De afgelopen jaren is er onder bonden steeds meer behoefte ontstaan aan inzicht. Hoe zit het met mijn leden? Hoeveel in- en uitstroom is er binnen mijn bond? Hoe doen mijn verenigingen het? Waar zit mogelijk potentie (richting de toekomst)? Tegelijkertijd is een groeiende vraag naar een sterkere gezamenlijke landelijke en lokale strategische positionering (verenigingsbreed). Kwalitatieve data zijn daar belangrijk bij. Gebrekkige datastructuur, gebrekkige datakwaliteit, onvoldoende mankracht en verschillen in gehanteerde definities maken het ingewikkeld om data binnen de vereniging te delen (tussen sportbonden onderling en tussen sportbonden & NOC*NSF) en hier samen verder in op te trekken.