Afgelopen zaterdag werd ik – en ongetwijfeld velen met mij – opgeschrikt door de berichten in de media over de misbruikaffaire bij atletiekvereniging C.A.V. Energie in Rotterdam. Het is stuitend om te lezen hoe de nu 58-jarige atletiektrainer Jerry M. zo lang en ongehinderd jonge meisjes op zijn club heeft kunnen misbruiken. Voor de slachtoffers en hun omgeving moet het vreselijk zijn om geconfronteerd te worden met de stroom berichten over wat Jerry M. allemaal op zijn geweten heeft.
Implementatie aanbevelingen Commissie De Vries
De affaire geeft nog eens aan hoe belangrijk het is dat de Nederlandse sportwereld de aanbevelingen van de Commissie-De Vries zo spoedig mogelijk implementeert. De conclusie van de in 2017 door NOC*NSF ingestelde commissie was glashelder: ‘Het is dringend noodzakelijk om seksuele intimidatie en misbruik in de sport veel actiever tegen te gaan. Dat geldt voor de aanpak van incidenten én voor preventie.’
‘Genoeg is genoeg’, heb ik al eens eerder op deze plaats geschreven. Iedereen, jonge mensen in het bijzonder, moet in een veilige omgeving kunnen sporten. Sportbesturen, medewerkers van sportverenigingen, sportbonden, NOC*NSF, ouders – allemaal hebben ze de verantwoordelijkheid voor het realiseren van een absoluut veilig sportklimaat.
Melden verplicht
De commissie-De Vries heeft belangrijke aanbevelingen gedaan gericht op het bestrijden van seksuele intimidatie en misbruik in de sport. Een van deze aanbevelingen is dat, net als in het onderwijs, het melden van seksuele intimidatie en misbruik verplicht wordt. Alle leden van sportverenigingen die kennis krijgen van seksuele intimidatie of misbruik zouden dat moeten melden bij het bestuur van de sportvereniging. Een taskforce van de bonden heeft op indrukwekkende wijze alle aanbevelingen vertaald naar een reeks beleidsvoorstellen. Deze zijn allemaal unaniem aangenomen door de Algemene Vergadering van NOC*NSF. Want: genoeg is genoeg.
Alle bij NOC*NSF aangesloten sportorganisaties hebben er mee ingestemd om de meldplicht voor bestuursleden en begeleiders nog dit jaar (dus voor 1 januari 2020) te verankeren in hun tuchtreglementen. De zaken die worden gemeld komen in één beveiligd computersysteem waardoor de afhandeling centraal kan worden gevolgd. Daarbij gaat het om het doorgeleiden van meldingen naar tucht- en strafrecht. Meldingen die niet onder het tucht- en strafrecht vallen, moeten vanaf volgend jaar door een verenigingsbestuur in overleg met de bond worden afgehandeld, waarbij een ordemaatregel of sanctie kan worden opgelegd.
Veel sportbonden zijn al een eind op weg met de verankering van de meldplicht in hun tuchtreglementen. Zij dwingen daarmee respect af. Bonden die nog niet zo ver zijn roep ik op om deze taak zo snel mogelijk ter hand te nemen. Als u dat nog niet gedaan heeft: zet dit onderwerp op de agenda van uw eerstvolgende bestuursvergadering. NOC*NSF heeft ook een stok achter de deur: afgesproken is dat wie zijn taak verzuimt vanaf 2021 niet langer in aanmerking komt voor financiële ondersteuning door NOC*NSF.
Vertrouwenspunt Sport wordt Centrum voor Veilige Sport
Ook wordt op instigatie van de commissie-De Vries het huidige Vertrouwenspunt Sport omgebouwd tot een Centrum voor Veilige Sport. Hier vandaan wordt de organisatie en de regie over deze aanpak gevoerd. Hiertoe behoort ook de advisering en begeleiding van sportverenigingen en sportbonden, die vaak worstelen met de vraag hoe ze een en ander moeten aanpakken. Naast de dagelijkse bezetting van het centrum komt er een poule van preventie-experts op het gebied van grensoverschrijdend gedrag, waardoor zaken zoals in Rotterdam veel eerder kunnen worden herkend, opgepakt en aangepakt.
De aanbevelingen van de Commissie-De Vries richten zich op een veilig sportklimaat in de toekomst. Voor misbruikzaken uit het verleden is het hoopgevend te constateren dat het Instituut Sportrechtspraak in staat is geweest om in het afgelopen jaar na een melding daarover, een fors aantal feiten in deze zaak boven tafel te krijgen. Dit maakte de uitspraak mogelijk die voor levenslange plaatsing van deze trainer in het register van ontuchtplegers in de sport heeft geleid. Het is goed dat het Openbaar Ministerie in de Rotterdamse zaak op basis van alle publicaties alsnog ook een onderzoek instelt. Dit kan resulteren in strafvervolging voor de ex-trainer.
Het is heel belangrijk dat er in de sport een cultuur ontstaat van praten over misbruik en intimidatie en van het benoemen van feiten, ook als deze confronterend zijn. Wegkijken is geen alternatief. Ondanks het feit dat ik mij realiseer dat er de komende tijd ongetwijfeld nog gebeurtenissen vanuit het verleden naar buiten zullen komen, hoop ik dat dit buitengewoon vervelende en verdrietige nieuws uit Rotterdam en de maatregelen die we aan het nemen zijn ertoe zullen bijdragen dat we vanaf nu echt kunnen zeggen: genoeg is genoeg!
Gerard Dielessen
Algemeen directeur NOC*NSF