Lang waren de waterschappen een weinig zichtbare bestuurslaag en werd hun belang slechts gezien door direct betrokkenen. Daarin is gelukkig verandering gekomen. Klimaatverandering is daarbij een belangrijke factor. Meer dan ooit is er het besef dat waterschappen onmisbaar zijn voor veiligheid in onze delta en voor voldoende, schoon water voor natuur en landbouw. Waterschappen kunnen daarnaast op een unieke manier maatschappelijke betekenis krijgen voor al die mensen die – zeker met het voorjaar in de lucht – naar buiten willen (en wie wil dat niet).
De waterschappen zijn immers zo’n beetje de grootste beheerders van het Nederlands buitengebied en dat brengt een brede(re) maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. De demografische ontwikkelingen in Nederland vereisen immers dat we in recreatie, ontspanning en geestelijke- en lichamelijke fitheid blijven investeren. Buitensporten, zoals wandelen, zijn daarbij van groot belang. Wandelen is niet voor niets één van de snelst groeiende vormen van sportief bewegen. En dat doen we vooral buiten de bebouwde kom, liefst in het groen.
Gebrek aan ruimte
Eén van de problemen waarin we in dat perspectief tegen aanlopen is het grote gebrek aan ruimte. Van bijvoorbeeld natuurbeheerders wordt, vaak ook via subsidievoorwaarden, gevraagd om hun terreinen open te stellen voor sport en recreatie. Tegelijkertijd conflicteert dat soms met hun beschermingsdoelstellingen. Op het eerste gezicht een ingewikkeld vraagstuk – dat tegelijkertijd ook in belangrijke mate oplosbaar is door ‘zonering’. Waar mag wat wel – en wat niet? Met nuchterheid en respect voor verschillende doelstellingen is veel op te lossen.
Kijkend naar de kaart van Nederland zien we echter in het buitengebied een schat aan potentiële lange wandelpaden in landelijk gebied
Marc van den Tweel
Dat neemt niet weg dat we in Nederland een chronisch gebrek aan (vrij toegankelijke) ruimte hebben. Zeker In het groen. Dat delen we noodgedwongen op een mooie zondagmiddag met wel heel veel mensen… Kijkend naar de kaart van Nederland zien we echter in het buitengebied een schat aan potentiële lange wandelpaden in landelijk gebied, waardoor niet elke frisse neus hoeft te landen in beschermde natuurgebieden.
Op sommige plaatsen hebben waterschappen hun schouwpaden al toegankelijk gemaakt voor de wandelende bezoeker. Daar kun je kilometers lopen in alle rust, met weidse vergezichten en het geluid van de vogels. Er liggen nog vele honderden kilometers van dit soort (boerenland) paden langs sloten, watergangen, kanalen en beken te wachten om opengesteld te worden.
Fantastische gebieden
Lang niet altijd hardcore natuur met zeldzame plant- en diersoorten, maar wel fantastische gebieden voor een groene, sportieve beleving. Waarbij je aan den lijve ervaart dat wandelen een bewezen positief effect heeft op gezondheid en welbevinden, juist in contact met de natuur. (En als je geluk hebt, zie je misschien een otter…)
Waterschappen hebben geen openstellingsplicht. Hun aan watergangen grenzende terreinen hebben functionele bestemmingen, zoals onderhoud. Hoe mooi zou het zijn als zij de verantwoordelijkheid namen om die terreinen open te stellen in een breder maatschappelijk belang. Immers, de waterschappen zijn ook publiek gefinancierde terreinbeheerders. Met openstelling maken ze recreëren en bewegen mogelijk in hun areaal.
Wij roepen de colleges van dijkgraven en heemraden die na 15 maart gevormd zullen worden, dan ook met kracht op om actief te onderzoeken hoe zij hun gebieden waar mogelijk open kunnen stellen. Om nieuwe ontdekkingstochten te voet mogelijk te maken in de Nederlandse buitenruimte, in het belang van een gezond en sportief Nederland.
Dit artikel verscheen als ingezonden opinie-artikel in het AD op 21 maart 2023, ondertekend door de directies van NOC*NSF, de ANWB, de Koninklijke Wandelbond Nederland en De Landschappen.