Tijdens de bezetting houdt het Nederlandsch Olympisch Comité zich zoveel mogelijk afzijdig. Het wil conflicten met de bezetter vermijden. Door vervoersproblemen en allerlei beperkende maatregelen raakt de sportkoepel langzamerhand het contact met zijn leden kwijt. Jaarvergaderingen worden na 1941 niet meer gehouden.

De sportbeweging ontkomt niet aan de druk der tijden, zo constateert het NOC-bestuur. Het onderling contact wordt bemoeilijkt, onder andere door verminderde vervoersgelegenheid. Diverse takken van sport kampen met materiaalschaarste, een enkele bond heeft zich te voegen naar maatregelen van overheidswege. Er is geen Olympische Dag, evenmin een Nationale Vijfkamp. De band tussen het NOC en de bonden wordt losser. Om op de hoogte te blijven van wat er leeft, vraagt het NOC-bestuur de bonden hun orgaan toe te zenden.

Het NOC verleent een financiële tegemoetkoming aan sportverenigingen die te kampen hebben gehad met oorlogsschade. In totaal wordt een bedrag van ruim 8100 gulden uitgekeerd.

NOC-bestuurslid Karel Lotsy krijgt zitting in het in juni 1941 in het leven geroepen College van de gevolmachtigden voor de sport. Hij legt die functie weer neer op 1 november.

Het NOC schrijft als nieuwe leden in: de Nederlandsche Wandelsportbond en de Algemene Nederlandsche Jagersvereniging die in de plaats treedt van de Nederlandsche Jachtvereeniging 'Nimrod'.

Het onderwijs in de lichamelijke opvoeding aan de lagere scholen wordt in 1941 verplicht gesteld. De in dit jaar gecreëerde Rijksinspectie voor de Lichamelijke Opvoeding met o.a. 68 consulenten deelt in zijn eerste verslag mee dat ruim 78.000 kinderen deelnemen aan het schoolzwemmen (voor de oorlog bleef dat beperkt tot enkele grote steden).

Ook in het middelbaar en hoger onderwijs wordt het aantal lessen in lichamelijke oefening uitgebreid. 'Er is nu een begin gemaakt met het inhalen van de achterstand, welke op dit gebied in ons land bestond, hetgeen ons, die jarenlang naar een verbetering van dit onderdeel der opvoeding hebben gestreefd, niet anders dan tot verheugenis kan stemmen', aldus het NOC. 

Bron:

  • Kroniek Olympische Spelen, NOC 75 (Elsevier 1987)