Het onzekere politieke klimaat met betrekking tot sport was ook tijdens de Algemene Ledenvergadering van NOC*NSF op maandag 18 november op Papendal een belangrijk thema. Hoewel de btw-verhoging voor sport voorlopig van de baan lijkt, raken de belastingplannen van het kabinet de basisfinanciering van de sport. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor zowel breedtesport als topsport.
Algemeen directeur van NOC*NSF Marc van den Tweel: “Nu de plannen van het kabinet in volle omvang zichtbaar zijn, ook met betrekking tot de sportbegroting ná 2025, wordt duidelijk dat de sport een zeer instabiele periode tegemoet gaat. Tegelijkertijd is de urgentie groot; Nederland vergrijst, de zorgkosten rijzen de pan uit, er zijn alarmerende signalen over de mentale gezondheid van jongeren. Dat vereist van ons dat we alert en assertief blijven; samen met andere maatschappelijke partijen zullen we vanuit de sport blijven hameren op de effecten van bezuinigingen.”
Nu de plannen van het kabinet in volle omvang zichtbaar zijn, wordt duidelijk dat de sport een zeer instabiele periode tegemoet gaat.
Marc van den Tweel, algemeen directeur NOC*NSF
Pijnlijke beslissingen
De eerste gevolgen van de keuzes van dit kabinet worden eind november zichtbaar bij de verdeling van de topsportgelden voor de volgende olympische en paralympische cyclus. De kostenstijgingen, door onder andere inflatie, zijn op geen enkele wijze gecompenseerd.
André Cats, directeur topsport bij NOC*NSF, liet al eerder berekenen dat er jaarlijks 20 miljoen euro extra nodig zou zijn om de topsport in ons land op het huidige niveau te kunnen handhaven. Cats: “We zullen dan ook pijnlijke beslissingen moeten nemen waarbij we zeker niet alle ambities van de sportbonden kunnen honoreren. Onze toptiendoelstelling met zoveel mogelijk presterende sporten komt onder druk te staan. Dat is doodzonde na de prachtige sportzomer die we beleefd hebben. Ons topsportsysteem met de TeamNL-centra loopt bovendien risico door bezuinigingen die vanaf 2026 gepland staan voor gemeenten waar TeamNL mee samenwerkt.”
World Games
NOC*NSF zal voor de komende World Games, volgend jaar in het Chinese Chengdu, samen met onder andere het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV), de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de uitzending van de Nederlandse sporters. De World Games vormen het hoogste podium voor de (meestal) niet-olympische topsporten.
Volgend jaar komen zo'n vierduizend sporters uit in 32 sportdisciplines. Een voorbeeld is de sport parkour, die sterk wint aan populariteit. De World Games zijn nadrukkelijk inclusief, wat betekent dat er ook parasporten op het programma staan. De World Games maken deel uit van de olympische beweging en hebben een overeenkomst met het IOC.
Tot en met de editie van 2021 in Birmingham (VS) was het KNKV verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitzending naar de World Games. NOC*NSF speelde daarbij slechts een ondersteunende rol. Nu neemt de sportkoepel de volledige verantwoordelijkheid voor de uitzending van Nederland, om daarmee te benadrukken hoe belangrijk de niet-olympische (top)sporten zijn, ook als het gaat om het inspireren van amateursporters.
Van bestuur naar Raad van Toezicht-model
Op de Algemene Ledenvergadering bespraken de leden ook de volgende stap naar een andere bestuurscultuur. Dat betekent dat het (vrijwillige) bestuur plaats maakt voor een Raad van Toezicht. Zo versnelt NOC*NSF de besluitvorming en opereert de organisatie slagvaardiger in het belang van de leden (de sportbonden). Ook vindt het bestuur het niet meer verantwoord om – formeel – de aansprakelijkheid te dragen voor de gehele organisatie, terwijl er in de praktijk een flinke afstand bestaat.
Een Raad van Toezicht biedt de mogelijkheid om de vinger aan de pols te houden, ook bij de directie die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken. De Algemene Ledenvergadering blijft het hoogste orgaan binnen de vereniging en benoemt ook de Raad van Toezicht.
Regionale aanpak breedtesportstrategie
Om de ambities op het gebied van breedtesport te realiseren, wil NOC*NSF de verenigingen ondersteunen en versterken. Dit gebeurt onder andere door het geven van concrete adviezen aan bestuurders en het bevorderen van de deskundigheid van trainers en officials.
Ook het creëren van ruimte voor sport in stedelijke gebieden, of het behouden van verenigingen in krimpgebieden, krijgt meer aandacht. Dit vereist een regionale aanpak die inspeelt op de lokale behoefte, waarbij demografische gegevens en andere data veel nadrukkelijker worden benut.
Daarnaast maakt het veranderende gedrag van nieuwe generaties sporters en het andere gebruik van accommodaties deel uit van de breedtesportstrategie. NOC*NSF stelt als doel dat in het jaar 2032 wekelijks 12 miljoen mensen sporten in Nederland. Dit vraagt, aldus directeur breedtesport Guido Davio, om een gerichte aanpak per leeftijdscategorie en per regio. De komende periode werkt NOC*NSF de strategie voor de breedtesport verder uit met regionale ‘aanvalsplannen’.