"Maak basiseisen sociale veiligheid ook voor amateursport vanzelfsprekend"
23 mei 2023De basiseisen op het gebied van sociale veiligheid moeten ook voor de amateursport vanzelfsprekend zijn. Dat is nu niet het geval. Professionals en vrijwilligers in het onderwijs, de kinderopvang en bij Scouting Nederland moeten een verklaring omtrent gedrag (VOG) overleggen. Ook in de topsport geldt een VOG-plicht voor trainers en begeleiders. Maar in de amateursport is dit de vrije keuze van sportaanbieders.
Kinderen en jongeren (en hun ouders) moeten op de sportclub op dezelfde basisbescherming kunnen rekenen als op school en in de kinderopvang. Die basis begint met trainers en begeleiders van kinderen en andere kwetsbare groepen om een VOG te vragen. Die oproep doet Marc van den Tweel, algemeen directeur NOC*NSF, tijdens het tweede jaarcongres van het Centrum Veilige Sport Nederland. Mariëtte Hamer, regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld ondersteunt deze oproep.
Marc van den Tweel: "Het is maatschappelijk niet uit te leggen dat een kind op school en op de opvang een bepaalde mate van bescherming geniet door eisen die we stellen aan begeleiders, terwijl die eisen niet meer gelden op de sportvereniging waar het kind buiten schooltijd naartoe gaat."
Gratis VOG-regeling
Op dit moment stellen ongeveer 5.000 van de in totaal ruim 24.000 bij sportbonden aangesloten verenigingen een VOG verplicht voor vrijwillige en betaalde medewerkers die met kwetsbare groepen werken. In de meeste gevallen kunnen zij voor vrijwilligers via NOC*NSF gebruikmaken van de gratis VOG-regeling.
Sommige gemeenten, met Amsterdam als koploper, eisen bij (financiële) samenwerking met aanbieders van amateursport dat ze voldoen aan de basiseisen sociale veiligheid. Die bestaan uit naast de verplichte VOG uit een gedragscode, een vertrouwenscontactpersoon en (digitale) pedagogische scholing voor begeleiders.
Het is niet uit te leggen dat een kind op school en op de opvang een bepaalde bescherming geniet door eisen die we stellen aan begeleiders, terwijl die eisen niet meer gelden op de sportvereniging
Marc van den Tweel, algemeen directeur NOC*NSF
Mariëtte Hamer, regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld: “Het is goed als deze eisen algemeen worden. Een VOG is een belangrijk middel om de veiligheid te bewaken, ook in de amateursport. Daarnaast is het van groot belang dat er ook in de amateursport gedragscodes en vertrouwenspersonen zijn."
"En het begint natuurlijk allemaal met een open en veilige cultuur waarin je elkaar durft aan te spreken en respectvol met elkaar omgaat. Daarvoor is alertheid nodig, zodat we veel sneller kunnen reageren als er seksueel grensoverschrijdend gedrag dreigt. Dat moet breed worden opgepakt in de verenigingen. Ik hoop dat alle amateurverenigingen daar de schouders onder willen zetten."
Vrijwilligers niet teveel belasten
Er is geen eenduidige uitleg voor het feit dat zo weinig verenigingen een VOG verplicht stellen. Vaak wordt als argument gebruikt dat er al zoveel wordt verwacht van vrijwilligers en dat men geen extra drempel wil creëren bij het werven van vrijwilligers. Bovendien houdt een VOG niet alle vormen van grensoverschrijdend gedrag tegen.
NOC*NSF vindt een wettelijke verplichting niet de oplossing. Van den Tweel: “Het moet een vanzelfsprekend begin zijn van het creëren van een veilig sportklimaat op de club. Niet een afvinkpunt in de administratie."
"Zolang het Centrum Veilige Sport Nederland nog steeds meldingen krijgt van de meest zwart-witte vormen van seksueel misbruik, hoeven we niet te discussiëren over het nut van een VOG. En natuurlijk is er meer nodig dan basiseisen en moeten we vooral het gesprek aangaan over álle vormen van grensoverschrijding."