Bonden Data

De waarde van een data-analist binnen een sportbond: Ervaringen van de KNSB

14 november 2024
De waarde van een data-analist binnen een sportbond: Ervaringen van de KNSB

Data en analyse worden steeds belangrijker binnen de breedtesport. Afgelopen jaar heeft KNSB hierin een belangrijke stap gezet en Wouter van der Ploeg aangetrokken om als data-analist de afdeling sportparticipatie te ondersteunen. Wij spraken met hem en Jurre Trouw, Manager Sportparticipatie bij KNSB. Wij vroegen ze naar hun ervaringen met een meer datagedreven benadering, en naar de impact van deze nieuwe rol binnen de organisatie.

Met welke verwachtingen zijn jullie dit data-avontuur aangegaan?

Een brede lach van Jurre en Wouter. “Wij zijn dit avontuur aangegaan met een hoop verwachtingen,” trapt Jurre af. “Met een data-analist in onze organisatie willen we ineens heel veel. Ons uiteindelijke doel is natuurlijk om een hogere sportparticipatie te helpen realiseren. We weten ook dat we daar op korte termijn maar weinig directe invloed op hebben. Wij willen daarom eerst vooral laten zien dat het werkt, een datagedreven aanpak binnen breedtesport. Het was onze verwachting dat we iedereen snel zouden overtuigen als we echte, tastbare resultaten konden laten zien. Dit bleek te kloppen: we zetten nu stappen die we al veel eerder wilden zetten.”

Wouter beaamt dit: “Vanuit mijn eerdere rollen als coach en embedded scientist was ik gewend om meteen vanaf de start een bijdrage te leveren. Met die laatste rol in gedachten, ben ik eerst aan de slag gegaan met het ontdekken van de data. En ja hoor, al snel kon ik een grote hoeveelheid grafieken en dashboards tonen… die nog niet echt bleken aan te sluiten bij de vragen die verenigingsondersteuners hadden… Ik kwam er op die manier snel achter dat de aansluiting tussen de data en de praktijk in de breedtesport een belangrijke factor is. Sindsdien leg ik het accent in de samenwerking met verenigingsondersteuners vooral op goed begrijpen wat er te zien is aan de data en hoe dat zich verhoudt tot de praktijk. En dat werkt heel goed, we krijgen een steeds vollediger beeld waar zij ook meer mee kunnen.”

Zo heeft Wouter bijvoorbeeld samen met verenigingsondersteuners kunnen analyseren welke verenigingen het meeste baat hebben bij een bezoek van een verenigingsondersteuner. “Eerst bezochten we vooral de grootste verenigingen, maar nu is het veel meer een mix”, aldus Wouter. “We kijken niet alleen maar naar de omvang van een vereniging, maar zoeken we nu bewust naar verenigingen die we goed zouden kunnen helpen. Op deze manier halen wij én de verenigingen veel meer waarde uit de bezoeken.”

Van inzicht naar oplossingen

“Een wedstrijd starten is het leukst als je niet vooraf kunt voorspellen wie er gaat winnen. Om dat te bereiken werken we aan een oplossing om schaatsprestaties op verschillende banen vergelijkbaar te maken. Dat is een oplossing waarin data ook weer een belangrijke rol speelt”, voegt Wouter toe. “Je kunt schaatsers op zoveel meer manieren met elkaar vergelijken dan alleen basis van hun snelste tijd.” Zo kun je bijvoorbeeld een snelle tijd op Thialf hetzelfde gewicht geven als een langzamere tijd op een andere baan. “Maar we kijken ook naar andere manieren om klassementen samen te stellen,” aldus Wouter, “naar  andere competitievormen, of lotingen op andere criteria.” Jurre knikt instemmend en voegt toe dat hij vooral heel blij is dat KNSB nu de ruimte heeft om dit uit te werken. “We zagen het probleem al enige tijd, maar met Wouter erbij hebben we nu ook de tijd en vaardigheden om onze vermoedens met data te onderbouwen.”

Hoe zit het eigenlijk met jullie eigen data?

