Papendal in al z’n facetten: dat was wat staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) tijdens zijn werkbezoek op maandag 17 februari beleefde. Van lunchen tussen de topsporters tot meekijken in de atletiekhal en bij de volleybaltraining.
Uiteraard kwam ook de sport búiten Papendal aan bod. Het sportaanbod is breed in ons land en op heel veel plekken beschikbaar. Maar steeds meer verenigingen kampen met gebrek aan ruimte en moeten noodgedwongen wachtlijsten invoeren. In krimpregio’s daarentegen, is het vechten om de sportclub te behouden. Daar worden creatieve oplossingen gevonden door de verenigingsaccommodatie breed in te zetten voor de gemeenschap.
Regionale breedtesportstrategie
Om de doelen van de Sportagenda te realiseren, kiest NOC*NSF daarom voor een regionale aanpak, op basis van data. Want 12 miljoen mensen aan het sporten in 2032, daarvoor moet je weten wat er in een bepaalde stad of regio nodig is. Groeit het aantal mensen of daalt dat juist? Wordt er gebouwd, zijn er veel kinderen? Of moet het aanbod zich juist richten op een vergrijzende bevolking? En hoe zit het met de uitstroom bij verenigingen?
Guido Davio, directeur breedtesport van NOC*NSF, lichtte deze aanpak toe en benadrukte het grote belang van samenwerking met het Rijk, gemeenten en sportbonden. Staatssecretaris Karremans verwees in zijn reactie naar zijn praktijkervaring als wethouder in Rotterdam en schetste hoe moeizaam het delen van ruimte soms verloopt: “De kantine delen is dan al moeilijk.”
Hij prees de innovatieve oplossingen van clubs die velden of zalen op een slimme manier delen.
Staatssecretaris Karremans in gesprek met een aantal handboogschutters.
Handboogschieten: veel op reis
De top-handboogschutters die op Papendal wonen en trainen, namen de staatssecretaris even mee in hun dagelijks leven: zo’n 200 tot 300 pijlen per dag afschieten tijdens ruim zes uur dagelijkse training. En: reizen, veel reizen…. Want handboogschieten is een mondiale sport, met vooral in Azië veel toernooien voor de top. En dat is kostbaar… de kosten voor uitzendingen van het handboogteam zijn in twee jaar gestegen met 30 tot 40 procent.
Niet voor alle topsportprogramma’s zijn de kosten zo sterk gestegen, maar het is wel de algemene tendens in de – inflatiegevoelige – topsport. Reden waarom NOC*NSF al vele malen pleitte voor extra geld voor de topsport om het huidige niveau te kunnen behouden.
Zo’n 20 miljoen euro extra per jaar is daarvoor nodig. Vooralsnog is dat extra geld er zeker niet; ook VWS moet bezuinigen, en dat zal na 2025 in de gehele sport merkbaar worden. De staatssecretaris had dus geen extra geld voor de handboogschutters en andere topsporters, maar zei wel hierover in gesprek te zullen blijven met NOC*NSF.
