NOC*NSF zet bij de verdeling van de topsportbudgetten voor de komende 4 jaar maximaal in op prestatiepotentieel in de verschillende sporten. Verschraling van het totale budget door kostenstijging vereist scherpe keuzes. Daardoor is er minder geld beschikbaar voor de benodigde investeringen in talentontwikkeling en innovatie. De nu vastgestelde jaarbudgetten zijn bovendien niet volledig te garanderen omdat de effecten op de sport van enkele kabinetsmaatregelen nog onzeker zijn.
De komende olympische en paralympische cyclus kunnen minder topsportprogramma’s gefinancierd worden uit de publieke middelen die NOC*NSF te besteden heeft; de bijdrage van VWS en de maatschappelijke afdracht van de Nederlandse Loterij, in totaal 44 miljoen euro per jaar.
Medaillekansen in de toekomst
Er is streng geselecteerd op het prestatiepotentieel van individuele sporters en teams voor de komende vier en acht jaar (tot aan de Spelen in respectievelijk Los Angeles en Brisbane). Ook de plannen van de bonden om dat potentieel om te zetten in prestaties, zijn getoetst. Daarbij zijn de aantoonbare medaillekansen in de toekomst doorslaggevend, en niet de prestaties die geleverd zijn tijdens de Olympische en Paralympische Spelen van afgelopen zomer in Parijs.
Directeur topsport André Cats: “We hanteren hierbij het principe: we doen het goed, of we doen het niet. Daarom kunnen sommige sporten rekenen op een hogere toekenning dan in de afgelopen cyclus.”
NOC*NSF trekt bovendien meer geld uit voor experts prestatiegedrag die talentvolle sporters mentaal en pedagogisch begeleiden in de opleidingsprogramma’s van de sportbonden. Dat voorziet in de behoefte van jonge sporters en ondersteunt een verantwoorde ontwikkeling tot topsporter.
Uitgangspunt: waar is het geld écht nodig
Bij de verdeling van de topsportgelden telt ook in hoeverre het betreffende topsportprogramma beschikt over eigen middelen. Waar voldoende geld uit andere bronnen beschikbaar is, investeert NOC*NSF niet extra. André Cats: “Dit betekent bijvoorbeeld dat we wel investeren in de opleidingen voor vrouwenvoetbal en tennis, maar niet in het topsportprogramma bij deze sporten. Hoe teleurstellend dit ook is voor de betrokken bonden, we hebben scherpe keuzes moeten maken omdat de budgetten niet zijn gestegen.”
‘Kwetsbare start richting LA’
Eerder dit jaar berekende NOC*NSF al dat er 20 miljoen extra per jaar nodig is om het huidige topsportniveau te kunnen behouden. Dat geld kwam er niet. “Een kwetsbare start richting de Spelen in Los Angeles in 2028,” aldus Cats. De Spelen in Brisbane, in 2032, worden nog onzekerder wat betreft Nederlandse prestaties, omdat NOC*NSF onder de huidige omstandigheden onvoldoende kan investeren in verdere ontwikkeling van de topsport. Denk aan data-science, innovatie en talentontwikkeling; essentieel om bij de top 10 van meest succesvolle landen ter wereld te blijven behoren.
Bekijk hier de verdeling van budgetten over de topsportprogramma’s en TeamNL centra.