Topsport Onderzoek

Vijfde topsportklimaatmeting van start

5 maart 2019
Vijfde topsportklimaatmeting van start

Wat heeft een sporter allemaal nodig om optimaal te presteren? Een deskundige staf, de beste faciliteiten en een nauwkeurig uitgestippeld programma vormen voor elke topsporter de basis om op het moment suprême de beste versie van zichzelf te laten zien. Anders gezegd: om vandaag de dag bij de besten van de wereld te horen is een goed topsportklimaat vereist.

Topsportklimaat in Nederland

Maar hoe is het gesteld met het topsportklimaat in Nederland? Afgaande op het aantal sporten waarin Nederland als relatief klein land op wereldniveau meestrijdt - van handbal tot hockey en shorttrack tot turnen - zit het wel goed. Maar ruimte voor verbetering, om uiteindelijk nóg een seconde sneller te rennen of zwemmen, is er altijd. Om de ontwikkeling van het topsportklimaat in kaart te brengen, houden NOC*NSF en het ministerie van VWS eens per vier jaar de Topsportklimaatmeting, waarbij het talenten, topsporters, technisch directeuren, coaches en oud-topsporters om hun mening vraagt. De vijfde meting (de eerste was in 1998) start op dinsdag 5 maart. Betrokkenen krijgen persoonlijk verzoek om de vragenlijst in te vullen.

"De uitkomsten van het onderzoek hebben direct effect op het beleid dat we voeren", zegt technisch directeur Maurits Hendriks van NOC*NSF. "De grootste inspanningen die wij doen komen voort uit de feedback die wij krijgen van sporters en hun begeleiders. We kunnen nu eenmaal niet alles doen en moeten keuzes maken. Daarbij is de stem van alle betrokkenen van wezenlijk belang."

TeamNL@work

NOC*NSF heeft jaren moeten bezuinigen in de topsport en dat ging ook ten koste van talentontwikkeling. Uit de vorige meting bleek dat niet langer gekort moest worden op de talenten. Om die reden is vanaf 2017 de financiering voor topsportprogramma’s en opleidingsprogramma’s gescheiden, en is er een prestatiemanager en verscheidene coaches specifiek voor talentontwikkeling aangesteld.

Een ander voorbeeld is TeamNL@work, dat werd opgezet nadat uit de vorige meting was gebleken dat veel sporters opzien tegen het moment dat ze geen topsporter meer zijn en een nieuwe carrière voor de deur staat. TeamNL@work zorgt voor een soepelere overgang naar een volgende carrière. Het laat zien dat het bij een optimaal topsportklimaat niet enkel draait om de ontwikkeling als atleet, maar ook om de groei als mens. Hendriks: ‘Een zo goed mogelijk topsportklimaat is meer dan alleen de prestatieve kant. Het gaat ook om het creëren van een veilige en verantwoorde doch uitdagende omgeving.’

Volwaardige gesprekspartner

Volgens Hinkelien Schreuder is het belangrijk dat topsporters hun stem laten horen. De voorzitter van de NOC*NSF Atletencommissie zegt dat de sporters hun impact niet moeten onderschatten. Zij zijn degenen die beschikken over kostbare informatie. Hun ervaring van alle dag kan de richting en focus bepalen voor het topsportbeleid voor de komende vier jaar, weet Schreuder. "Al is het niet voor je eigen carrière, dan wel voor je nadagen of de toekomstige topsporters."

De voormalig zwemster en olympisch kampioene van 2008 is ervan overtuigd dat het oog hebben voor wat er om je heen gebeurt, erover praten en er een mening over vormen, bijdraagt aan de ontwikkeling van een topsporter. "Als je weet wat er om je heen gebeurt, maakt dat je een completere sporter."

Schreuder vindt dat topsporters het in Nederland qua faciliteiten best goed voor elkaar hebben. Veel is goed geregeld: van het gedifferentieerd stipendium tot de leaseauto’s. Al zijn er volgens haar altijd verbeterpunten. Ze zou graag zien dat sporters als volwaardige gesprekspartner meedoen bij het vormen van beleid bij hun bonden. Ook daarom is het volgens haar van belang dat sporters van zich laten horen nu NOC*NSF en VWS om hun mening vraagt.

Rol van de coach

Bij het creëren van een topsportklimaat is tevens een belangrijke rol weggelegd voor coaches. Het gedrag van een coach is het voorbeeldgedrag voor sporters, meent bondscoach Sarina Wiegman van de Nederlandse voetbalvrouwen. Is hij of zij ambitieus? Stelt hij of zij scherpe doelen? En hoe gaat hij of zij om met de sporters? "Een goed beleid is de basis, maar uiteindelijk maken de mensen het verschil."

Wiegman spreekt uit ervaring. Toen ze zelf nog voetbalde, ontbrak het aan een goede opleiding voor meisjes. Er was een gebrek aan kundige trainers. Het vrouwenvoetbal hing er maar een beetje bij. Hoe anders is dat vandaag de dag. Er kwam beleid vanuit de KNVB, veel Betaald Voetbal Organisaties richtten een vrouwenteam op en gediplomeerde coaches werden aangesteld. Het gevolg: in amper twintig jaar tijd is het aantal voetballende vrouwen bijna verdrievoudigd (van 64 naar 158 duizend), is er een vrouwen eredivisie en werden de Oranje Leeuwinnen in 2017 voor het eerst Europees kampioen. "De inspanningen voor het ingezette topsportklimaat binnen het vrouwenvoetbal beginnen nu vruchten af te werpen", zegt Wiegman.

Steeds hogere lat

In haar ogen is opleiden daarbij het sleutelwoord. Hoe beter en sneller talenten zich ontwikkelen, hoe eerder zij op hoog niveau kunnen instromen. Daar sluit Maurits Hendriks zich bij aan. Het feit dat zoveel Nederlandse seniorenploegen zich kunnen meten met de absolute wereldtop, betekent tegelijkertijd dat NOC*NSF hoge eisen stelt aan het instroomniveau van talenten. Hendriks: "Het geeft enerzijds aan dat de basis van het topsportklimaat in Nederland goed is. Anderzijds willen we de lat steeds hoger leggen omdat ook het niveau van de internationale topsport stijgt. Daarbij kunnen we de stem van talenten, topsporters, technisch directeuren, coaches en oud-topsporters goed gebruiken."

Deel dit artikel op social media: