Leontien van Moorsel
Naam: Leontien Zijlaard-van Moorsel
Geboren: 21 maart 1970 te Boekel
Sport: wielrennen
Olympische Spelen XXVIII Athene 2004
Onderdeel: wegwedstrijd
Prestatie: in de laatste ronde gevallen en niet gefinisht
Onderdeel: individuele tijdrit
Prestatie: goud in 31:11,53; gemiddelde snelheid 46.165 km/u
Onderdeel: individuele achtervolging
Prestatie: brons
Olympische Spelen XXVII Sydney 2000
Onderdeel: individuele achtervolging
Prestatie: goud
Onderdeel: puntenkoers
Prestatie: zilver met 16 punten
Onderdeel: wegwedstrijd
Prestatie: goud
Onderdeel: individuele tijdrit
Prestatie: goud in 42:00; gemiddelde snelheid 44.56 km/u
Olympische Spelen XXV Barcelona 1992
Onderdeel: individuele achtervolging
Prestatie: achtste plaats
Onderdeel: wegwedstrijd
Prestatie: 23ste plaats
Leontien van Zijlaard-Van Moorsel vulde tijdens de Olympische Spelen Sydney 2000 de lege gaten in haar prijzenkast. Met drie titels en een keer zilver verliet ze Australië als de wielervrouw van de Spelen. De Brabantse won zaterdag 30 september met overmacht de individuele tijdrit over 31,2 kilometer, in 42 minuten. Vier dagen eerder won ze de individuele achtervolging en zes dagen daarvoor de wegwedstrijd. Ook veroverde ze zilver op de puntenkoers.
Met haar optreden in Sydney verloste Van Moorsel zichzelf van haar olympische obsessie en maakte zij haar indrukwekkende erelijst compleet. Met het goud loste Van Moorsel ook een belofte in. Voor vertrek naar Australië beloofde zij voor haar zus en haar zieke kindje een medaille mee naar huis te nemen. "Ook voor hen heb ik het gedaan.''
Gewicht een obsessie
Maar vooral kwam Van Moorsel met het goud een toezegging aan zichzelf na. In haar eerste wielerleven, begin jaren negentig, was haar gewicht een obsessie voor Van Moorsel. Eten deed ze nauwelijks en ze pleegde roofbouw op haar lichaam, tot ze nog maar 47 kilo woog. In de winter van 1993/94 gooide ze het roer rigoureus om en kwam ze twintig kilo aan. Toen ze haar leven privé wat meer op orde had, rond 1996, begon ze aan haar olympische missie.
Op een gezonde manier wilde ze die olympische medaille toch nog aan haar uitpuilende palmares toevoegen. De nachtmerrie van Barcelona, waar rivale Monique Knol tegen de afspraken in het brons pakte, moest worden uitgewist.
Het gevecht was lang en hard, maar aan de hand van echtgenoot en ploegleider Michael Zijlaard, die haar leerde de middenweg te bewandelen, vocht ze zichzelf op karakter terug naar de top. Eerst heroverde ze met talloze overwinningen in criteriums haar plaats in het nationale peloton. Haar eerste internationale hoogtepunt beleefde ze bij de WK in 1998. Tegen de verwachtingen in pakte ze in Valkenburg het goud op de individuele tijdrit en eindigde als tweede in de wegwedstrijd.
In het traject naar de Spelen ging ze al die tijd haar eigen weg. In 1999 prolongeerde ze in Italië haar wereldtitel in de race tegen de klok, maar reed tot ontevredenheid van bondscoach Jean Paul van Poppel een nationaal georiënteerd programma. In het jaar van Sydney besloot ze meer wedstrijden over de grens te rijden. Ze maakte indruk met drie overwinningen in de Ronde van Italië en vier zeges en het eindklassement in de Franse koers Trophee d'Or. Met een serie trainingen op de baan voor het vertrek naar Australië wist ze haar goede vorm vast te houden met het goud als resultaat.
Vierde gouden medaille
In Athene 2004 voegde Van Moorsel nog een vierde gouden medaille toe aan haar erelijst. Ze prolongeerde de olympische titel in de tijdrit. Tijdens haar gouden tijdrit sloeg de onzekerheid toe, toen na tien kilometer een niet te harden hoofdpijn opkwam. Ze dacht aan haar mislukte wegrace, die de zondag ervoor op het asfalt eindigde na een val. "Maar misschien kwam die koppijn ook wel omdat ik ervoor gekozen had geen bidon mee te nemen en te weinig had gedronken. Ik maakte me zorgen. Dacht: direct knapt er iets in mijn hoofd.''
Van Moorsel bezat echter een haast on-Nederlandse mentaliteit. Ze ramde als het moet door pijngrenzen heen. Op jacht naar een heilig doel. Een medaille wilde ze halen in Athene, maar wie haar goed kende, wist dat ze zeker in de tijdrit niet met minder genoegen zou nemen dan goud.
Vier dagen later sloot Van Moorsel haar wielerloopbaan af met een bronzen plak op de individuele achtervolging. Aan het eind van dat jaar werd ze voor de zesde keer gekozen tot Sportvrouw van het jaar, een record dat ze deelt met kunstrijdster Sjoukje Dijkstra.
Bronnen:
- ANP
- De Top 500, De beste Nederlandse sporters van de 20ste eeuw (Premium Press, 1999)
- Statistische gegevens: Olympisch Oranje, Ton Bijkerk (Tirion Sport, 2008)
- Foto: ANP