Leeftijd

We onderscheiden een viertal leeftijden binnen het thema ‘leeftijd van een sporter’.

Kalenderleeftijd (chronologische leeftijd)

Leeftijd vanaf de geboorte volgens de officiële kalender.

Biologische leeftijd (fysiek, cognitief, emotioneel en sociaal)

De fase van ontwikkeling waarin de jongere zich fysiek, cognitief, emotioneel en sociaal bevindt. Groei en rijping verlopen niet bij alle jongeren op dezelfde wijze, waardoor er gedurende de adolescentie grote verschillen in zowel fysiek als gedragsmatig opzicht kunnen ontstaan tussen jongeren met dezelfde kalenderleeftijd.

Relatieve leeftijd

Het verschil in leeftijd tussen jongeren uit hetzelfde geboortejaar, op basis van hun geboortemaand. In een aantal sporten blijken onevenredig veel sporters in selecties te komen die in het begin van het (selectie)jaar zijn geboren. Vooral in teamsporten lijkt het erop dat sporters die vroeg in het ‘selectie’-jaar of seizoen jarig zijn, en dus ouder dan zijn dan hun teamgenoten, bij het herkenningsproces een voordeel hebben.

Omdat het niet voor de hand ligt dat dit voordeel ook op langere termijn aanwezig is, is het gewenst om dit geboortemaandeffect tegen te gaan door aanpassingen te maken in de wijze waarop sporters worden geselecteerd voor de verschillende programma’s.

Trainingsleeftijd

Het aantal trainingsuren (zowel sportspecifiek als niet-sportspecifiek) dat een sporter heeft gemaakt op het moment dat er een analyse over potentie plaatsvindt.