Jos Hermens: “Zeventien doden. Dan is het voor mij voorbij!”
Richard Schoonderwoert 29 augustus 2022Tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München pleegden Palestijnse terroristen een aanslag op de Israëlische ploeg. De Spelen gingen door, wat de sporters voor een dilemma stelde: zet je je af tegen de keuze van het IOC of ga je toch je olympische droom achterna? Oftewel, ga je naar huis of blijf je? Voor atleet Jos Hermens was het meteen klaar.
“Ik ben pacifist. Altijd geweest. Ik ben tegen geweld.” In kernachtige bewoordingen maakt Jos Hermens nog maar eens duidelijk waarom hij in 1972 de Olympische Spelen in München verliet en waarom hij daar nog altijd achter staat. Hij hoefde geen moment na te denken over zijn besluit, nadat een gijzeling van Israëlische sporters en officials door Palestijnse terroristen was uitgelopen op een bloedbad.
Relaxt
Het zou de eerste olympische deelname worden voor de Nijmeegse atleet. De langeafstandsloper had zich gekwalificeerd voor de 5.000 meter. Ervaring opdoen was zijn belangrijkste doel. “Ik hoopte dan vier of acht jaar later om de medailles te kunnen meedoen”, vertelt hij.
Hermens kwam terecht in een modern en vrolijk sportfeest. Zesendertig jaar eerder waren de Spelen in Berlijn uitgelopen op een propaganda-show van de nazi’s. In München wilden de Duitsers voor de wereld afrekenen met dat geschonden imago. “Ze wilden het andere Duitsland laten zien”, weet Hermens. “Vrolijk, mooi, alles was relaxt. Maar ik was 22. Ik was daar niet zo mee bezig. Ook niet met het verschil ten opzichte van Berlijn 1936.”
Klungelig
Maar juist München zou een nieuwe zwarte bladzijde worden in de geschiedenis van de Olympische Spelen. In de nacht van 5 september 1972 overvielen Palestijnse terroristen de Israëlische ploeg. Hermens: “Volgens mij hoorde ik bij het ontbijt van een official dat er een overval was gepleegd. Dat is nu onvoorstelbaar, maar we hadden geen informatie. Er waren geen honderd camera’s, we hadden geeneens tv in ons appartement. In Nederland wisten ze meer dan in het dorp.”
Nog diezelfde dag kwam de gijzeling tot een dramatische ontknoping. Daarbij werden elf leden van de Israëlische equipe en een Duitse politieman door de terroristen gedood. Ook vijf daders lieten bij de ontknoping het leven. De snelheid waarmee de autoriteiten het meenden te moeten oplossen, verbaast Hermens nog altijd. “Binnen een paar uur zijn er zeventien mensen geslachtofferd. Dat is ongelooflijk. Als ze hadden gewacht, een paar dagen of een week, dan hadden ze een veel beter plan kunnen maken.”
“Het is heel klungelig gegaan. Ze dachten het binnen een dag op te lossen. Er waren in die tijd veel meer kapingen in de wereld. Altijd werd er uitgebreid onderhandeld om tijd te winnen. Die Duitsers hadden helemaal geen speciale eenheden om dit soort dingen te doen, met scherpschutters en zo. Ze hadden er Israëliërs bij moeten halen, of Amerikanen. Nu moest het allemaal vlug worden afgehandeld waardoor het één groot fiasco is geworden.”
Ongeloof
“The Games must go on!” Met die woorden kondigde Avery Brundage een dag na de aanslag aan dat de Olympische Spelen door zouden gaan. Jos Hermens hoorde de speech van de IOC-voorzitter in het Olympiastadion vol ongeloof aan. “Ik ging uit respect voor de slachtoffers naar die ceremonie. Ik had wel eens een paar van die Israëlische sporters ontmoet bij wedstrijden. Het voelde als collega’s. Ja, ik was wel geëmotioneerd. Ik dacht dat de Spelen afgelast zouden worden. Maar die mensen van het IOC gingen voor hun eigen belang. Als ze het hadden afgelast, was dat misschien wel de doodsteek geweest voor de Olympische Spelen.”
