The Last Dance is misschien wel de beste sportdocumentaire die ik ooit heb gezien. Verschillende keren tranen in mijn ogen. Een fascinerend gedetailleerd verhaal in tien afleveringen van bijna een uur over de Chicago Bulls met een van de grootste sporters aller tijden in de hoofdrol: Michael Jordan. Te zien op Netflix. Als je in de sport werkt is deze eigenlijk verplicht. En niet alleen voor diegenen die in de sport werken.
Andere ogen
Nu de sportcompetities zo’n beetje overal stilliggen door het coronavirus ga je toch met andere ogen naar alle die (sport)herhalingen op televisie kijken. Dan realiseer je je nog meer wat we allemaal missen op dit moment. Geen lange sportzomer met prachtige sportprestaties door onze TeamNL sporters in Tokio of aansprekende resultaten van onze voetballers tijdens het EK. Ik kijk nu veel meer beschouwend. Met meer diepte ook. Op zoek naar de echte achtergronden, de psychologie, de verhalen, overwegingen en antwoorden. The Last Dance is wat dat betreft ongeëvenaard.
De Bulls werden in de jaren negentig van de vorige eeuw zes keer kampioen van de Nationale Basketball Association (NBA). Een ongeëvenaarde prestatie onder leiding van sterspeler Michael Jordan. De documentaire bevat unieke beelden, met name over het laatste turbulente seizoen 1997-1998. Er zijn 106 mensen geïnterviewd, onder wie de presidenten Clinton en Obama. Met Jordan (nu 57) is drie keer gesproken. Een keer moest hij het gesprek staken omdat ie overmand werd door emoties.
Niemand is perfect. Jordan niet. Ik niet. Jullie niet. Niemand niet
Conclusie na tien afleveringen: Michael Jordan, een gevangene van zijn eigen leven. ‘Hij trok zich nergens wat van aan, was nergens bang voor’, zegt oud-ploeggenoot Steve Kerr, die net als Jordan zijn vader verloor door geweld. Ze spraken er samen nooit over, terwijl ze beiden wisten hoeveel impact de moorden hadden op hun beider carrières.
Imperfecte perfectie
Na het zien van The Last Dance moest ik denken aan het begrip de imperfecte perfectie. Michael Jordan. Een rolmodel, die naarmate hij zijn onwaarschijnlijke spel en ongekende successen aaneenreeg, door de media (en publiek) werd gefileerd. Onder andere om zijn vermeende gokverslaving. Na de dood van zijn vader (vertrouweling en vriend) brandde hij helemaal op. Hij stopte in 1993 en vluchtte naar het honkbal. Na achttien maanden keerde hij terug bij de Bulls. ‘Hi, I’m back.’ Wat heb ik een bewondering voor dit soort mensen. De imperfecte perfectie. Niemand is perfect. Jordan niet. Ik niet. Jullie niet. Niemand niet.
Mensen als Jordan geven in mijn overtuiging kleur aan de samenleving. Weten het publiek te enthousiasmeren, te stimuleren, te vermaken, te binden. En zijn belangrijke voorbeelden. Ook nu nog. Eerder deze week kwam Jordan met een helder statement naar aanleiding van de dood van George Floyd, vorige week in Minneapolis. Michael Jordan zei dat hij 'diepbedroefd, echt gekwetst en ronduit boos' was over de dood van George Floyd. Zijn statement ging direct viral op social en vele topsporters volgden zijn voorbeeld.
Terug naar The Last Dance. Als de Bulls ergens in een stad kwamen met Jordan (en met Scotty Pippen en Dennis Rodman) was het alsof ‘The Beatles in town’ waren. Sterren, artiesten, rolmodellen zijn nooit perfect. In mijn periode bij de NOS heb ik met veel van die artiesten gewerkt, die eigenlijk ook altijd op de een of andere manier omstreden waren. Marga van Praag, Paul de Leeuw, Twan Huys, Hugo Borst, om er maar eens een paar te noemen. En waarom waren zij omstreden? Jaloezie? Macht? Geld? Te eigenwijs? Verkeer voorbeeldgedrag wellicht? Ondraaglijke druk? Rolmodel? Het is hogere psychologie en goede antwoorden zijn nauwelijks te formuleren.
Altijd omstreden
Toen ik bij de NOS werkte (eerst als hoofdredacteur van Studio Sport en later zeven jaar als algemeen directeur) kreeg ik bijvoorbeeld te maken met het fenomeen Mart Smeets. In feite ook een artiest en altijd omstreden. Voor mijn tijd was hij al verschillende keren ontslagen om ik weet niet meer wat. Maar uiteindelijk toch ook weer niet.
Ik werkte onder andere nauw met hem samen tijdens verschillende Tour de Frances, toen we de Avondetappe maakten. Dagelijks sprak hij om half acht de samenvatting van de touretappe live in, vanuit Frankrijk in een te warme montage auto zonder de beelden op dat moment te kunnen zien. Toen ik dat voor het eerst zag was ik stupéfait en dacht: wat een talent. Dit kan niet waar zijn. Het beeldverslag werd ‘ingestart’ vanuit Hilversum. De tekst van Smeets er foutloos onder. Even daarvoor had hij de montage wel even kort kunnen bekijken. Laten we zuinig zijn op dit soort collega’s, dacht ik destijds.
En dat dacht ik ook na het zien van The Last Dance. Sporters op dit niveau zijn als artiesten, die altijd moeten presteren. Iedere dag, ieder uur, iedere minuut en in dit geval iedere seconde.
In de documentaire wordt pijnlijk duidelijk dat het management van The Bulls in de persoon van teammanager en architect Jerry Krause gebrouilleerd raakt met de spelers en hun coach Phil Jackson. Zeker nadat Krause in 1997 in de pers riep dat de vijfde NBA-titel te danken was ‘aan de organisatie en niet aan het team.’ Krause liet ook weten afscheid te willen nemen van Jackson.
Omdat Jordan zijn coach Jackson niet liet vallen (Jordan tegen Krause: ‘ik zei vanaf het begin: als Phil niet coacht, doe ik niet mee’) dansten de Bulls in 1998 voor de laatste keer naar de NBA-titel.
Wat mij betreft koesteren we de imperfecte perfectie.
Take care,
Gerard Dielessen