“Als je letterlijk opgroeit op de club, dan word je er onderdeel van”

Als eventmanager bij Nederlandse Loterij organiseert Marije van Thiel allerlei evenementen, zowel voor haar eigen collega’s als voor stakeholders, sponsors en partners. In haar vrije tijd is ze actief bij Oranje TC, de Haagse tennisvereniging waar zij dertig jaar geleden binnenstapte. Ze ging er nooit meer weg en wíl er ook nooit meer weg. “Als je al zo lang lid bent, dan behoor je op een gegeven moment tot het meubilair.”

Als vijftienjarige meisje zocht van Thiel een tennisvereniging waar ze op een heel redelijk niveau kon tennissen. In Voorburg, haar geboorteplaats, was het aanbod niet erg groot. “Toen zijn we rondjes gaan rijden in de buurt. We kwamen uit bij Oranje TC, een tennisvereniging met ongeveer negenhonderd leden. Ze hadden daar toentertijd een grote groep jongeren met een vergelijkbaar niveau en veel competitieteams. Het was voor mij hartstikke leuk om daar bij aan te sluiten.”

Bruisende weken

Zo gezegd, zo gedaan. Van Thiel schreef zich in, ging tennissen op een leuk, competitief niveau en raakte al snel meer en meer betrokken bij Oranje TC. “Zo gaat dat bij verenigingen. Als je in zo’n groep met tennissers terechtkomt en je past daar goed tussen, dan groei je mee met de club. Je wordt een keer gevraagd voor een commissie en zo raak je steeds meer betrokken. Je bent veel op de club, kent steeds meer mensen steeds beter, en voor je het weet ga je een beetje deel uitmaken van de vereniging.”

De commissie waar Van Thiel al gauw in plaatsnam, was de commissie die de zomerse open toernooien organiseerde. Uiteindelijk maakte ze tien jaar lang deel uit van de organisatie. “Rond het midden van de jaren negentig en het begin van deze eeuw waren die open toernooien in de regio Den Haag echt heel groot. Van juni tot eind augustus hadden veel clubs een week lang een open toernooi. Vaste groepen tennissers schreven zich zes, zeven weken lang elke week in voor een toernooi en trokken dan van toernooi naar toernooi. In die weken deed je niks anders dan tennissen, lekker buiten zitten, samen wat drinken en leuke avonden beleven met elkaar, de hele zomer lang. Destijds studeerde ik nog en het organiseren van die open toernooien deed ik als bijbaantje. Het was één groot feest en ik kreeg er voor betaald. Die open toernooien, met die rondtrekkende teams, dat waren echt bruisende weken.”

Reuring genereren

Op een gegeven moment nam de animo voor de open toernooien af. Ruim tien jaar geleden zette een daling van het aantal deelnemers in en werd de grootste, levendige status van de toernooien minder en minder. Ze werden nog altijd georganiseerd, maar de rondtrekkende tennisteams leken verleden tijd. Inmiddels maakte Van Thiel geen onderdeel meer uit van de organisatie van de toernooien en was zij, na een aantal jaren actief te zijn geweest in de technische commissie, weer hoofdzakelijk tennissend lid. Tot anderhalf jaar geleden: “Om weer wat reuring te genereren bij Oranje TC hebben we met een aantal andere leden een clubje geformeerd. Samen zijn we gaan nadenken over hoe we dat clubgevoel van vroeger weer kunnen aanwakkeren en levendig kunnen houden, bijvoorbeeld met het organiseren van leuke evenementen. Dat is dus een beetje in het verlengde van mijn werk bij Nederlandse Loterij.”

Met haar aandeel in het competitietennis, de toernooicommissie, de technische commissie en het groepje om Oranje TC nog bruisender te krijgen, voelt de tennisvereniging inmiddels als één grote familie voor Van Thiel. “Als je zoals ik letterlijk opgroeit op de club, dan word je er onderdeel van. Voor mij is dat ook typerend voor Oranje TC: de leden zijn trouw, iedereen is voor een lange tijd lid. Dat geeft een heel familiaire sfeer, je ziet altijd wel bekenden als je op de club bent. Ik kom er al dertig jaar en heb op de vereniging een deel van mijn sociale leven. Er ontstaan echt vriendschappen en ik vind het leuk om die mensen te blijven zien. Buiten het feit dat je er lekker een balletje kunt slaan, heeft Oranje TC voor mij dus ook een grote sociale component.”

Aan het hart gaan

“Zo lang ik fysiek in staat ben om te tennissen zal ik dat blijven doen, en ook wel bij Oranje TC”, besluit Van Thiel dan ook. “We hebben nog steeds een leuke groep waarmee we kunnen en willen tennissen. Ik zal altijd betrokken blijven, of dat nou echt in een officiële functie is of gewoon door hier en daar een taakje op te pakken. Als het even wat minder loopt met de club, dan gaat mij dat toch aan het hart. Dus ja, zo lang ik nog kan, draag ik mijn steentje bij aan Oranje TC en blijf ik er graag mijn balletje slaan.”