Hermens had zijn beslissing al eerder genomen. “Ik dacht: Jongens, hoe kan dat nou? Binnen één dag alles opgelost, met zeventien doden en we gaan gewoon vrolijk door? Als jij thuis een feestje geeft en er worden mensen vermoord, dan ga je toch ook niet door? Ik vond het zó bizar. Ook het argument dat je niet mag zwichten voor terrorisme: wanneer is dan de grens bereikt? Bij één, zeventien of honderd slachtoffers?”
Met Hermens vertrok nog een handjevol sporters naar huis. De meeste bleven in München. Ieder heeft zijn eigen afwegingen, vindt Hermens. “Ik veroordeel niemand. Ik deed een individuele sport en was niet met een voetbalelftal of zo. Ik had niet zoveel contact met de anderen. Ik heb die beslissing gewoon voor mezelf genomen. Toen ik mijn Britse en Belgische collega’s vertelde dat ik naar huis ging, keken ze me met glazige ogen aan: Hoezo, je komt daar toch om te sporten? Maar voor mij was het klaar. Ik wil graag sporten, maar zeventien doden, dan is het voor mij voorbij. Misschien ben ik een softie, maar zo sta ik in het leven.”
“Ik was ook politiek geïnteresseerd. Het is natuurlijk een drama in het Midden-Oosten: twee volken die daar allebei thuishoren, dat die op voet van oorlog met elkaar moeten leven. Zo jammer dat wij als wereld het niet voor elkaar kunnen krijgen dat ze daar allebei fatsoenlijk kunnen leven. Dat is een nederlaag voor de wereld op zich.”
Lewis Hamilton
Jos Hermens moest na een zware achillespeesblessure in 1978 zijn carrière beëindigen. Hij richtte het managementbureau Global Sports Communication op, waarmee hij topatleten begeleidt en internationale wedstrijden organiseert. Vijftig jaar na München ziet hij de discussie over grote sportevenementen in dictatoriaal geleide landen, regelmatig oplaaien.
Ik vind het belangrijk dat jonge mensen in de sport hun mening moeten kunnen geven
Jos Hermens
Hermens benadrukt dat hij niet verwacht dat iedere sporter dan maar moet wegblijven. “Maar ik vind het wel belangrijk dat jonge mensen in de sport hun mening moeten kunnen geven. Je kunt toch zeggen: Ja, we gaan voetballen in Qatar, maar wat triest dat er zoveel doden zijn gevallen bij de bouw van de stadions. Ik heb heel veel respect voor Lewis Hamilton, die in Saudi-Arabië heeft gezegd terwijl er net tientallen mensen waren opgehangen zonder proces: We zouden hier niet moeten zijn met de Formule 1. Vervolgens gaat hij wel rijden, maar hij heeft wel een statement gemaakt.”
“Maar al dat geklets om sport en politiek uit elkaar te houden, dat is totale onzin. Als er in Moskou of Beijing een evenement wordt georganiseerd, is dat alleen voor dictators om hun volk stil te houden en om medailles te winnen, zodat ze kunnen laten zien hoe goed hun systeem wel niet is. Bij mij moet niemand aankomen met sport en politiek gescheiden houden. Het is onmogelijk. We worden elke dag misbruikt door dit soort politieke systemen met dictators.”
“Ik begrijp ook wel dat ik vanuit het veilige Nederland makkelijk kan praten. Dan zijn er weinig landen die overblijven. Ik begeleid veel Afrikaanse atleten. Die moeten hun familie onderhouden. Die kunnen het startgeld dat ze in die landen krijgen goed gebruiken. Het zal altijd een moeilijke afweging blijven en daarom veroordeel ik ook niemand om zijn of haar keuze.”