In 2018 brachten popsterren Sting en Shaggy het nummer Dreaming in the U.S.A. uit. De eerste coupletten van dat nummer brengen bij uitstek mijn persoonlijke geschiedenis en connectie met dat land onder woorden:
I was a boy, I was dreaming of the U.S.A.
All the movies I see are from the same place.
All the music I love is from the U.S.A.
All the stars that I see have an American face.
The only blue jeans I wear are from the U.S.A.
The sneakers here on my feet, they are American made.
Presley, Monroe and Dean are from the U.S.A.
Louis Armstrong, Sinatra and Marvin Gaye.
(Nummer geschreven door Sting, Martin Kierszenbaum, Shaggy, Dominic Miller en Rohan Rankine).
Dertig jaar geleden bezocht ik de VS voor de eerste keer – en nadien ben ik er heel veel geweest. Voor werk bij Amerikaanse (en wereldwijde) werkgevers, op lange vakanties, talloze studiereizen en diverse cursussen aan Amerikaanse business schools. Amerikanofiel? Dat mag je gerust zo stellen.
Summum
Qua sport is Amerika voor mij natuurlijk ook in veel opzichten het summum. Een bezoek aan bijvoorbeeld een basketbalwedstrijd is een belevenis. Volop entertainment (dat is een understatement), een vriendelijke atmosfeer (rellen tussen supportersgroepen zijn bijna ondenkbaar) in combinatie met onversneden topprestaties, maken een avondje sport in de VS al snel tot een onvergetelijke gebeurtenis.
En met de professionele bril op: de verdienmodellen rond de sport zijn een voorbeeld voor de Europese sportwereld. Commercie, fanbeleving en bekostiging van de sport gaan hand in hand.
Bezoeken aan Amerikaanse universiteiten en colleges laten een soortgelijk beeld zien. Prachtige high-end faciliteiten, stevige en aansprekende competities, mogelijk gemaakt door de combinatie van markt, overheidsfinanciering (ja, ook daar dus) en geefgeld (filantropie).
Flipside
De flipside is echter ook evident. In sport aldaar staat presteren altijd voorop – en niet sportplezier. Dat zorgt ervoor dat grote groepen jongeren niet of nauwelijks aan sport doen, op die fantastisch geoutilleerde campussen.
Er bestaat ook zoiets als de Amerikaanse nachtmerrie: een land waar obesitas, kanker, dementie, hart- en vaatziekten welig tieren – mede veroorzaakt door structurele bewegingsarmoede.
Marc van den Tweel
Ook het ontbreken van een verenigingsstructuur zorgt ervoor dat na het afronden van de opleiding het zwarte gat van niet-sporten wacht. Daarbij komt dat de overheid niet (structureel) geld steekt in breedtesport.
Het gebrek aan institutionele bekostiging van bijvoorbeeld sportbonden en -verenigingen maakt dat de sportdeelname op een wereldwijd dieptepunt verkeert! Daarnaast is er geen land ter wereld dat zoveel serieuze gezondheidsissues heeft.
In veel opzichten bestaat the American Dream. Zeker. Er bestaat echter ook zoiets als de Amerikaanse nachtmerrie: een land dat niet structureel en institutioneel investeert in sportparticipatie. Met als gevolg dat grote aantallen (miljoenen!) mensen geen sportplezier kunnen ervaren en een land waar obesitas, kanker, dementie, hart- en vaatziekten welig tieren, mede veroorzaakt door structurele bewegingsarmoede. De VS is in veel opzichten een voorbeeld van hoe het moet – maar ook hoe het níet moet.
Marc van den Tweel,
Algemeen directeur NOC*NSF
(Bij het schrijven van deze column net terug van een werkbezoek aan Los Angeles, de plek waar in 2028 de Olympische en Paralympische Spelen gaan plaatsvinden. Reken erop dat dat een fantastisch evenement gaat worden!)