Bonden Sociale veiligheid

Integriteit in de sport: stap voor stap vooruit

31 mei 2024
Integriteit in de sport: stap voor stap vooruit

Integriteit staat steeds hoger op de agenda binnen de sport. Niet langer als een ‘taak’ die óók uitgevoerd moet worden, maar als structureel onderdeel van het beleid. Het afgelopen jaar hebben meer dan 20 sportbonden hier hard aan gewerkt, vaak in samenwerking met een integriteitsmanager die zich in het onderwerp heeft verdiept: van preventie tot casuïstiek. Daarmee werken we aan een eerlijke en veilige sportomgeving.

We spreken de directeur van de Nederlandse Dart Bond (NDB), de manager sportparticipatie van de Koninklijke Nederlandse Schaatsbond (KNSB) en de integriteitsmanager van de Nederlandse Basketball Bond (NBB) over de stappen die zij hebben gezet en waar nog terrein te winnen valt.

Steeds meer aandacht voor integriteit

“Terecht en goed dat er steeds meer aandacht voor is”, begint Paul Engelbertink, directeur van de NDB. “We staan voor een veilige, eerlijke en schone sport, met een aanpak die integriteit bevordert én bewaakt. Gelukkig merk je dat het niet alleen binnen de sport maar ook in de maatschappij steeds meer onder de aandacht komt.” Wouter Ypma, integriteitsmanager bij de Nederlandse Basketbal Bond stemt in: “Als je het aantal meldingen vergelijkt met een aantal jaar geleden, zie je dat dit is gestegen. Dat betekent niet per se dat er meer zaken spelen, maar dat mensen zich meer willen uitspreken.”

Zowel de NDB als de KNSB hebben sinds vorig jaar via NOC*NSF een integriteitsmanager binnen de organisatie. Jurre Trouw, manager sportparticipatie binnen de KNSB, licht toe: “Door de inzet van een integriteitsmanager heeft het onderwerp een professionelere lading gekregen. Vroeger kwam het onderwerp ‘erbij’, maar niemand had het onderwerp écht als prioriteit. Door de inzet van de integriteitsmanager is het onderwerp nu goed geborgd binnen de organisatie. Dat zie je terug in de kwaliteit.” Engelbertink vult aan: “Als bond met een kleine werkorganisatie hebben we beperkte tijd beschikbaar om sociale veiligheid goed te borgen, beleid te ontwikkelen en zorgvuldig op te treden bij meldingen. Met de komst van een integriteitsmanager kan dit wel en maken we ook flinke stappen.”

Eerlijk en onafhankelijk

Dat het onderwerp steeds meer geborgen is, herkent Ypma vanuit zijn rol goed. “Binnen de bond hebben wij een aantal personen die de casuïstiek kunnen oppakken. Dit zijn een accountmanager, de vertrouwenscontactpersonen en de integriteitsmanager. Voorheen was dit wat meer versnipperd en kon een melding op meer plekken binnenkomen.” Dat kan lastig zijn, legt Ypma uit. Zowel voor de collega die hierdoor overvallen wordt, maar ook voor de betrokkenen die een eerlijk en onafhankelijk meldproces verdienen. “Een verhaal heeft altijd twee kanten. Bij een signaal is het daarom van belang om een zo goed mogelijk onderscheid te maken tussen de intentie waarmee iets is gezegd, de feitelijke uitspraak en de beleving bij een melder.’’

De bond heeft hier nu een duidelijkere procedure voor liggen, en het team waarin Ypma functioneert kan de melders daarmee verder helpen. “Nu die procedure helder is, merken we ook dat de lijnen met de vertrouwenscontactpersonen beter worden benut. Daarnaast bekijken we ook bij (het bestuur van) een lokale vereniging of er ondersteuning geboden kan worden wanneer melders ergens tegenaan lopen.’’

Eigenaarschap claimen

“Uiteindelijk willen we dat sociale veiligheid, matchfixing en doping ingeburgerd zijn binnen onze achterban”, vertelt Engelbertink. “Al geruime tijd geven we hier aandacht aan met onze campagne NDB Fair Play. Maar het hele vraagstuk is breder dan dat. Het moet verankerd zijn in je beleid. Clubs staan hier ook wel open voor: ze weten dat het belangrijk is, en dat ze er iets mee moeten. Maar tóch krijgt het nog niet altijd de juiste aandacht.” Dat heeft te maken met eigenaarschap, denkt Trouw. “Dat hebben we binnen het bondsbureau gezien met de komst van de integriteitsmanager. Voordat iemand volledig verantwoordelijk was, werd het nooit echt een prioriteit. Datzelfde gebeurt bij clubs.”

Om clubs uit te dagen op dat eigenaarschap, gaat de KNSB de basiseisen sociale veiligheid verplicht stellen. “We hebben gezien dat de basiseisen verplicht werden gesteld door de gemeente Amsterdam en meerdere gemeentes volgen. Wij zijn nu aan het uitwerken hoe wij onze verenigingen ondersteunen bij het implementeren. Niet omdat we ‘streng’ willen optreden, maar vooral om te helpen. Uiteindelijk wil je als club aan je (potentiële) leden en ouders laten zien dat je er alles aan doet om kinderen veilig te laten sporten. En aan de andere kant: als je het niet op orde hebt en er gebeurt wat – hoe leg je dat dan nog uit?” De bond heeft de achterban al meegenomen in het plan aan de hand van bijeenkomsten, ophaalsessies en peilingen. Met het aanstellen van een projectleider brengen wij nu alle informatie in kaart en kunnen we later dit jaar daadwerkelijk communiceren.”

Handvatten en stapjes

Maar, zeggen de drie bonden, alle handvatten die we clubs kunnen bieden helpen. “Bijvoorbeeld door stukjes tekst aan te leveren of heel concreet verenigingen helpen bij het opstellen van hun gedragscodes. Noem maar op. Maar we organiseren bijvoorbeeld ook bijeenkomsten waarin we nu langer stilstaan bij integriteit dan voorheen. Dat was in het begin spannend, maar je ziet dat het werkt: wat kan je doen? wat móet je doen? wat hebben we gedaan en waar kan een ander weer van leren? Dat zijn waardevolle gesprekken,” aldus Engelbertink. Ook Ypma ziet de waarde van het bij elkaar brengen van clubs: “We zetten ons in om het netwerk van vertrouwenscontactpersonen binnen de bond sterker te maken en met elkaar in contact te brengen. Zij kunnen veel van elkaar leren of misschien zelf hun krachten bundelen.”

Trouw is het daarmee eens: “We horen soms (terecht) kritische kanttekeningen, zoals de regeldruk van vrijwilligers, maar het is aan ons om te laten zien dat we ze daarmee kunnen helpen en in kunnen faciliteren. We zetten in op kleine, behapbare stappen en stimuleren vooral dat clubs met elkaar in gesprek gaan. Uiteindelijk is dat het meest leerzaam.”

Doorzetten

Emiel Krijt, manager van afdeling integriteit NOC*NSF, is blij om te zien dat de inzet van integriteitsmanagers wordt gewaardeerd en dat de resultaten hiervan in de praktijk terug te zien zijn. Bijvoorbeeld bij de opvolging van casuïstiek en het opzetten en uitvoeren van preventieve activiteiten. In een jaar is hier heel veel gebeurd. Mede door extra investering vanuit VWS en een bijdrage uit het bestedingsplan is het aantal integriteitsmanagers per 1 mei 2024 uitgebreid naar 10 waardoor we nu 35 sportbonden kunnen bedienen.

Deel dit artikel op social media: