Tollien Schuurman

Naam: Tollien Schuurman 
Geboren: 20 januari 1913 te Zorgvlied
Overleden: 29 januari 1994 te Apeldoorn

Olympische Spelen Los Angeles 1932
Sport: atletiek
Onderdeel: 100 meter
Prestatie: in de eerste serie halve finales uitgeschakeld
Onderdeel: 4x100 meter estafette
Prestatie: vierde plaats in tijd 47,6 sec.

De Friese atlete Tollien Schuurman deed in 1932 mee aan de Olympische Spelen in Los Angeles. Als 19-jarige was ze twee maanden van huis om nog niet eens één minuut in actie te komen. De Leeuwarder Courant plaatste haar dagboeken vol avonturen, en gaf daarmee een leuk kijkje achter de olympische schermen.

Tollien Schuurman is één van de beste Nederlandse atletes van voor de oorlog. Begin jaren dertig was ze zelfs wereldrecordhoudster op de 100 meter sprint. Er werd daarom veel van haar verwacht op de Olympische Spelen in Los Angeles, die in 1932 werden gehouden.

Op 21 juni 1932 was deelname van Schuurman echter niet meer zo zeker, omdat haar ouders ernstige bezwaren hadden. Vooraf was namelijk afgesproken dat dochterlief zou worden begeleid door atleet Wim Peters en trainer J.G. Britstra, maar die gingen toch niet mee. Peters raakte geblesseerd en Britstra werd onverwacht uit de ploeg gegooid. De ouders voelden zich daarop verraden en dreigden met het intrekken van hun toestemming. Toen Peters uiteindelijk toch meeging, mocht Tollien toch naar Los Angeles. Ze was door het vertrek van haar trainer wel dermate van slag dat ze teleurstellend presteerde op de Spelen. Bij de 100 meter lag ze er na één wedstrijd uit en met de estafetteploeg eindigde ze als vierde.

Met de boot naar New York
Over haar sportieve bijdrage hoeven we het dus niet meer te hebben, maar dankzij haar dagboek snappen we wel beter hoe het was om in 1932 mee te doen aan de Olympische Spelen. Het was tenslotte een heel andere tijd, waarvan we ons nu amper nog een voorstelling kunnen maken.

Tijdens het vertrek vanuit Rotterdam was ze nog vol goede moed:

‘Twee maanden voor den boeg, van rusten, reizen, trainen en hardloopen. Want dat is ’t doel, als kampioen weer te keeren in ons vaderland.’ Met de boot gingen ze naar New York om vanaf daar het tweede deel van de gigantische reis te beginnen: met de trein dwars door Amerika naar Los Angeles. En dat betekent vroeg op staan, schreef ze: ‘’s Morgens om zes uur wordt er aan m’n deken getrokken. ‘k Word er wakker van, ’t is onze neger, die ons wekt.’ Na een lange reis werden de Nederlandse sporters ontvangen en naar het Olympisch dorp gebracht. ‘’t Was een geheele stoet auto’s,’ verzuchtte Schuurman. ‘De politie reed op motorfietsen voorop. Alle verkeer moest stoppen toen wij er langs kwamen.’

Carry Grant en Marlene Dietrich
Opvallend in deze dagboeken is dat er betrekkelijk weinig aandacht werd besteed aan de sportieve voorbereidingen, maar vooral aan de leuke ontmoetingen buiten de velden. ‘We maken kennis met de filmsterren Carry Grant en Marlene Dietrich, die juist de studio’s zouden binnengaan voor de nieuwe film De blonde Venus. De dames zien er vreeselijk opgemaakt uit.’

Aan alle avonturen komen een einde en dus ook aan de Olympische Spelen van 1932. De lange terugreis werd ingezet, waarna de Nederlandse sporters twee maanden na vertrek eindelijk weer thuis kwamen. ‘Hoera, hoera,’ riep Schuurman in haar dagboek. ‘M’n geheele familie op het perron. We krijgen allemaal mooie bouquetten van ’t N.O.C., we worden gefotografeerd en dan via Utrecht naar huis.’ Niet als kampioen, maar als een meisje, dat in twee maanden meer van de wereld had gezien dan de meeste leeftijdsgenoten uit haar tijd.

Bronnen:
• www.sportgeschiedenis.nl
• Statistische gegevens: Olympisch Oranje, Ton Bijkerk (Tirion Sport, 2008)
• Foto: Nationale Sportfiguren, H.A. Meerum Terwogt (G.W. den Boer, 1933)