Sportdeelname Voel je thuis in de sport

Iedereen is welkom: aandacht en openheid helpen

NOC*NSF 13 februari 2023
Iedereen is welkom: aandacht en openheid helpen

Iedereen moet zich thuis kunnen voelen in de sport. Een boodschap waar de gezamenlijke sport én sporters achterstaan. Maar, terwijl dit voor de één misschien heel logisch is, wordt het door de ander nog nauwelijks gevoeld. Ook onder gender- en seksediverse personen is dit soms helaas nog het geval. Aandacht en open gesprekken helpen. We spreken de KNZB, Amstelveense Rugby Club over hun ervaringen met LHBTIQ+ en de stappen die zij zetten om te werken aan een open sport voor iedereen. Én we spreken een fanatiek ijshockeyer over wat het met je doet om je écht welkom en gezien te voelen.

Overal en altijd toegankelijk
Bij de KNZB kwam het onderwerp op tafel nadat zij een paar jaar geleden de vraag kregen of ze mee wilden varen met de Canal Parade in Amsterdam. Irma Duim, werkzaam als projectleider binnen de KNZB, pakte dit destijds op. “Ik heb toen aan de LHBTIQ+ verenigingen binnen onze bond gevraagd of het nodig was. Dat werd beantwoord met een duidelijke ‘ja’.” Irma legt uit: “Binnen de LHBTIQ+ verenigingen voelen gender- en seksediverse personen zich op hun gemak; ze hoeven niet uit de kast te komen en komen thuis in een ‘warm bad’. Máár dat neemt niet weg dat zij zich eigenlijk binnen iedere vereniging welkom zouden moeten voelen. Dat is nog lang niet het geval.” Door de gesprekken die Irma voerde met de LHBTIQ+ verenigingen leerde zij veel over het onderwerp en de aandacht die het verdient. “Nadat het eerste contact was gelegd, kwamen we er al snel achter dat we als bond nog veel stappen konden maken. Daar maak ik me sindsdien hard voor.”

Kleine stapjes boeken resultaat
Nu, vier jaar later, weten bijna alle verenigingen binnen de KNZB Irma te vinden. “Door in gesprek te blijven leer je steeds beter wat er speelt, waar aandacht voor nodig is en hoe we zowel de sporters als de clubs kunnen ondersteunen.” Irma krijgt dagelijks veel vragen, die ze samen met een pool van experts zo goed mogelijk probeert te beantwoorden. Dingen zoals hoe om te gaan met genderneutrale kleedkamers, non-binaire wedstrijdzwemmers, de X registratie in Sportlink en leden die uit de kast willen komen passeren de revue. Alle kleine stapjes die worden gezet boeken samen veel resultaat. “Maar, bovenal is het mooi dat we onze verenigingen kunnen helpen doordat we als bond de juiste experts om ons heen hebben verzameld. Dat maakt het échte verschil.”

Mick Haupt Unsplash rugbyballen

Sport boven gender
Binnen de Amstelveense Rugby Club (ARC) is het streven dat iedereen welkom is én zich welkom moet voelen. “Dat blijft op internationaal niveau, binnen de rugbysport, helaas nog achter.” Legt Michelle Borm, oud-voorzitter van de reguliere vereniging ARC en actief lid van de LHBTIQ+ rugbyvereniging ARC Amsterdam Lowlanders, onderdeel van ARC, uit. “Op internationaal niveau is er door verschillende bonden en World Rugby, gezegd dat transpersonen, specifiek transvrouwen, uitgesloten moeten worden van de competitie: rugby is een hele fysieke sport, en zij zouden hierdoor misschien sterker zijn dan de rest en daardoor niet goed binnen de groep passen of zelfs een gevaar vormen.” Maar, vertelt Michelle, individueel verschil in de groep is er altijd. “Het gaat erom dat je de sport leuk vindt. Als dat zo is, ben je van harte welkom. Hoe je er verder uitziet, hoe je je identificeert en hoe sterk je bent, maakt niet uit.” In tegendeel, geeft Michelle aan: diversiteit is juist goed voor de groep. “Binnen het reguliere rugby heb je veel verschil in lichaamsvormen. Daar kan je elkaar juist mee aanvullen. Sommigen zijn misschien sterker – anderen zijn behendiger, bijvoorbeeld. Verschil is iets wat bij de sport hoort, en hoeft, zolang je de techniek beheerst en getraind bent, geen probleem te zijn, zeker niet in de amateursport. Dus waarom zouden we transpersonen als verschillend zien, en ze daarmee uitsluiten? Gelukkig staat de Nederlandse bond hier hetzelfde in als wij.”

All genders are welcome

Dat iedereen welkom is, is voor ARC Amsterdam Lowlanders dus een vanzelfsprekendheid. “Maar, we communiceren er ook steeds explicieter mee, door bijvoorbeeld ‘all genders are welcome’ te benoemen.” Dat werkt goed volgens Michelle, want je kunt het misschien wel denken – maar dat betekent niet dat het duidelijk is voor de sporter. Michelle hoopt op een inclusieve sport, waar de LHBTIQ+ community zich binnen iedere vereniging meer dan welkom voelt. “Maar blijf de verbondenheid van die community bewaken.” voegt ze nog toe. “Aan de ene kant wil je dat een LHBTIQ+ groep volledig integreert binnen een vereniging. Maar aan de andere kant voelt iedere sporter zich uiteindelijk fijner in een groep gelijkgestemden met een eigen identiteit. Zie het als een team binnen je vereniging: je hoort er helemaal bij, maar je team is van jou.”

IJshockeyer Gerhard Crous Unsplash

Begrip van de club
Wat het met je doet om je welkom te voelen, weet Finn. Hij speelt al twee jaar ijshockey in Breda. Een sport waar hij zijn passie in kwijt kan. “IJs in combinatie met de hockeystick was een winner.” vertelt zijn moeder, Nathalie ons. Afgelopen zomer nam Finn daarom deel aan het Dutch Elite Development Camp, georganiseerd door IJshockey Nederland. Het gezin besloot om van te voren het bestuur van het kamp in te lichten over de situatie van Finn. “Dat Finn trans is, vertellen we niet altijd, maar soms moet je wel. Tijdens zo’n kamp moet je gezamenlijk douchen, bijvoorbeeld, en we wilden niet dat het een ‘geheim ding’ werd en Finn daardoor misschien wel anders behandeld zou worden.”

Openheid voorkomt negativiteit

Het gezin schoof om tafel met het bestuur van het kamp. “Dat was heel positief.” Vertelt Nathalie, “Ze hadden alle begrip voor Finn zijn situatie en hebben samen met ons gekeken hoe we het tijdens het kamp aan de groep zouden vertellen. Daarnaast hebben ze zich ook zorgvuldig ingelezen op het onderwerp, zodat ze Finn zelf ook goed konden ondersteunen.”

Gelijk de eerste dag van het kamp werd de groep aangesproken. “Er werd gesproken over de gedragsregels. Dat moment hebben ze aangegrepen om Finn’s verhaal te delen en vragen te beantwoorden.” Toen was het ook goed, vertelt Nathalie. “Er was geen vervelend woord meer over gevallen en Finn heeft zelf ook geen negativiteit ervaren. Tijdens het kamp werd Finn meerdere keren gevraagd door de begeleiding of ze hem nog ergens mee konden helpen. “Dat gaf bij Finn het gevoel dat er goed naar hem geluisterd werd wanneer dat nodig zou zijn.” Resultaat: een mooi kamp, sportplezier én veel vooruitgang als sporter.

Deel dit artikel op social media: