Afscheid Gerard Dielessen: 'Ik ben de baas, maar ga er niet over'
15 november 2021Gerard Dielessen werd per 1 oktober opgevolgd als algemeen directeur door Marc van den Tweel. Dielessen nam maandagavond tijdens een online bijeenkomst afscheid van NOC*NSF en de sport. Tijdens de bijeenkomst kreeg hij de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij nam daarna afscheid met deze speech.
Beste allemaal,
En weer zat dat vermaledijde virus ons dwars. Daarom geen afscheidsbijeenkomst op het mooie Papendal. Ik zou het trouwens veel eerder een 'overgangsbijeenkomst' hebben genoemd. Want alhoewel ik inmiddels al een paar weken geleden ben gestopt bij NOC*NSF is het niet mijn ambitie om te gaan schoffelen of alle dagen te gaan golfen of iets dergelijks. Integendeel. Ambities genoeg om zinvolle bijdragen te blijven leveren aan onze samenleving.
Vanwege dat ellendige virus dus geen 'live-toespraak', zoals eigenlijk de bedoeling was. Wel een slotbericht, bestemd voor iedereen met wie ik de afgelopen jaren heb samengewerkt. Uiteraard ook bestemd voor al diegenen die zich op de een of andere manier betrokken voelen bij de sport in Nederland.
Honecker en de Muur
Ik zou talloze verhalen kunnen vertellen over mijn ruim 11,5-jarig verblijf in de sport.
Vooruit, eentje dan: Ik ga terug naar mijn eerste Algemene Vergadering van NOC*NSF. November 2010. Papendal, Arnhem. Op het podium van de grote Athenezaal stond een lange tafel met daarachter de bestuursleden van NOC*NSF. Het deed mij denken aan de wijze waarop Eric Honecker zijn DDR bestuurde tot aan de val van de Muur in 1989.
De afstand tussen de koepel NOC*NSF en haar leden kon qua beeld niet beter worden weergegeven. In de sport was de Muur nog niet geslecht, zo stelde ik destijds vast. Gelukkig hebben we onder leiding van toenmalige voorzitter André Bolhuis snel een einde kunnen maken aan deze toch wel ongelukkige choreografie. Dat was ruim elf jaar geleden inmiddels. Sindsdien is er veel gebeurd in en met de sport in Nederland.
Ambities waarmaken
Ik kijk met een heel goed gevoel terug op die periode. Volgens mij hebben we de sport in Nederland behoorlijk doorontwikkeld. Sport staat inmiddels hoog op de maatschappelijke agenda en dat is vooral de verdienste van de sportbonden. Meer dan een miljoen vrijwilligers zorgen er iedere week weer voor dat, al dan niet in competitieverband, gesport kan worden.
Dat we de sport kunnen beleven en dat we kunnen genieten van sport. Ik dank ook al onze partners die hebben geïnvesteerd in onze sector. Commerciële partners en de verschillende overheden.
Dankzij een breed commitment zijn we erin geslaagd om zowel de Plus 10 als de Top 10 ambitie waar te maken. Er is snoeihard en met veel overtuiging heel hard gewerkt, zo kan ik nu vaststellen. Hulde!
Tot aan corona sportten er meer mensen dan ooit in ons land. En een paar weken geleden lieten zowel de Olympische als Paralympische TeamNL-sporters zien dat ze bij de besten ter wereld horen. Een waanzinnige prestatie, die vooral internationaal tot veel mooie en ook verbaasde reacties heeft geleid.
'Genade van de lange lijn'
Tegen de leden van NOC*NSF zeg ik dus: ik ben trots op wat jullie in de periode dat ik algemeen directeur van NOC*NSF mocht zijn met de sport hebben bijgedragen aan een betere samenleving. Ondanks en misschien wel dankzij de vele en vaak ook pittige inhoudelijke discussies die we eigenlijk continu met elkaar hebben gevoerd en feitelijk nog steeds hebben. En zo hoort het ook in een democratische vereniging.