“Wij krijgen veel vragen over de kwaliteit van onze data,” aldus Jurre. “Er is een hardnekkige overtuiging dat een antwoord pas kan kloppen als je data 100% correct is. De vraag zou eigenlijk moeten zijn wat je van een analyse verwacht. Wil je bijvoorbeeld een advies kunnen geven, of op basis van inzichten een gesprek mogelijk maken? Om een gesprek te starten, heb je geen perfecte dataset nodig. Data in breedtesport zal nooit perfect zijn. De datasets zijn afhankelijk van tienduizenden mensen bij honderden verenigingen die gegevens doorgeven. Onvolledigheid en fouten in data zijn dus eerder een eigenschap dan een gebrek.”

De kwaliteit van de data op zich is dan ook al een goed onderwerp om met verenigingen te bespreken. Een vereniging die ineens minder leden doorgeeft, maakt zichzelf met deze data zichtbaar, en geeft KNSB daarmee een reden om in gesprek te gaan. Zulke gesprekken gaan in de meeste gevallen over de context bij de data. Is er binnen de vereniging iets aan de hand, is een ijsbaan gesloten, of is een trainer gestopt? “Met de data als uitgangspunt krijg je helderheid op dit soort vragen. Een afnemend ledenaantal kan ook een momentopname zijn, bijvoorbeeld omdat een vereniging net alle leden had afgemeld uit onzekerheid over wie er actief zullen blijven. Dit komt nog al eens voor. Wij kunnen de vereniging in dit geval uitleggen dat dit niet hoeft, omdat er een ruime aan- en afmeldperiode is. Zo zien we dat data al snel en op eenvoudige wijze een rol kan spelen in het werk van verenigingsondersteuners. We voegen inzichten aan de cijfers toe en daarmee ontstaan er betere gesprekken en gerichtere adviezen. En de verenigingen blijken dit te waarderen: KNSB ontvangt steeds meer vragen over steeds meer verschillende onderwerpen.”

De discussie of de data klopt en goed genoeg is om van waarde te zijn blijft bestaan. KNSB blijft zich dan ook inspannen om de kwaliteit steeds verder te verhogen en daarmee steeds meer waarde aan de bonden en verenigingen te leveren. Wouter: “Maar wij zien ook nu al dat de kwaliteit van onze data waardevol genoeg is om op veel gebieden goed bruikbaar te zijn. Datagedreven werken is een lerend systeem dat het beste werkt als je er gewoon mee aan de slag gaat. Het vraagt actieve samenwerking met verenigingsondersteuners. Ik sluit op hun verzoek regelmatig aan bij hun overleggen. Zo leren we elkaar beter kennen en kunnen we gerichter kijken naar de vraag hoe data kan helpen bij het besturen van de vereniging en nemen van objectieve beslissingen.

Partner in crime

Wouter ziet zichzelf als ‘partner in crime’ voor de verenigingsondersteuners, als iemand die naast ze staat. Data hoeft niet het antwoord te zijn, maar het geeft de verenigingsondersteuner een middel om meer en andere vragen te stellen. Er ontstaan zo gesprekken die eerder niet goed mogelijk waren. Vanuit een praktische werkwijze met direct zichtbare resultaten, ontwikkelt hij samen met hen een cultuurverandering waarin het werken op basis van data een logisch onderdeel wordt van het besturen van de vereniging. Het is een gezamenlijk leerproces.

Overall beeld Jurre:

“Een goed voorbeeld waarbij data heeft geholpen bij een beleidsbeslissing, is de vraag hoe je nieuwe leden moet werven. De data van KNSB wijzen uit dat 50% van de leden via vrienden of familie bij een vereniging terechtkomt en dat zo’n 3% reageert op een flyer. De vraag is nu hoeveel tijd en effort je als vereniging in een flyer wilt stoppen. Wellicht is het veel effectiever om naar andere manieren te zoeken om leden te werven. Zo zien we dat een overall beeld bij de bond belangrijk is, en een relevante kennisbron voor de verenigingen kan zijn.”

Klaar voor de start

Datagedreven werken is volop in ontwikkeling en vormt een grote en belangrijke bron voor de ontwikkeling van de breedtesport in Nederland. Bonden en verenigingen krijgen hiermee een nieuwe en concrete werkwijze in handen voor het realiseren van hun verwachtingen en ambities voor de komende jaren. Weet jij al hoe data kan bijdragen aan de succesvolle ontwikkeling van jouw bond of jouw vereniging? Laat het ons dan weten: wij helpen je graag op weg. En voor wie het nog niet weet: Wouter helpt je graag op weg met een paar concrete vragen en nuttige tips. Je doel is dichterbij dan je denkt!

Deel dit artikel op social media: