
De slachtoffers die in de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen in het Nederlandse tennis zijn vandaag herdacht tijdens de Nationale Sportherdenking in Amsterdam. Voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg van NOC*NSF was bij de plechtigheid aanwezig.
Naast het inhoudelijke programma werden vijf kransen gelegd bij het beeld van Prometheus, het oorlogsmonument van de Nederlandse sport bij de entree van het Olympisch Stadion. Anneke van Zanen-Nieberg legde de bloemen namens NOC*NSF, samen met Roger Davids van de tennisbond KNLTB.
Tijdens de plechtigheid was Van Zanen-Nieberg één van de sprekers. Zij trok de vergelijking met het heden en vertelde dat de onafhankelijke olympische comités van Israël en Palestina nog altijd contact hebben. "Ze respecteren elkaars bestaansrecht en proberen, ondanks de politiek ogenschijnlijk onoverkomelijke verschillen, bruggen te slaan tussen hun organisaties en de sporters die zij representeren, alles gebaseerd op die gedeelde olympische waarden."
Ook waren er toespraken van Esther Vergeer, chef de mission van de Nederlandse paralympische ploeg, en Soufian Mbarki, wethouder Sport bij de gemeente Amsterdam.
Vergeten gedenkplaat
Elk jaar wordt een specifieke sport belicht tijdens de Nationale Sportherdenking. Dit jaar is gekozen voor het tennis. Het Davis Cup-team speelde van 1939 speelde samen voor de oorlog, maar werd daarna verdeeld door collaboratie en verzet. Zo brak Hans van Swol met Tod Hughan vanwege diens NSB-lidmaatschap. Robert de Brauw gaf zijn leven in het verzet.
Een vergeten gedenkplaat van de tennisbond KNLTB stond centraal tijdens de verhalen. Het monument werd in 1949 gepresenteerd tijdens het vijftigjarige bestaan van de bond. Hierop staan 257 namen van omgekomen tennissers, maar in de afgelopen jaren was het bestaan hiervan grotendeels vergeten.
Tijdens de Nationale Sportherdenking werd hier opnieuw de aandacht op gevestigd door enkele namen op het monument te bespreken. Dat gebeurde samen met Roger Davids, voorzitter van de KNLTB.
Zoals de broers Bert en Hans Kuik, 18 en 17 jaar oud, lid van de Tennisvereniging Arnhem en aangesloten bij een lokale verzetsgroep. Na Operatie Market Garden hielpen de broers Engelse soldaten ontsnappen uit het Sint Elisabeth Gasthuis in Arnhem. Maar ze werden betrapt en doodgeschoten op het terrein van de Rosendaelsche Golf Club.
Of Frits Hillel van Herzfeld uit Boskoop. Hij werd opgepakt omdat hij Duitse soldaten aansprak, die met hun zware militaire schoenen het tennisveld van zijn club vernielden. Na zijn arrestatie werd hij gedeporteerd naar concentratiekamp Neuengamme, waar hij in 1942 is vermoord.
Van ruim 150 namen op de gedenkplaat is bekend wie het zijn geweest. Naar de identiteit van de overige personen wordt onderzoek gedaan. Zij verdienen het om gekend en genoemd te worden. Of, zoals een tekst op het monument meldt: 'Zij zijn niet waarlijk dood die in ons harte leven'.