We zijn er met z’n allen in geslaagd heel vastberaden 'de genade van de lange lijn' vast te houden. Gewoon door akkeren dus. Koers houden. Ons niet laten leiden door de waan van de dag. Besturen en richting geven op basis van een gezamenlijk geformuleerde ambitie en de juiste feiten. Een hele prestatie in een periode dat de samenleving steeds meer op drift lijkt te raken en er weinig ruimte meer lijkt voor: 'Denk na al is het maar een minuut.'
Winnen aan maatschappelijke waarde
Allemaal vanuit de gezamenlijke overtuiging dat we met sport de wereld een beetje beter kunnen maken. Immers: #wewinnenveelmetsport. Ik heb respect en bewondering voor hoe wij de verenigingsdemocratie van NOC*NSF steeds hebben aangepast vanuit het gegeven dat we gezamenlijk het collectieve belang moeten laten prevaleren boven het individuele belang.
Dat is heel knap in een samenleving waarin emoties en instant opvattingen tegenwoordig de overhand hebben boven goed onderbouwde en op feiten gebaseerde argumentaties en de juiste Socratische gesprekken. Ik zei het al: een hele prestatie. Sport heeft de afgelopen jaren enorm aan maatschappelijke waarde gewonnen.
'Ik ben de baas, maar ga er niet over'
Nu ik wat meer tijd heb voor reflectie en contemplatie denk ik nog wel eens terug aan het moment van bijna twaalf jaar geleden. De verhouding tussen de ongeveer 75 sportbonden en koepel NOC*NSF was moeizaam, zo bleek uit de eerste gesprekken die ik in de zomer en het najaar van 2010 voerde met directeuren en voorzitters van zo’n beetje alle aangesloten leden.
Vanaf dat moment zijn we met z’n allen op zoek gegaan naar een nieuw evenwicht en zijn we gezamenlijk gaan bouwen aan nieuwe verhoudingen door het opstellen van een reeks mooie ambitieuze sportagenda’s in een steeds complexer wordende omgeving. Ingewikkelder ook, vanwege de digitalisering en technologisering van onze samenleving. In die eerste weken trok ik al snel de volgende conclusie: 'Ik ben de baas, maar ik ga er niet over.' En: 'We zullen het gezamenlijk moeten doen in onze vereniging.'
Volgens mij hebben we met zijn allen inmiddels een goede, op de toekomstgerichte balans gevonden, die uiteraard altijd beter kan. Daarover zo nog een paar opmerkingen.
Time to go
Alhoewel ik eigenlijk vind dat ik nog lang niet klaar ben, is dit een goed moment om te vertrekken, na bijna twaalf jaar. Time to go na zo’n lange periode. De Veranderagenda voor de sport moet worden uitgevoerd. Ook is het is hoogste tijd voor een nieuwe ambitieuze, maatschappelijke Sportagenda, met daarin de ambities voor de komende tien jaar en eveneens een doorkijkje naar het volgende decennium.
Daarvoor zijn frisse inzichten nodig van een (vooral) jonge generatie, verse zuurstof en nieuwe dromen. Het goed dat deze belangrijke en noodzakelijke stappen worden gezet onder aanvoering van mijn energieke opvolger Marc van den Tweel.
Fikse opdracht
Wel een fikse opdracht. Want behalve de vernieuwingsagenda zie ik dat COVID-19 ook nog steeds alle aandacht opeist. De coronaperiode heeft de afgelopen bijna twee jaar een enorme wissel getrokken op de sport. En we zijn er nog lang niet vanaf, zo ervaren we ook dezer dagen weer.
