De KNSB was benieuwd naar de veranderingen van gewijzigd beleid. Hoewel er veel data over schaatswedstrijden wordt verzameld, ontbrak het hen aan de mogelijkheid om antwoord te geven op een aantal specifieke vragen met betrekking tot deelname aan wedstrijden. Jurre Trouw, manager Sportparticipatie, schakelde de hulp in van freelance data-scientist Mark Schriek om deze vragen te beantwoorden.
Voorheen moest iemand een wedstrijdlicentie hebben om op bepaalde trainingsuren te kunnen schaatsen. Deze regeling is afgeschaft. De KNSB wilde weten wat het effect van deze verandering in beleid was op de deelname aan wedstrijden. "We zien namelijk een afname in het aantal wedstrijdlicentiehouders," vertelt Jurre. "Maar hoeveel van die mensen waren vroeger al niet actief als gevolg van op bepaalde trainingsuren trainen?"
De expertise voor deze complexe analyse was niet in huis. Mark Schriek, die als data scientist actief is in de sport, kon de KNSB helpen bij deze analyse.
Gezamenlijke verkenning
"Het was een onderbuikgevoel dat de KNSB graag getoetst wilde hebben," vertelt Mark. "En naarmate je inzicht geeft in data, komen er vanzelf weer nieuwe vragen en wil je verder achterhalen waarom dat gebeurt."
Binnen deze gezamenlijke verkenning is Mark verantwoordelijk voor het technische gedeelte van de analyse, en is Jurre nodig voor de inhoudelijke toelichting. Dit iteratieve samenwerkingsproces levert eerste inzichten op en geeft een idee wat er in de data zit. Wat de KNSB aanzet tot het stellen van vervolgvragen en het overwegen van andere doorsnedes voor de analyse.
Voor Mark is het belangrijk dat de bond domeinkennis kan inbrengen om duiding te geven aan de data en het inzicht uiteindelijk om te zetten naar een procesverbetering. Regelmatige afstemming voor de uitvoering van de analyse zorgt voor de juiste diepgang. Maar ook binnen de interpretatie van de inzichten heeft de bond een rol. "Naarmate ik de analyse verder uitvoer, toets ik bij de bond of de data kwalitatief goed is en realistisch is met hun beeld van het domein. Alleen dan kan ik een juiste koppeling maken en correct inzicht verschaffen."
Mark ziet zijn eigen toegevoegde waarde vooral in het creëren van die verkenning, toetsen van de datakwaliteit en verschaffen van inzichten. Daarmee zijn dit werkzaamheden die ook gemakkelijk bij andere organisaties kunnen worden herhaald.
Wat zit er in de data?
Hoe weet je als bond dat je data ook je vragen kan beantwoorden? Mark legt uit dat er altijd een stap te zetten is. "Zo kan de conclusie zijn dat de huidige data niet toereikend is, maar dat door het toevoegen van een aantal extra metrics aan een systeem die data voor de toekomst toegevoegde waarde kan gaan hebben."
Hiermee werkt de bond aan haar ontwikkeling en kunnen ze over een jaar opnieuw een slag maken met een verdergaande analyse. Ook Jurre herkent dat de samenwerking niet direct antwoorden hoeft te geven op al zijn vragen. "Als we nadenken over de toekomst, dan geeft dit gewoon al inzicht dat we het misschien wel anders moeten inrichten, om hier de juiste analyse op te kunnen draaien in de toekomst."
De analyse heeft voor de KNSB inderdaad het onderbuikgevoel bevestigd. Maar het geeft ook meer inzicht, vertelt Jurre. "We zagen inderdaad dat het aantal mensen dat een wedstrijdlicentie heeft en daar niet actief gebruik van maakt, de afgelopen jaren is gedaald. Daarnaast gaf het ook weer hele nieuwe inzichten met betrekking tot bepaalde leeftijdscategorieën."
Het inzicht wordt nu gebruikt om met een meer objectieve grondslag het gesprek in het schaatsland te openen, vertelt Jurre. "Wat gebeurt er nou eigenlijk? En is dat wenselijk, of moeten we dat op een gegeven moment een halt toeroepen in de vorm van gerichte interventies?"
Ad hoc-analyses en structurele inrichting
Mark heeft voor de KNSB nu eenmalig een analyse uitgevoerd. "Ik denk dat dit soort ad hoc-vragen en exploraties supergoed werken. En dat dit een logische eerste stap is voordat een bond dit structureel gaat inrichten in processen met bijvoorbeeld dashboards en structurele analyses."
Er zit dan al een meerwaarde in het bewust maken van de mogelijkheden en laten zien wat er mogelijk is. Zo geef je eerst antwoord op de vragen ‘wat kan ik’ en ‘is de beschikbare data toereikend om mijn vragen te beantwoorden?’. Met bewustzijn en inzicht in de toegevoegde waarde, is het doorgaans makkelijker voor een organisatie om ook daadwerkelijk budget vrij te maken. Het uitvoeren van dit soort proof of concepts helpt om structurele inrichtingen rondom data te realiseren.
Jurre benadrukt hierbij dat het essentieel is om de inzichten een plek te geven en tot actie over te gaan om de waarde van data en vergelijkbare verdiepende analyses te kunnen ervaren. Daarnaast wil je belangrijke inzichten op den duur ook structureel inrichten. "Iemand moet hier eigenaar van zijn, want data-gedreven werken is geen project. Je moet er altijd mee bezig zijn en een baseline hebben."
Daarbinnen moet je niet alles zelf willen doen. "Je streeft naar een bepaalde mate van volwassenheid, maar sommige kennis en expertise heb je gewoon niet in huis en kunnen wij door de omvang van de bond ook niet in huis halen."
Het verschilt ook per situatie en organisatie of je dit intern inricht. Mark: "Als er veel en frequent terugkerende vragen zijn vanuit een organisatie, dan richt je liever iets structureel in voor iemand zoals ik."
Het geheim van een goede samenwerking
De samenwerking op het verdiepende vraagstuk is goed bevallen. Volgens Jurre en Mark hebben hier een aantal factoren aan bijgedragen. Zo is het van belang om te communiceren over de verwachtingen, zoals over de mogelijkheden en kwaliteit van de data. De beschikbaarheid van een contactpersoon binnen de bond is voor Mark van belang om de voortgang in het project te behouden, domeinkennis in te brengen, en de resultaten regelmatig te kunnen toetsen. Tot slot geeft Jurre aan dat data en inzicht voor een bond prioriteit moet hebben: ‘Je moet ook wel een plan hebben, van ik wil dit uitzoeken om het uiteindelijk ergens verder te brengen.’
Jurre wil binnen de KNSB in de toekomst meer datagestuurd beleid ontwikkelen. Andere bonden moedigt hij aan om ook meer inzicht te halen uit data: ‘Gaat het over wedstrijdgegevens, of motieven waarom mensen aan wedstrijd deelnemen: je hebt gewoon inzichten nodig.’ Ook Mark ziet dat sportbonden een grote impact kunnen maken met inzicht: ‘Zo kan een bond meer inzicht krijgen in wat leden willen, en daarmee bijvoorbeeld het sportaanbod verbeteren en uiteindelijk meer mensen laten bewegen.’