechtere tijd dan in de serie. "En dan heb je volgens mij gefaald", meent Koch. "Achteraf had onder die omstandigheden Jan misschien beter op slag kunnen zitten. Maar zo blijft dat in onze sport: na drieënhalve minuut is het 'de dood of de gladiolen'."

Bronnen:

  • Cees Koch
  • Statistische gegevens: Olympisch Oranje, Ton Bijkerk (Tirion Sport, 2008)