Daarnaast ben ik wel heel benieuwd wat het nieuwe kabinet in petto heeft voor de sport. Ook nu ik er niet meer over ga zou ik politiek Den Haag willen oproepen om de sport serieus onderdeel te laten zijn van de oplossing om zo snel mogelijk van deze ellendige gezondheidscrisis af te komen en ook direct door te pakken. Sport levert absoluut een zeer belangrijke bijdrage aan een gezonde en vitale samenleving! Geef de 76 sportbonden en de bijna 25.000 sportverenigingen daarin een belangrijke rol. Zij kunnen het! Een schaalsprong is echt noodzakelijk. Laat ze niet in hun hemd staan!
Zuinig op topsportcultuur
Tot slot nog twee hartenkreten:
De eerste:
Laten we zuinig zijn op onze prachtig ontwikkelde topsportcultuur. Daar is de afgelopen decennia ongelooflijk hard aan gewerkt. De successen, waar zoveel mensen plezier aan beleven, zijn niet toevallig. Er is goed over nagedacht. Er is niets mis met excelleren. Er is niets mis met het verleggen van grenzen. Dat doet ons land niet alleen in de sport. Dat doen we in de wetenschap, in de cultuur, het onderwijs, en op talloze andere terreinen.
Excelleren en presteren zijn onderdeel van onze nationale identiteit, waarmee we laten zien wat we kunnen. Verhalen en voorbeelden zijn vitaminen voor een gezonde samenleving. En in onze sector stimuleren en enthousiasmeren we mensen om te gaan sporten, geïnspireerd door al die ongelooflijke successen. Omdat het gezond is, omdat je er plezier aan kunt beleven, omdat het gezellig is, omdat je ervan kunt dromen en omdat je je eigen grenzen kunt verleggen. Ongeacht je leeftijd, afkomst, religie, geaardheid etc.
Breedtesport gedijt alleen met een goed ontwikkelde topsportcultuur, zo heb ik in de voorbije jaren geleerd. En uiteraard moeten we dan wel binnen de juiste morele grenzen blijven kleuren. Dat spreekt voor zich.
Integriteit, integriteit en integriteit
Daarmee kom ik op mijn tweede hartenkreet:
Integriteit, integriteit en nog eens integriteit. Onze belangrijkste waarde. De afgelopen jaren hebben we serieus werk gemaakt van een veilig sportklimaat. Commissie de Vries; Het Centrum voor Veilige Sport Nederland; meldplicht; binnenkort een symposium, ga zo maar door.
Toch zijn we er nog niet. Dat kunnen we met regelmaat lezen en zien in de media. Uitwassen, excessen en macht. Seksuele intimidatie en misbruik, mentale onderdrukking, doping, matchfixing. Maar ook het geweld op en rondom de sportvelden bedreigen een gezonde toekomst van onze prachtige sportsector. Dat mogen we met z’n allen niet laten gebeuren.
Na al onze gezamenlijke inspanningen in de afgelopen jaren is het echt nodig om de integriteit van de sport met alles wat we hebben te bewaken, te verbeteren, te professionaliseren.
Nogmaals dank aan jullie allemaal. Dank voor alle mooie berichtjes, brieven, e-mails, cadeaus en de hartverwarmende bijdragen aan het Helen Dowling Instituut.
Dank dat jullie je hebben ingezet voor een koninklijke onderscheiding, die ik in het geheel niet zag aankomen. Ben er nog steeds beduusd van.
Dank dus aan de alle sportbonden en geassocieerde leden;
Dank aan de overheden;
Dank aan de politiek;
Dank aan het Koninklijk Huis;
Dank aan de verschillende ministers;
Dank aan onze partners;
Dank aan de media;
Dank aan al die organisaties met wie ik samenwerkte;
Dank aan mijn bestuur;
Dank aan de lezers van mijn (onregelmatige) blogs
En uiteraard een diepe buiging en dank aan al mijn collega’s bij NOC*NSF met wie ik heb mogen samenwerken. Dat was een voorrecht.
Dank jullie wel en het ga jullie goed!
Gerard Dielessen