Nevobo zet in op de 4 v’s voor sociale veiligheid: “We dagen niet alleen clubs uit, maar ook onszelf.”
4 december 2023Sociale veiligheid staat hoog op de agenda van de Nevobo. Niet alleen voor de sportclubs, maar ook voor het bondsbureau. "We streven ernaar dat al onze clubs werk maken van sociale veiligheid", vertelt programmamanager Janine Pleizier. Om dat te realiseren zet de bond al een aantal jaar flink in op het preventief beleid. "De 4 v’s zijn voor ons het minimale waarvan we vinden dat de organisatie en clubs aan moeten voldoen."
De basis van een toekomstbestendige sport
"De basis van de sport", begint Pleizier, "is een veilige sportomgeving waar mensen zich geborgen voelen en zichzelf kunnen zijn. Want een sociaal veilige sport draagt niet alleen bij aan je prettig voelen op persoonlijk niveau, maar óók aan een toekomstbestendige sport. Het zorgt er niet alleen voor dat mensen zich aanmelden, maar ook dat ze blijven. Als de sociale veiligheid niet goed geregeld is, breekt het clubs af. Mensen haken af, vrijwilligerswerving wordt lastiger en er gaat misschien wel een onveilige cultuur op je club heersen."
"Gelukkig is er steeds meer aandacht voor sociale veiligheid”, vervolgt Pleizier, "bijvoorbeeld via het VOG-beleid, of op lokaal niveau. Maar óók door het aantal stijgende meldingen binnen de sportsector. Het wordt steeds bespreekbaarder, dat zie je overal. Het voelt alsof we het steeds normaler beginnen te vinden, dát we dit met elkaar regelen en het er met elkaar over hebben. Dat maakt dit ook hét moment om door te pakken."
De bond kijkt daarom ook kritisch naar eigen beleid. "Tot nu toe hebben we ons vooral gefocust op jongeren. Maar dat willen we breder aanpakken, zoals sommige andere sportbonden al doen. Een sociale sportomgeving is namelijk voor iedereen belangrijk, niet alleen voor kinderen."
Implementeren van de 4 v's
Allereerst streeft de bond naar het implementeren van de 4 v’s binnen alle clubs. "We vinden eigenlijk dat alle clubs aan deze basis zouden moeten voldoen. Daarom denken we actief na over mogelijke aanvliegroutes." Die aanvliegroutes gaan gepaard met de eigen wil van de club om met het onderwerp aan de slag te gaan. "Idealiter zeggen mensen uit eigen beweging dat ze het onderwerp belangrijk vinden. Niet omdat het voorwaardelijk is. Maar we willen clubs wel helpen bij het doorvoeren van het onderwerp. Die ondersteuning bieden we graag: aan welke functies moeten ze bijvoorbeeld denken, hoe doe je dat dan en hoe registreer je dat?"
Niet voor iedereen even vanzelfsprekend
Pleizier beseft dat het thema misschien niet voor iedereen gesneden koek is. "Ik ben dagelijks met het thema bezig, en het is voor mij eigenlijk al vanzelfsprekend om aan de vier v’s te voldoen. Maar vergis je niet: vrijwilligers bij een club hebben vaak maar weinig tijd óf zijn misschien helemaal niet thuis in het onderwerp. Daarom begrijp ik ook heel goed dat het voor een club wat tijd kost om de vier v’s te normaliseren. Zo hebben wij dit binnen onze interne werkorganisatie ook ervaren."
Maar met geduld en de kracht van herhaling lukt het wel, merkt Pleizier. "Ik denk dat het goed is om te realiseren dat mensen bij clubs op verschillende manieren in beweging komen. Sommige mensen schieten bijvoorbeeld in de actie wanneer er iets gebeurt, iemand anders ziet juist weer de maatschappelijke kant, en weer iemand anders is intrinsiek gemotiveerd of ziet het juist als kans om te werken aan ledenplezier."
Het vinden van de juiste persoon binnen een club is dan ook belangrijk. "Door alleen te focussen op het bestuur, sluit je veel mogelijke kansen uit. Maar één van de grootste learnings die ik persoonlijk heb gehad, is dat je mensen uit moet leggen dat ze het niet allemaal zelf hoeven te doen en ze daar dan ook bij helpen."
Het goede voorbeeld geven
Hoe helpt de bond daar dan bij? Pleizier noemt een aantal voorbeelden: "We besteden eigenlijk al jaren veel aandacht aan het onderwerp. We organiseren jaarlijks sessies over preventief beleid en wat je als club kan doen als er iets aan de hand is. Hiermee proberen we zoveel mogelijk clubs te bereiken, wat gelukkig aardig lukt. Ook onderhouden we goed contact met onze vertrouwenscontactpersonen. We houden ze op de hoogte van de actualiteit en zoeken de verbinding op met als doel ze te betrekken en te activeren rondom preventief beleid. Tegelijkertijd proberen we trainer-coaches bewuster te maken van hun rol en tegelijkertijd ook hun kwetsbaarheid via een bijscholing."
"Met al deze acties wil de bond zoveel mogelijk het goede voorbeeld geven", vertelt Pleizier. "We vinden het belangrijk om ook binnen de organisatie te kijken wat we zelf kunnen doen. We dagen niet alleen clubs hierop uit, maar ook onszelf. Nu, na een aantal jaar hard werken aan dit thema, is aanzienlijk verschil te merken", geeft Pleizier aan. "Je merkt dat het zetten van de eerste stap al veel vanzelfsprekender is. Dat is gaaf om te zien."
Binnen de Nevobo vraagt nu 1/3e van de clubs VOG’s aan, dat is al heel positief – zeker ten opzichte van een aantal jaar geleden. Maar we streven nog altijd naar de 100%